Gemeente Utrecht

2011 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
124 Vragen van de heer S. de Vries
(ingekomen 11 oktober 2011 en antwoorden van het college op 15 november 2011)

Vragen inzake duurzaamheid in het Stationsgebied

De komende tientallen jaren ligt er een enorme bouwopgave in het Utrechtse stationgebied. De gebouwen die hier verrijzen of verbouwd worden zullen voor een lange tijd blijven staan. De duurzaamheid en energieprestatie van deze gebouwen is daarom, met het oog op de toekomst, van groot belang. Van het nieuwe stadskantoor is ons bekend dat deze, na oplevering, energieneutraal zou moeten zijn. Voor wat betreft de andere gebouwen is dit alles veel minder duidelijk. Naar aanleiding hiervan heeft GroenLinks de volgende vragen:


1. Is duurzaamheid en energieprestatie een belangrijk thema als het gaat om de bebouwing in het stationsgebied en hoe komt dat tot uiting? Antwoord: ja. In 2009 is de intentieverklaring "Het Utrechtse Stationsgebied geeft duurzame energie" ondertekend, waarbij duurzaamheid als vierde doelstelling is toegevoegd.

Met bouwinitiatiefnemers vindt overleg plaats om nieuwe bouwwerken een extra 'duurzaamheidsplus' te geven. Daarbij is duurzaamheid breder dan alleen het aspect energie, zie verder antwoord 8.


2. Wordt het nieuwe stadskantoor daadwerkelijk energieneutraal in haar verbruik? Zo ja, waar bestaan de maatregelen uit en wat leveren ze op? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Nee. Volledig energieneutraal is op de huidige locatie niet mogelijk vanwege een te grote ruimtevraag voor bijv. windmolens, pv-cellen of bio-WKK. Het gebouw maakt wel gebruik van Warmte-Koude Opslag (WKO) in de bodem, extra isolatie, energiezuinige installaties en de efficiëntie van warmtelevering en heeft daardoor een berekende -gebouwgebonden- EPC (energieprestatiecoëfficiënt), die ruim 30% beter is dan wettelijk is voorgeschreven. Samen met de gemeentelijke inkoop van groene stroom wordt het gebruik van het kantoor ongeveer 80% CO2-vriendelijker dan gangbaar. Met maatregelen voor een beter binnenmilieu is het gebouw gecertificeerd met 2 sterren (kwalificatie Good conform de BREEAM-methodiek). Voor deze maatregelen heeft de gemeenteraad een extra krediet beschikbaar gesteld.


3. Welke normen voor de energieprestatie gelden nu bij de bouw in het stationsgebied? Is het mogelijk om de energieprestaties van andere te bouwen of verbouwen gebouwen inzichtelijk te maken? Graag ontvangen wij hier een overzicht van. Antwoord: Voor alle in ontwikkeling zijnde gebouwen in fase 1gelden tenminste de wettelijke energieprestatie eisen zoals vastgelegd in het bouwbesluit ten tijde van de bouwvergunningsaanvraag. De beoogde of bereikte duurzaamheid (naast energie, ook materiaalgebruik en gezondheid) van gebouwen en eventueel het gebruik, kan inzichtelijk gemaakt worden met prestatie-eis gerichte instrumenten als GreenCalc of GPR Gebouw.

Voor de Bieb++ is in de aanbestedingsstukken de GreenCalc index van 300 als norm meegegeven. Op dit moment wordt beoordeeld in hoeverre deze index behaald wordt.

Een andere methode is BREEAM, waarmee het Stadskantoor beoordeeld is.


4. Worden de meest recente of gedateerde normen voor de energieprestatie in het stationsgebied gehanteerd? Antwoord: Zie ook antwoord bij 3. Dat betekent evenwel dat als de feitelijke bouw lang duurt, er tussen het tijdstip van bouwvergunningsaanvraag en de oplevering een wettelijke aanscherping van de EPC heeft kunnen plaatsvinden. Voorzover die EPC aanscherping voorzien is, wordt daarop geanticipeerd. Dat is bijvoorbeeld gebeurd bij het Stadskantoor. Op basis van het vernieuwde Bouwbesluit dat naar waarschijnlijk in april 2012 in werking treedt, moet bij de bouwvergunningsaanvraag voor kantoren en woningen ook inzicht gegeven worden in de milieubelasting door het materiaalgebruik van het bouwwerk.


5. Het is inmiddels bekend dat het nieuwe Centraal Station perronkappen krijgt met daarin zonnecellen verwerkt. Ziet het College mogelijkheden om in overleg met ProRail en NSpoort te kijken naar meer kansen voor een duurzame bouw? Antwoord:. Als u doelt op de plannen voor de OV-terminal (opdrachtgever ProRail), zijn er geen mogelijkheden. Het ontwerp van de OV-terminal is goedgekeurd en in uitvoering. ProRail heeft geen andere projecten in voorbereiding in het Stationsgebied.

Als u doelt op nog te realiseren projecten van NS Poort, zie antwoord 4.


6. Op de plaats van het huidige streekbusstation zou een energieneutraal en mogelijk zelfs energieleverend gebouw komen. Door het wijzigen van de plannen voor de fietsenstalling lijkt dit onzeker geworden. Zijn er mogelijke andere locaties voor een dergelijk icoon van duurzaamheid? Antwoord: ja, dat is wel ons streven waarbij het plangebied van fase 2 het meest voor de hand liggend is.


7. In hoeverre is het mogelijk om tot een integrale aanpak te komen van de duurzaamheid van het stationsgebied, waarbij bijvoorbeeld op grote schaal warmte/ koude opslag toegepast wordt? In hoeverre speelt de bouw van de bio-wasmachine hierbij een rol? Antwoord: Een algehele integrale aanpak van duurzaamheid in gebied 1 is niet meer aan de orde. Wel was en is integrale aanpak mogelijk op enkele specifieke terreinen.

Er wordt op grote schaal in het stationsgebied WKO toegepast. Veel voorzieningen zullen hiervan gebruik maken: Muziekpaleis, Bibliotheek++, SKU, OVT, Hoog Catharijne en diverse nog te ontwikkelen kantoorvoorzieningen. De biowasmachine is in samenhang met de WKO ontworpen. Het toevoegen en onttrekken van warmte aan de bodem bevordert de afbraak van verontreinigingen. Zoals gesteld wordt voor gebied 2 de integrale gebiedsaanpak duurzaamheid van het begin af aan als doelstelling meegenomen.


8. In hoeverre wordt er in het stationsgebied andere kansen voor duurzaamheid benut (zoals materiaalgebruik, klimaatadaptatie etc)? Graag ontvangen wij hier een overzicht van. Antwoord: Dat gebeurt op vele manieren. Bijvoorbeeld door water terug te brengen (Catharijnesingel en Leidsche Rijn), terugdringen van autoverkeer; lagere parkeernorm en dubbelgebruik, stimuleren openbaar vervoer; vervoermanagement en duurzame logistiek, biowasmachine/ WKO, verbetering fietsroutes, inpandig fietsparkeren, vergroten biodiversiteit en groene daken. Zie verder ook antwoord 4.


9. In hoeverre wordt in het stationsgebied ingezet op duurzaam vervoer (en verminderen van het autogebruik) bij nieuwbouw, wat betekent dit voor bijvoorbeeld de parkeernorm en de bouw van parkeergarages? Antwoord: Het Stationsgebied is een ruimtelijke ontwikkeling op een multi-modaal knooppunt van openbaar vervoer in het hart van de stad met veel kantoren, winkels en de Jaarbeurs op loopafstand. Dit gegeven willen wij optimaal uitnutten. Wij zetten in op een optimale bereikbaarheid per OV en het verbeteren van het fietsnetwerk. De autoparkeernormen die worden gehanteerd zijn vastgelegd in het Structuurplan Stationsgebied. Voor kantoren gelden strenge normen, te weten 1 parkeerplaats per 250 m2 bvo ( 1 parkeerplek op 15 werknemers).

Op grond van het Structuurplan is er ruimte voor 1700 nieuwe parkeerplaatsen bovenop de bestaande 1020 plaatsen in de huidige te vervangen garage. Ondanks uitbreiding van de vraag als gevolg van nieuwe vastgoedontwikkelingen, blijft de omvang van de nieuwe garage beperkt tot 800-1000 plaatsen. De reeds beschikbare en nieuw toe te voegen parkeercapaciteit (ca. 1.000 openbare parkeerplaatsen) wordt zo optimaal mogelijk benut.

Verder sturen wij op dubbelgebruik van parkeren. Zo gaat de nieuwe Megabioscoop gebruik maken van de restcapaciteit van bestaande voorzieningen.

Momenteel loopt een onderzoek naar het verlagen van de parkeernorm voor woningen in het Stationsgebied (gemiddeld minder dan één parkeerplaats per woning). Ook loopt er een onderzoek om de logistieke vervoerstromen in het gebied duurzamer te laten plaatsvinden (gebundelde bevoorrading van de kantoren en winkels).

Inmiddels is er al sprake van bundeling van de bouwlogistiek door samenwerking tussen bouwers en vervoerders/distributeurs.

---- --