Raad van State


Mediagevoelige uitspraken Mediagevoelige uitspraken

Wekelijks doet de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op de woensdagen in een groot aantal zaken een uitspraak. De persvoorlichters van de Raad van State maken op maandag een selectie van de uitspraken die interessant kunnen zijn voor de media. Deze selectie vindt u op deze pagina en wordt iedere maandag om 14.00 uur vernieuwd. Een overzicht van alle uitspraken die op de woensdag worden gedaan, staat in de rubriek Hoofdzaken.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persvoorlichters van de Raad van State.

Op woensdag kunt u vanaf 10.15 uur de volledige tekst van deze uitspraken lezen.

8 uitspraken gevonden pagina: 1
1. 200907998/1/R1
datum van uitspraak: woensdag 16 november 2011
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen Zuid-Holland
inhoudsindicatie:

(Bestemmingsplan 'Kern en Plassen' van de gemeente Rotterdam) Uitspraak over de vaststelling door de gemeenteraad van Rotterdam van het bestemmingsplan 'Kern en Plassen'. Het plan heeft betrekking op het centrum van de deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek, de Bergse Achterplas, de Bergse Voorplas, het bebouwingslint Straatweg en de woonwijk Oud-Hillegersberg. Met het plan worden achttien oude bestemmingsplannen voor het gebied vervangen. Onder meer de Vereniging tot behoud van Kern en Plassen Hillegersberg heeft bezwaar tegen de herontwikkeling van het voormalige restaurant en zalencentrum Plaswijck van Van der Valk aan de C.N.A. Looslaan. Het zalencentrum ligt op een landtong die de noordoostelijke oever vormt van de Bergse Achterplas. Het plan maakt het mogelijk de hele landtong via een nog vast te stellen wijzigingsplan te ontwikkelen voor horeca en wonen. De organisaties vrezen dat de route voor langzaam verkeer en de groensingel op de landtong worden opgeofferd voor horeca en wonen. Ook ziet de vereniging niets in de plannen voor het Cosseeterrein. Daar maakt het plan een nieuw winkelcentrum mogelijk met woningen, kantoren, horeca en een ondergrondse parkeergarage. De organisaties vinden dat een nieuw winkelcentrum leidt tot een 'duurzame ontwrichting van het voorzieningenniveau' in Hillegersberg. Ook zou de komst van een winkelcentrum leiden tot verkeers- en parkeeroverlast en tot een verslechtering van de verkeersveiligheid. Een echtpaar is het niet eens met de horecabestemming voor het Indonesische afhaalrestaurant aan de Bergse Dorpsstraat. Die zou te ruim gedefinieerd zijn. Bij sluiting van het restaurant zou zich daar ook een café kunnen vestigen, is hun vrees. De Raad van State heeft de zaak op 18 augustus jl. op zitting behandeld.
2. 201000602/1/R1 en 201001424/1/R1
datum van uitspraak: woensdag 16 november 2011
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen Groningen
inhoudsindicatie:

(Bestemmingsplan 'Benedenloop Westerwoldse Aa, Hamdijk, Bovenlanden en Kuurbos' van de gemeenten Oldambt en Bellingwedde) Uitspraak over de vaststelling door de gemeenteraden van Oldambt en van Bellingwedde van het bestemmingsplan 'Benedenloop Westerwoldse Aa, Hamdijk, Bovenlanden en Kuurbos'. Het plan maakt het mogelijk deze gebieden in te richten als bergingsgebied en noodbergingsgebied voor overtollig water. De gemeenten geven hiermee uitvoering aan het beleid van de provincie om extra waterbergingsgebieden aan te leggen om ongecontroleerde doorbraken van boezemkades in Groningen of Noord-Drenthe te voorkomen, zoals in 1997 en 1998 gebeurden. De gebieden liggen voor het grootste deel op het grondgebied van de gemeente Oldambt. Het zuidelijk deel ligt in de gemeente Bellingwedde. Alle gebieden, behalve het Kuurbos, worden ook ingericht als zogenoemde verbindingszone. Een aantal inwoners van Nieuweschans, Vriescheloo en Drieborg is tegen het bestemmingsplan in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zij vinden dat de noodzaak voor het plan ontbreekt. De aanleg van de waterbergingsgebieden is volgens hen een voorwendsel voor de aanleg van natuur, wat in hun ogen het eigenlijke doel is van het plan. Zij zijn het er niet mee eens dat agrarisch gebied wordt opgeofferd om er bergingsgebieden van te maken. Dit zou het historische landschap aantasten. Ook vinden de bezwaarmakers dat de gemeentebesturen bij de vaststelling van het plan onvoldoende rekening hebben gehouden met de economische gevolgen ervan. De Raad van State heeft de zaak op 10 oktober jl. op zitting behandeld.
3. 201002772/1/R4
datum van uitspraak: woensdag 16 november 2011
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen Zuid-Holland
inhoudsindicatie:

(Bestemmingsplan 'Transvaal' van de gemeente Leiden) Uitspraak over de vaststelling door de gemeenteraad van Leiden van het bestemmingsplan 'Transvaal'. Het plan heeft betrekking op het gebied ten westen van het historische centrum van Leiden en beslaat een langgerekt gebied tussen de Rijn en de spoorlijn Den Haag-Amsterdam. Het gebied wordt in het noordoosten begrensd door de Morssingel en in het zuiden en oosten door de Rijn en het Galgewater. Het gaat om de Transvaalbuurt bij de Morsweg en het bedrijventerrein Rijn en Rail bij de Amphoraweg. Het plan is hoofdzakelijk 'conserverend van aard'. Dat betekent dat de bestaande situatie in het gebied met dit plan wordt vastgelegd. Het plan maakt echter ook de bouw mogelijk van een nieuwe parkeergarage bij de Morspoort. De wijkvereniging Transvaal Leiden en een aantal omwonenden vinden dat het plan niet duidelijk genoeg is over de soorten bewoning die in het gebied zijn toegestaan. Zij vrezen dat het aantal bewoners zal toenemen, doordat geen onderscheid is gemaakt tussen gezinsbewoning, studentenhuisvesting, alleenstaanden en tweepersoonshuishoudens. Hierdoor zal de overlast in de wijk toenemen en de leefbaarheid en kwaliteit achteruitgaan. Ook had het plan de exploitatie van winkels mogelijk moeten maken, aldus de vereniging en de omwonenden. Verder vrezen zij dat de parkeergarage een slechte invloed heeft op de wijk. Bovendien zou de parkeergarage niet nodig zijn. Daarom zijn de vereniging en de omwonenden in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Die heeft de zaak op 6 oktober jl. op zitting behandeld.
4. 201011810/1/H3
datum van uitspraak: woensdag 16 november 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Algemene kamer - Hoger Beroep Wet openbaarheid van bestuur
inhoudsindicatie:

(Openbaar maken van documenten over uitbraak mond- en klauwzeer in 2001) Uitspraak over de afwijzing door de toenmalige minister van LNV van een verzoek van een inwoner van Kootwijkerbroek om openbaarmaking van een aantal stukken over de MKZ-crisis in 2001. De man heeft dit verzoek gedaan op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Het gaat onder meer om een lijst met telefonische meldingen van MKZ-verdenkingen, facturen van MKZ-monsters, uitslagen, onderzoeksrapporten en correspondentie tussen de minister en het Instituut voor Dierhouderij en Diergezondheid (ID Lelystad). De minister heeft het verzoek gedeeltelijk afgewezen. Van een aantal documenten heeft de minister de gegevens niet openbaar gemaakt die zijn te herleiden tot individuele bedrijven, personen en medewerkers van de toenmalige Algemene Inspectie Dienst en de Rijksdienst voor Vee en Vlees. Ook is openbaarmaking van gegevens van dierenartsen volgens de minister niet wenselijk, omdat zij wellicht in de toekomst minder bereid zouden zijn mee te werken aan de bestrijding van dergelijke crises als hun gegevens bekend zijn. Een groot aantal andere documenten heeft de minister helemaal niet openbaar gemaakt, omdat niet zij maar ID Lelystad (inmiddels Centraal Veterinair Instituut) over die stukken beschikt en dat instituut niet onder haar verantwoordelijkheid werkzaam is, maar een adviseur is van het ministerie. De man wil dat het ministerie de documenten en gegevens die niet openbaar gemaakt zijn, alsnog openbaar maakt. De rechtbank in Arnhem heeft in november 2010 het beroep van de man tegen het besluit van de minister gegrond verklaard. Volgens de rechtbank moet de minister alsnog beoordelen of de documenten waarover het CVI beschikt, openbaar gemaakt kunnen worden, omdat het CVI naar het oordeel van de rechtbank wel onder de verantwoordelijkheid van de minister werkzaam is. De staatssecretaris van ELI, die de portefeuille heeft overgenomen van de toenmalige minister van LNV, is het niet eens met deze uitspraak en is daartegen in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Die heeft de zaak op 18 oktober jl. op zitting behandeld.
5. 201101435/1/R2
datum van uitspraak: woensdag 16 november 2011
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen Zeeland
inhoudsindicatie:

(Bestemmingsplan 'Leisurecenter' van de gemeente Terneuzen) Uitspraak over de vaststelling door de gemeenteraad van Terneuzen van het bestemmingsplan 'Leisurecenter'. Het plan maakt een zogenoemd 'leisurecenter' mogelijk aan de Koegorsstraat in Terneuzen. Voor dit leisurecenter was in 2006 aan European Leisure Development (ELD) al een bouwvergunning verleend. Het bestemmingsplan legaliseert niet alleen dit leisurecenter, maar maakt ook nieuwe voorzieningen en detailhandel mogelijk. Het gaat om detailhandel die aansluit bij de activiteiten in het leisurecenter. ELD wil daar niet alleen een skipiste, maar ook een bouwmarkt en een meubel- en elektronicawinkel vestigen, omdat de oorspronkelijke opzet van het leisurecenter financieel-economisch niet meer haalbaar zou zijn. Het plan maakt deze detailhandelsactiviteiten echter niet mogelijk. ING Winkels Bewaar Maatschappij, de eigenaar van het pand, is tegen het bestemmingsplan in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, omdat het plan volgens haar ook andersoortige detailhandel mogelijk had moeten maken. Een aantal initiatiefnemers en grondeigenaren zijn betrokken bij de ontwikkeling van de Kennedylaan West en Oost in Terneuzen als gebied voor perifere en grootschalige detailhandels. Zij zijn ook tegen het bestemmingsplan in beroep gekomen. Zij vrezen de gevolgen van het plan voor de ontwikkeling van de Kennedylaan West en Oost. De Raad van State heeft de zaak op 22 september jl. op zitting behandeld.
6. 201104000/1/R2
datum van uitspraak: woensdag 16 november 2011
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer - Natuurbescherming
inhoudsindicatie:

(Verzoek om maatregelen tegen bouw- en sloopactiviteiten bij natuurgebied 'Ham en Crommenije') Uitspraak over de weigering door het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland om maatregelen te treffen tegen de bouw- en sloopactiviteiten op een perceel aan de Krommeniedijk in Zaanstad. Volgens een echtpaar uit Krommenie heeft de eigenaar van dat perceel een zogenoemde 'natuurvergunning' nodig voor de werkzaamheden, omdat ze plaatsvinden vlakbij het beschermde natuurgebied 'Ham en Crommenije'. Aangezien de man die vergunning niet heeft, moet het provinciebestuur maatregelen treffen, aldus het echtpaar. Volgens het provinciebestuur is geen natuurvergunning nodig, omdat het natuurgebied niet wordt aangetast door de werkzaamheden. Het echtpaar bestrijdt dit. Volgens hem loopt de grens van het natuurgebied over het perceel van de man en hebben er onder meer werkzaamheden in de oeverstrook plaatsgevonden die de natuur schaden. Daarom is het echtpaar tegen de weigering in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De Raad van State heeft de zaak op 6 oktober jl. op zitting behandeld.
7. 201105264/1/H1
datum van uitspraak: woensdag 16 november 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Algemene kamer - Hoger Beroep Bestuursdwang / Dwangsom
inhoudsindicatie:

(Weigering gemeentebestuur Groningen om op te treden tegen houtkachels woonschepen) Uitspraak over de weigering door het college van burgemeester en wethouders van Groningen om maatregelen te treffen tegen de rookoverlast van houtkachels op vier woonschepen. De schepen liggen aan het Zuiderpark, de Stationsweg en de Julianaweg in Groningen. Milieudefensie had het gemeentebestuur om de maatregelen gevraagd. Volgens de milieuorganisatie is de rookoverlast in strijd met de Groningse bouwverordening. Het gemeentebestuur bestrijdt dat sprake is van een overtreding. Volgens hem kan alleen worden opgetreden tegen rookoverlast van bouwwerken. De schepen zijn geen bouwwerken, aldus het gemeentebestuur, dat zich daardoor onbevoegd acht om op te treden tegen de woonschepen. De rechtbank in Groningen gaf in april 2011 het gemeentebestuur hierin gelijk. Naar haar oordeel heeft het gemeentebestuur daarom terecht afgezien van het treffen van maatregelen. Milieudefensie laat het er niet bij zitten en is tegen de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Die heeft de zaak op 24 oktober jl. op zitting behandeld.
8. 201106415/1/H3
datum van uitspraak: woensdag 16 november 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Algemene kamer - Hoger Beroep - Wet Bibob
inhoudsindicatie:

(Intrekking horecavergunning voor café in Brunssum) Uitspraak over de intrekking door het college van burgemeester en wethouders van Brunssum van de drank- en horecavergunning van een café in de gemeente. Volgens het gemeentebestuur bestaat er 'ernstig gevaar dat de vergunning mede zal worden gebruikt' voor het plegen van strafbare feiten. Dit zou blijken uit een advies van het landelijk bureau Bibob. Zo is een van de exploitanten in het bezit van illegale vuurwapens. Ook zouden bij een politie-inval verschillende vuurwapens en munitie gevonden zijn. Verder vermoedt het gemeentebestuur dat de exploitant in verdovende middelen handelt. De exploitanten van het café kwamen eerder in beroep bij de rechtbank in Maastricht. Die oordeelde in februari 2011 dat het gemeentebestuur beter had moeten motiveren waarom de vergunning is ingetrokken en niet gekozen is voor een lichtere maatregel. Het gemeentebestuur had naar die mogelijkheid moeten kijken, omdat de exploitanten al 20 jaar het café 'runnen', terwijl er nooit klachten zijn ingediend bij politie of justitie. De rechtbank droeg het gemeentebestuur daarom op een nieuw besluit te nemen. Tegen die uitspraak is het gemeentebestuur in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Een minder ingrijpende maatregel zou geen recht doen aan de kwalificatie dat sprake is van een ernstige mate van gevaar, aldus het gemeentebestuur. De Raad van State heeft de zaak op 18 oktober jl. op zitting behandeld. pagina: 1 rss feeds disclaimer links sitemap the council of state le conseil d'état der staatsrat