Wageningen Universiteit en Researchcentrum Persbericht Wageningen University, 085wu, 16 november 2011

http://www.wur.nl/NL/nieuwsagenda/nieuws/CvW111116.htm

Het gevaar van wensdenken in de communicatiewetenschap

Communicatiewetenschappers kunnen gemakkelijk verleid worden om met communicatie van alles te willen bereiken. Dat geldt ook voor allen die professioneel communiceren, zoals bijvoorbeeld de overheid. Zij gaan uit van wenselijkheden in plaats van beter inzicht in wat met communicatie kan en niet kan. Ze hebben nauwelijks weet van wat de zogenaamde ontvanger ontvankelijk voor de boodschap maakt en wat er bij communicatie feitelijk gebeurt. Het wensmodel in de communicatiewetenschap is even verleidelijk als hardnekkig, maar ook gevaarlijk en weinig effectief, aldus prof. Cees van Woerkum bij zijn afscheid op 17 november als hoogleraar Communicatiestrategieën aan Wageningen University, onderdeel van Wageningen UR.

Al jaren verzet Van Woerkum zich , legt hij uit in zijn afscheidsrede Effectieve communicatie; over het verleidelijke van wensmodellen, tegen het klassieke communicatiemodel: een zender stuurt een boodschap via een medium naar een ontvanger, resulterend in een effect. "We weten dat het zo niet gaat", zegt hij: "Mensen ontvangen niets maar construeren aan de hand van waargenomen boodschappen bepaalde betekenissen." Die constructie is 'eigen werk' - een proces van associatie en visualisatie op grond van eigen waarneming, kennis en ervaring - van de ontvanger, die dus eigenlijk niet als ontvanger gezien mag worden.

In zijn rede legt Van Woerkum uit hoe hij ook zelf met grote regelmaat aan de verleidelijke wensmodellen toegaf. Hij vindt ze ook gevaarlijk, 'wetenschappelijke femmes fatales'. Zo heeft in zijn tak van wetenschap het normatieve - in de zin van 'voorschrijvend' - vaak de overhand boven het empirische onderzoek. Maar, zegt Van Woerkum: "Wie normatief naar de praktijk kijkt, dus vooral denkt te weten wat daar moet gebeuren, ziet veelal niet goed wat er feitelijk gebeurt". Overigens baseert niet alleen wetenschap zich op wensmodellen. Ook bij de overheid is die houding hardnekkig ingebakken.

In zijn denken over communicatiewetenschap heeft Van Woerkum ook de overstap gemaakt van het factorenmodel naar het procesmodel. Rond het denken in factoren die gedrag bepalen en die deels aan te sturen zijn, is zijn conclusie dat het maar een deel is van het verhaal. Je moet ook weten hoe het proces verloopt, hoe het mechanisme werkt bij gedragsverandering, zegt hij. Als voorbeeld noemt hij het drinkgedrag van jongeren, dat naar zijn mening zwaar wordt onderschat. Wat gebeurt er in een groep jongeren als er op een moment meer wordt gedronken. Er zijn groepen die dit gedrag zelf intern corrigeren en groepen waar daarentegen een ware drankcultuur ontstaat. "Mij interesseert vooral die eerste groep", zegt Van Woerkum: "Hoe komt het zelfreinigend vermogen van die groep tot stand? Welk soort gesprek ontstaat daar? Als we dit soort discussies begrijpen kunnen we in de communicatie naar jongeren toe veel dichter bij de actie komen waaruit wenselijke veranderingen ontstaan."