Rijksoverheid

Onderwijs belangrijk voor nieuwe speerpunten ontwikkelingssamenwerking

Nieuwsbericht | 14-11-2011

Staatssecretaris Knapen gaat onderwijs - een posterioriteit in het nieuwe ontwikkelingsbeleid - vooral inzetten ten dienste van zijn prioriteiten: landbouwonderwijs voor voedselzekerheid, opleiding van technici voor watermanagement, seksuele voorlichting in de klas en een rol voor onderwijs bij vredesopbouw. Dat schreef de staatssecretaris vandaag aan de Tweede Kamer.

Knapen wil op deze manier meer focus aanbrengen in de inzet op onderwijs. Zijn nieuwe onderwijsbeleid zal wil zich bijvoorbeeld richten op conflictgebieden, omdat daar de grootste achterstanden te vinden zijn, zeker voor meisjes. Nederland stelt UNICEF in staat daar de komende jaren in tien conflictlanden op in te zetten. Gerichte projectsteun aan maatschappelijke organisaties kan deze benadering versterken, juist ook daar waar overheden tekort schieten.

Een consequentie van meer focus is dat de Nederlandse steun aan algemeen basisonderwijs wordt afgebouwd. Dat kan en moet zorgvuldig gebeuren, zo veel mogelijk in samenspraak met andere donoren en de ontvangende landen. Hiermee is inmiddels ervaring opgedaan in bijvoorbeeld in Ethiopië, Mozambique en Rwanda waar Nederland sinds 2008 de bijdragen aan nationale onderwijsplannen uitfaseert. De Nederlandse terugtrekking wordt daar voor een belangrijk deel gecompenseerd door extra bijdragen van andere donoren en investeringen van de ontwikkelingslanden zelf.

Nederland wil hierdoor bijdragen aan een betere taakverdeling tussen donoren waarin zij zich focussen op de terreinen waar zij de meeste meerwaarde kunnen bieden. Terwijl Nederland uitfaseert, breiden onder andere het Verenigd Koninkrijk en Australië hun onderwijshulp uit.

Tijdens een donorconferentie van het Global Partnership for Development (GPE) op 8 november in Kopenhagen werd in totaal door 19 donoren 1,5 miljard dollar voor onderwijshulp toegezegd. Nederland investeert tot en met 2014 30 miljoen euro per jaar in het GPE zodat het fonds kan inspringen waar Nederland de onderwijshulp uitfaseert. Ook Denemarken intensiveerde zijn bijdrage aan het GPE. Bovendien beloofden 30 ontwikkelingslanden zelf ook meer te gaan doen door de komende jaren 2,2 miljard dollar extra in onderwijs te investeren.