Rijksoverheid
Nederland onder voorwaarden voor 40% minder co2 in 2030
Persbericht | 18-11-2011
Het kabinet wil inzetten op een voorwaardelijke Europese doelstelling
van 40% minder broeikasgassen in 2030 (ten opzichte van 1990). De
uiteindelijke hoogte is afhankelijk van een adequate mondiale inzet en
ook de concurrentiepositie van Europese bedrijven moet voldoende
gewaarborgd blijven.
Dat blijkt uit de Klimaatbrief 2050 die het kabinet, op voorstel van
staatssecretaris Atsma van Infrastructuur en Milieu, aan de Tweede
Kamer heeft gezonden. Met deze inzet blijft het kabinet in lijn met de
eerder overeengekomen Europese doelstelling om in 2050 de CO2-uitstoot
met 80-95% te beperken.
Met de Klimaatbrief 2050 geeft Nederland invulling aan het verzoek van
de Europese Commissie om per lidstaat aan te geven hoe de omslag naar
een klimaatneutrale economie kan worden gemaakt. In de brief zet het
kabinet uiteen welke uitdagingen een CO2-arme samenleving biedt. Een
klimaatneutrale economie schept kansen voor het Nederlandse
bedrijfsleven en de economie wordt minder kwetsbaar voor
prijsschommelingen van schaarser wordende grondstoffen. Tegelijkertijd
zijn er nog tal van dilemma's. Een dilemma is bijvoorbeeld hoe aan de
ene kant het bedrijfsleven zekerheid kan worden gegeven dat
investeringen in CO2-arme technologie zullen lonen terwijl aan de
andere kant ook de flexibiliteit kan worden behouden om op onvoorziene
ontwikkelingen in te spelen.
Het kabinet is ervan overtuigd dat de omslag naar een klimaatneutrale,
groene economie moet worden gemaakt. Nederland heeft er groot belang
bij dat het tegengaan van de gevolgen van klimaatverandering wereldwijd
wordt aangepakt. Nederland is van alle Europese landen het meest
vatbaar voor de gevolgen van klimaatverandering vanwege een hoge
bevolkingsdichtheid en een verhoogd risico op overstromingen. Hoge
aanpassingskosten voor kust- en waterbeheer, verlies van biodiversiteit
en verslechtering van het leefklimaat in steden zijn reële risico's om
in Nederland rekening mee te houden, zo blijkt uit het recente VN-World
Risk Report 2011.
Het kabinet onderschrijft de conclusie, gedaan door PBL en ECN in hun
rapport 'Naar een schone economie in 2050: routes verkend', dat voor
het realiseren van een klimaatneutrale economie de inzet gericht moet
zijn op vier pijlers. Deze pijlers zijn een CO2-neutrale
elektriciteitsvoorziening in combinatie met technieken gebaseerd op
elektriciteit (zoals elektrische auto's), inzet van duurzame biomassa
(bijvoorbeeld als transportbrandstof en als grondstof voor de
industrie), energiebesparing door verbetering van energie-efficiency en
afvang en opslag van CO2. Het kabinet zet primair in op verdere
ontwikkeling van bekende technologieën - omdat het op tijd beschikbaar
komen van een doorbraaktechnologie zeer onzeker is - en staat daarnaast
open voor eventuele nieuwe technologieën. In Nederland, en ook in
EU-verband, kunnen ook nu al economische kansen worden benut voor
schone technieken. Nederland zal zich in Europees verband sterk maken
voor harmonisatie van het stimuleren van hernieuwbare energie in
Europa.
Het kabinet gaat door de weg te effenen naar een klimaatneutrale
economie, niet als apart traject, maar als onderdeel van bestaande
initiatieven. In bestaande trajecten zoals de topsectorenaanpak, de
Green Deal, de lokale klimaatagenda en de duurzaamheidsagenda zal het
kabinet de inzichten uit de Klimaatbrief 2050 agenderen om na te gaan
of er lacunes zijn in het huidige beleid die vragen om versterking.
Daarnaast wordt de dialoog tussen het rijk, het bedrijfsleven,
provincies en gemeenten, burgers, kennisinstellingen en
maatschappelijke organisaties voortgezet. De transitie naar een
klimaatneutrale samenleving vraagt om nieuwe samenwerkingsverbanden die
de grenzen van sectoren en ketens overstijgen.