GroenLinks


GroenLinks wil betere bescherming privacy twitteraars

GroenLinks wil op korte termijn uitsluitsel op de vraag of de online privacy van gebruikers van social media zoals Twitter wel voldoende gegarandeerd is. Een Amerikaanse rechter heeft inmiddels goedgekeurd dat in het onderzoek naar mogelijke betrokkenen bij de Wikileaksaffaire privégegevens van twitteraars wordt opgevraagd. Dat heeft enorme consequenties voor de privacy, zonder dat precies duidelijk is onder welke voorwaarden politie en justitie zulke gegevens mogen verzamelen. Ook is allerminst duidelijk of en zo ja hoe rechters controle hierop uitoefenen.

Tweede Kamerlid Arjan El Fassed heeft schriftelijke vragen gesteld aan de minister Opstelten van Veiligheid en Justitie.

"Als gebruiker van social media ben je dus blijkbaar vogelvrij voor politie en justitie. Te lichtvaardig wordt gedacht dat oude regels wel volstaan, maar ik vind dat de online privacy van gebruikers specifieke rechtsbescherming behoeft."

Nu is onduidelijk onder welke voorwaarden politie en justitie dergelijke gegevens mogelijk verzamelen en ook is de rol van rechters niet precies duidelijk. GroenLinks vraagt aan de minister of de betrokkenen ingelicht worden over het besluit gegevens te overhandigen en welke vormen van rechtsbescherming in dit soort gevallen gelden.

Verder is gevraagd om cijfers te leveren van hoe vaak politie en justitie in Nederland de medewerking vorderen van bijvoorbeeld Twitter, Hyves en Facebook.

GroenLinks wil dat minister Opstelten van Veiligheid en Justitie snel duidelijkheid geeft over de bescherming van de rechtspositie van gebruikers en daarbij ook serieus onderzoekt hoe de IJslandse autoriteiten gebruikers in bescherming heeft genomen.

Schriftelijke vragen van het lid El Fassed (GroenLinks) aan de minister van Veiligheid en Justitie over online privacy


1. Kent u het bericht dat de rechtbank van de Amerikaanse staat Virginia heeft geoordeeld dat de privégegevens van drie twitteraars gebruikt mogen worden in het Wikileaksonderzoek?
2. Onder welke rechtstitel vorderen politie- en justitiefunctionarissen thans gegevens van (bijvoorbeeld) aanbieders van social media diensten zoals Twitter en Facebook? Gebeurt dat met of buiten medeweten van betrokkenen? En welke vormen van rechtsbescherming gelden in dit soort gevallen voor betrokkenen en/of verdachten?
In hoeverre besteedt de cyber security strategie aandacht aan de bescherming van de rechtspositie en de privacy van gebruikers?
3. Hoe vaak is in resp. 2009, 2010 en 2011 (tot nu toe) door politie en Justitie de medewerking gevorderd van social media aanbieders zoals Twitter, Hyves en Facebook ten behoeve van strafrechtelijk onderzoek? In hoeveel gevallen betrof het verdachten en niet-verdachten? In hoeveel gevallen is uiteindelijk gemeld dat men voorwerp van onderzoek is (geweest)? In hoeverre is in al deze gevallen sprake geweest van rechterlijke controle op het gebruik en de verwerking van gegevens die bij aanbieders van social media diensten zijn opgevraagd?

4. Hoe heeft IJsland haar rechtsregime ten aanzien van de bescherming van de rechtspositie van internetgebruikers geregeld? In hoeverre wijkt het IJslandse rechtsregime af van het Nederlandse en bent u bereid te onderzoeken of het Nederlandse rechtsregime aangepast moet worden om gebruikers beter te beschermen tegen ongeoorloofde privacyaantastingen?

`Privacy loses in Twitter/Wikileaks Records Battle', www.eff.org 10 november 2011.