Gemeente Utrecht

2011 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
121 Vragen van de heer A.G. van Schie

(ingekomen 4 oktober 2011 en antwoorden door het college verzonden op 15 november 2011 )

Afgelopen woensdag, 28 september 2011, werd tijdens graafwerkzaamheden een bom uit de Tweede Wereldoorlog gevonden in de gracht bij Fort Blauwkapel. Het betrof een bom van 250 kg zonder ontsteker. Doordat de politie de omgeving in een straal van 300 meter rondom het projectiel had afgezet, heeft het treinverkeer van Utrecht Centraal richting Hilversum enkele uren stilgelegen. Ook de oprit naar de A27 bij tuincentrum Overvecht werd enige uren afgesloten. De veiligheidssituatie werd opgeschaald naar Grip 2.

Uit het mediaverslag blijkt dat het gebied eerder wél is onderzocht op mogelijke bommen maar dat geen bom werd gevonden.

De VVD heeft hierover de volgende vragen:


1. Klopt het bericht in de media dat het in eerste instantie ingeschakelde bedrijf de zoektocht naar bommen staakte omdat het de voorgenomen "goedkope" werkwijze onveilig vond? Zo ja, waarom vond het bedrijf de werkwijze onveilig? Zo nee, wat was dan de reden dat het bedrijf zich terugtrok? Nee, het bericht is niet juist. De opdracht aan het eerste bedrijf (Saricon-Monshouwer) betrof het doen van een historisch vooronderzoek naar explosieven in de fortgracht. Dit onderzoek is afgerond. Daarna heeft het bedrijf in de fortgracht de (computerondersteunde) detectie naar grotere objecten (i.c. afwerpmunitie) uitgevoerd tot 5,5 meter onder de waterlijn. In het onderzoek werden acht verdachte objecten gedetecteerd aan de hand van grotere verstoringen in de meetdata. Saricon heeft vervolgens de verdachte objecten bezien en de fortgracht vrijgegeven op afwerpmunitie tot 5.5 m beneden de waterlijn.

Daarna heeft overleg plaatsgehad tussen Saricon, gemeente en Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden over de vraag hoe om te gaan met mogelijk nog aanwezige kleinere explosieven. In dit overleg leek overeenstemming bereikt over de verdere werkwijze. Het slib zou tot 0,5 meter boven de vastgestelde vaste waterbodem zonder aanvullende maatregelen gebaggerd kunnen worden. Vervolgens zou opnieuw explosievenonderzoek worden uitgevoerd. Enige tijd later is Saricon hierop teruggekomen en heeft aangegeven dat toch de gehele sliblaag verdacht was voor kleine explosieven (i.c. handgranaten). Het bedrijf heeft daarbij geadviseerd de gehele fortgracht beveiligd te baggeren. Gezien de zeer hoge kosten van het beveiligd baggeren (een factor 3 hoger dan de huidige kosten voor regulier baggeren) hebben gemeente en hoogheemraadschap besloten een ander bedrijf (T&A Survey) in te huren voor een second opinion. Dit bedrijf kon zich wel vinden in de eerder besproken werkwijze. Vandaar dat is besloten om de vervolgopdracht te verlenen aan het bedrijf T&A Survey.


2. Hoe komt het dat het tweede ingehuurde bedrijf de -toch wel forse- bom niet heeft gevonden? Zou de bom naar alle waarschijnlijkheid wel gevonden zijn met de werkwijze van het eerste bedrijf? Wat was het prijsverschil tussen de twee werkwijzen? Waren de bedrijven gelijkwaardig in expertise? Waren beide bedrijven al vaker door de gemeente of het hoogheemraadschap ingeschakeld voor dit type werkzaamheden?

Zowel Saricon als T&A Survey zijn gecertificeerde bedrijven voor explosievenonderzoek waarmee we al eerder veel ervaring hebben opgedaan. De uitvoeringskosten voor het baggeren van de fortgracht bedragen circa 1,5 miljoen euro. De uitvoeringskosten bij toepassing van de uitvoeringsmethode van de firma Saricon worden ongeveer 3 keer zo hoog geraamd. Ook bij die uitvoeringsmethode was de bom waarschijnlijk pas gevonden tijdens (en niet voorafgaand aan) de baggerwerkzaamheden.

De vraag waarom de bom door beide bedrijven in de vooronderzoeken niet is opgemerkt, is lastig te beantwoorden. De vooronderzoeken zijn conform gecertificeerde protocollen uitgevoerd. Hierbij is de fortgracht tot 5,5 m beneden waterpeil vrijgegeven van afwerpmunitie, zoals vliegtuigbommen. De bom is bijna op 5,5 m diepte aangetroffen. Blijkbaar is het meetinstrumentarium op die diepte toch niet betrouwbaar genoeg en is de grens van 5,5 m te ruim geweest.


3. Als de bom wel bij het eerdere onderzoek was gedetecteerd, wat zou dan de ontmantelingsprocedure zijn geweest, en zou daarbij ook gevaar voor de omgeving en hinder voor het verkeer zijn ontstaan? Een belangrijk verschil is dat bij eerdere detectie van de bom het moment kan worden bepaald en maatregelen kunnen worden genomen die de risico's beperken. Wanneer het proces vooraf was gepland en gecommuniceerd met omwondenden had de overlast minder kunnen zijn. De ontmantelingsprocedure zelf zou vrijwel gelijk zijn geweest.


4. Wat is de rolverdeling in de aanbesteding van dit type werkzaamheden tussen het hoogheemraadschap (in dit geval de Stichtse Rijnlanden) en de gemeente? Wie bepaalt uiteindelijk de werkwijze en wie huurt de expertise in?

Gemeente en hoogheemraadschap hebben beide de helft van de fortgracht in onderhoud. In 2009 is besloten om uit oogpunt van efficiency het baggeren gezamenlijk op te pakken. Doordat de gemeente verantwoordelijk is voor de openbare orde en veiligheid is afgesproken dat de gemeente voor de externe partijen als opdrachtgever optreedt. De medewerkers van het hoogheemraadschap houden vanwege hun expertise toezicht op het werk.


5. Hoe gaat er nu onderzocht worden of er nog meer explosieven in het gebied aanwezig zijn?

Alle delen van de fortgracht met een diepte richting de 5,5 m worden aanvullend met duikers onderzocht op de aanwezigheid van explosieven. Voor de ondiepere delen is er momenteel geen reden om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van het eerder uitgevoerde onderzoek. De diepere delen worden in afwachting van het lopende onderzoek nog niet gebaggerd.


6. Welke lessen trekt het college uit deze geschiedenis met betrekking tot werkzaamheden in gebieden waar explosieven verwacht kunnen worden?

Er is geen reden om voortaan te kiezen voor een andere aanpak. Wel is duidelijk dat het uitvoeren van onderzoek geen waterdichte garantie geeft voor het zonder risico's kunnen uitvoeren van de werkzaamheden. Binnen de branche van bedrijven die zich gespecialiseerd hebben in explosievenonderzoek wordt dit voorval aan de orde gesteld en zal worden besproken hoe dergelijke situaties in de toekomst voorkomen kunnen worden.

---- --