Productschap Vis
PVis op bezoek bij de pangasius
07 nov 2011
Een vers gevangen vis uit de Noordzee wordt veelvuldig, ook vanuit mijn
rol als PR-manager van het Productschap Vis, gepromoot. Veel minder
aandacht echter wordt besteed aan kweekvis zoals de pangasius.
De pangafilet lijkt niet de vis die het moet hebben van zijn imago in
ons land, ondanks het feit dat van deze vis uit Vietnam jaarlijks bijna
1,5 miljoen ton wordt geproduceerd. Als vertegenwoordiger van de gehele
Nederlandse vissector ben ik veelvuldig actief voor de visserijen van
onze aanvoersector. De import van andere vissoorten verdient echter
evenzeer aandacht. Aanleiding om dit eens met eigen ogen te
aanschouwen.
Ik deed ervaringen op bij onder meer de Vietnamese pangasiuskwekerij
Vinh Hoan en het verwerkingsbedrijf Acomfish. Het betreft voorname
bedrijven waarvan de Nederlandse handelaren hun panga's importeren. Bij
deze ten zuiden van Ho Chi Minhstad gevestigde firma's volgde ik het
proces vanaf de kweek vanaf de allereerste eitjes, de verwerking tot
filet, tot het moment van verpakken.
De kwekerij, waar wekelijks twee `oudervissen' worden samengebracht om
ruim een miljoen eitjes te produceren, straalt professionaliteit uit.
Goed aangelegde kweekvijvers bevatten duizenden jonge panga's in
diverse leeftijdsstadia. Het water bevat wat zand en leem en bezinksel
van de mest, die de vissen voortbrengen. Waterzuiveringsinstallaties
functioneren daarbij prima om het geheel schoon te houden.
Registratiesystemen op alle facetten garanderen een goed beheerd
proces. Van preventief gebruik van medicijnen is geen sprake, maar,
indien nodig - dit gebeurt namelijk ook bij andere vissoorten zoals
bijvoorbeeld zalm - het gebruik voldoet aan de strenge voorwaarden die
aan de diverse certificeringseisen worden gesteld.
Wat de hygiëne betreft, kan worden geconcludeerd dat de bedrijfsvoering
bij deze Vietnamese ondernemingen goed op orde is. De kwaliteit van de
visverwerking kan zich prima meten met die in Nederland. Sterker, in
Vietnam lijkt men het allemaal net op een niveau hoger te tillen. De
maatregelen zijn doordacht. Als bezoeker van de verwerkingsfabriek
(Acomfish) volg je het proces van schoon, dus het moment dat de vis
klaar ligt om te worden verpakt, tot aan het begin van het traject,
waar de ruwe vis klaar ligt voor de slacht. Zo voorkom je dat je een
eventuele besmetting meevoert naar het eindproduct zoals dat in de
schappen in bijv. Nederland komt te liggen. Maar ook verder staat de
hygiëne hoog in het vaandel. In de buurt van pangasius draagt iedereen
een mondkapje, een hoofddeksel, witte jas en speciaal schoeisel, dat
telkens dient te worden verwisseld bij het betreden van een andere
afdeling binnen het bedrijf. Verder zijn er via het nemen van monsters
doorlopend kwaliteitscontroles in brandschone laboratoria, worden alle
mogelijke gegevens van de vis geregistreerd en oogt de hele fabriek
ordelijk en schoon.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat iedereen in de pangasiussector in
het verre Vietnam zich met hart en ziel inzet voor een
kwaliteitsproduct. Met trots werd op open wijze getoond welke
inspanningen worden geleverd om een product te leveren dat voldoet aan
certificeringseisen als HACCP, ISO, Aqua Gap en Global Gap en
binnenkort het nieuwe label ASC (Aquaculture Stewardship Council). Het
gaat inmiddels om miljoenenbedrijven, waar velen hun brood mee kunnen
verdienen. De tijd van kleine boertjes met een zelf geknutselde vijver
is echt sterk achterhaald. Sterker nog, de Vietnamese overheid kent
inmiddels geen licenties meer toe aan deze kleine kweekvijvers van
minder dan een hectare.
Als promotor van de vissector laat ik me altijd lovend uit over de
kwaliteit van wild gevangen vis. We besteden echter relatief veel
minder aandacht aan de sector, die buitenlandse vissoorten importeert,
terwijl de importerende groothandel een grote en belangrijke groep
ondernemers omvat.
De omvang van de waardeketens van de importsector en van de verssector
bepalen samen de kracht van de afzet van vis en visproducten Een
doelgerichte en goed gecoördineerde samenwerking in onze
promotie-uitingen met betrekking tot consumptie van alle soorten vis
lijkt dan ook op zijn plaats.
Daar komt bij dat er in Nederland erg weinig vis wordt gegeten. Het
gemiddelde ligt op één keer in de ongeveer veertien dagen, terwijl het
advies van de Gezondheidsraad om twee maal per week vis te eten nog een
utopie lijkt. Er valt dus nog een wereld te winnen. Volgens mij zou de
pangasius een positieve bijdrage kunnen leveren aan de visconsumptie in
Nederland. Laat de panga daarom geen taboewoord zijn in de
aanvoersector. Zie deze variant als een geschikt instapmodel voor de
nieuwe viseters, waarna men vanzelf ook andere soorten op zijn bord
wenst.
Waar een bezoek aan bedrijven in de pangasiusindustrie in Vietnam al
niet goed voor kan zijn. Voor mij leidde het in elk geval tot de
volgende conclusie: de pangasius is een ten onrechte ondergewaardeerde
vis van goede kwaliteit.