Ingezonden persbericht


Den Haag, 16 november 2011
Rode Kruis helpt Libische gewonden in Nederland

Vrijwilligers van het Rode Kruis helpen bij de verzorging en begeleiding van de 31 Libische gewonden die deze week zijn aangekomen in Nederland. De patiënten krijgen een behandeling in Nederland, omdat een groot aantal ziekenhuizen in Libië zijn verwoest door de strijd in het land. Ook kunnen de ziekenhuizen daar het grote aantal gewonden niet aan. De Libiërs zijn in eerste instantie naar het Calamiteiten Hospitaal in het Universitair Medisch Centrum (UMC) in Utrecht gebracht, waarna ze verdeeld zullen worden over ziekenhuizen in heel Nederland. De vrijwilligers van het Rode Kruis assisteren de staf van het Hospitaal in Utrecht. Daarnaast krijgen de Libiërs voor de persoonlijke begeleiding een buddy van het Rode kruis toegewezen. In totaal komen deze week 50 Libiërs naar Nederland. Dit gebeurt op verzoek van de Nationale Overgangsraad.

Rode Kruis buddy's
De buddy's geven emotionele steun, door regelmatig de patiënt te bezoeken en een luisterend oor te bieden. Verder zullen ze praktische hulp bieden zoals informatieverstrekking en vertaling. De buddy's spreken allemaal Arabisch. Mocht een patiënt niet in contact kunnen komen met familie, dan kan het Rode Kruis helpen bij het contactherstel met verwanten in Libië. De patiënten blijven maximaal 6 maanden in Nederland. De buddy's blijven gedurende die periode beschikbaar voor ondersteuning van de gewonden.

Ondersteuning in Calamiteiten Hospitaal
In het Calamiteiten Hospitaal zijn elke dag tien vrijwilligers van het Rode Kruis actief. De medische hulpverlening wordt gedaan door de staf van het Calamiteiten Hospitaal. De vrijwilligers van het Rode Kruis assisteren de verpleegkundigen met het wassen, aankleden en verzorgen van de Libische patiënten. Deze vrijwilligers worden jaarlijks opgeleid en getraind om dit soort werk te doen. Ook doen ze mee aan oefeningen in het Calamiteiten Hospitaal. In totaal heeft het Rode Kruis 75 vrijwilligers beschikbaar voor de ondersteuning in het Calamiteiten Hospitaal.

Noot voor de redactie,

Ingezonden persbericht