Gemeente Maassluis

College beantwoordt vragen CDA over bevolkingsgroeicijfers CBS

De fractie van CDA heeft vragen gesteld over de bevolkingsgroeicijfers CBS. Het college heeft de vragen als volgt beantwoord.

Naar aanleiding van uw brief van 25 oktober 2011 inzake artikel 51 vragen van de fractie van CDA Maassluis over de bevolkingsgroeicijfers CBS, kunnen wij u het volgende mededelen.

In uw brief verwijst u naar bijgaand persbericht van het CBS met als titel "Forse bevolkingsgroei in de Randstad tot 2025". Wij zullen uw vragen hieromtrent achtereenvolgens beantwoorden:


1. Heeft het college kennis genomen van deze cijfers?

Ja.


2. Heeft het college reeds opdracht gegeven deze cijfers "op realiteit te onderzoeken" en met welke opdrachtomschrijving heeft u dat gedaan?

Ja, met de opdracht om de CBS prognose te vergelijken met een andere, veelgebruikte, prognose, te weten de Primosprognose, en deze prognoses tegen het licht te houden van de historische productie van nieuwe woningen in Maassluis alsmede de verwachtingen hieromtrent voor de komende jaren.


3. Wanneer verwacht u de resultaten van dit onderzoek?

De resultaten van het onderzoek zijn gereed; zie hieronder.


4. Bent u het met ons eens dat de analyse op zeer korte termijn beschikbaar dient te zijn voor college en raad?

Ja, zoals gezegd treft u deze hieronder aan.


5. Maakt u bij het onderzoek naar het realiteitsgehalte gelijk ook een analyse van gemeentelijke documenten dat gebaseerd is op eigen, lagere geprognosticeerde cijfers?

Ja, voor zover nodig; zie hieronder.


6. Maakt u daarbij gelijk een analyse welke visie en beleidsdocumenten aangepast dienen te worden aan de nieuwe prognoses?

Ja, zij het dat wij aanpassing van beleid niet nodig achten; zie hieronder.

Resultaat onderzoek bevolkingsprognoses

Al de eerdergenoemde zes vragen hebben te maken met de ontwikkeling van de bevolking in Maassluis en de mogelijke toekomstprognoses die daarover te maken zijn. Naast de genoemde CBS-prognose is er een andere prognose die ook op gemeenteniveau uitspraken doet, te weten de Primos-prognose. Door deze beide prognoses te vergelijken en deze tegen het licht te houden van de historische bouwproduktie in Maassluis, wordt een en ander in perspectief geplaatst:
* De CBS-prognose is hoger dan de Primosprognose; beide prognoses zijn gebaseerd op verwachtingen over de groei van de bevolking en de omvang van de woningbouw.

* Primos voorspelt een ongeveer gelijkblijvend inwonertal tot 2020. CBS komt uit op een toename van ca. 3.000 inwoners tot 2020.
* Primos gaat qua uit van netto (onder aftrek van sloop) circa 50 woningen per jaar, terwijl het CBS denkt aan circa 200 netto woningen toevoeging per jaar.

Sinds 1990 is de Maassluise voorraad in totaal met ongeveer 1.500 woningen toegenomen en derhalve per jaar met ongeveer 70. Dit getal is iets hoger dan bij Primos, maar bij lange na niet wat CBS voorspelt (200 per jaar). Via het Convenant woningmarktafspraken met de stadsregio (juni 2011) is afgesproken dat wij tussen 2010 en 2015 ongeveer 600 woningen bouwen en 250 slopen. Dit is een toename van 350 nieuwe woningen ofwel per saldo gemiddeld 70 woningen per jaar. In de ontwerp structuurvisie 2010-2025 is gemeld dat Maassluis thans bijna 32.000 inwoners telt en dat de ambitie is dat dit inwonertal de komende 10 jaar tussen de 32.000 en 33.000 personen zal blijven. Voorts is aangegeven dat, om deze lichte groei te realiseren, wij streven naar een netto toename van 100 woningen per jaar. Tot slot is er vermeld dat op korte termijn de verwachting is dat de woninguitbreiding wat lager zal zijn. Opgemerkt zij dat in 2011 zelfs een daling zal optreden van de woningvoorraad, doordat er per saldo meer gesloopt (met name Burgemeesterswijk) is dan aan nieuwbouw (Balkon) zal worden opgeleverd.

Het CBS komt tot de hogere bevolkingsprognose omdat landelijk de bevolkingsgroei de laatste jaren op een relatief hoog niveau ligt. Tegelijkertijd is er een crisis op de woningmarkt, die een lage productie van nieuwbouwwoningen tot gevolg heeft. Het woningtekort loopt landelijk daardoor langzaam maar zeker op. Gemeenten die onder deze moeilijke omstandigheden relatief veel woningbouw waar nog wel vraag naar is weten te realiseren, zullen sterker groeien.

Vanwege deze kansen streven wij naar een netto toename van 100 woningen per jaar. Vanzelfsprekend is er geen garantie dat deze ambitie kan worden waargemaakt. Wij zijn immers in grote mate afhankelijk van (de concrete woningvraag en -verkoop in) de markt en de economische situatie.

Aangezien op grond van het bovenstaande een eventuele bevolkingsgroei vooralsnog beperkt zal blijven, zien wij geen aanleiding voor het door u gevraagde nader onderzoek of bijstelling van beleid.