Raad voor de Rechtspraak


Onafhankelijkheid advocatuur onder druk door nieuw toezichtstelsel

Den Haag , 18-11-2011

De onafhankelijkheid van de advocatuur komt onder druk te staan als de kabinetsplannen doorgaan om het toezicht te veranderen. Dat schrijft de Raad voor de rechtspraak in een advies over de herziening van het toezichtstelsel.

Inmenging

De voorgestelde wijziging van het toezicht op de advocatuur laat te veel ruimte open voor inmenging door de overheid, zo stelt de Raad voor de rechtspraak in een advies aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Het kabinet wil naar één landelijk toezichthoudend orgaan, dat verantwoordelijk is voor het toezicht op alle advocaten. De dekens blijven als feitelijk toezichthouder functioneren.

Het nieuwe college kan straks derden als toezichthouder aanwijzen. Het college krijgt verder de bevoegdheid om de geheimhoudingsplicht van advocaten te doorbreken en een deken te doen schorsen en zelfs te doen ontheffen van zijn toezichthoudende taken. Ook kan het college specifieke aanwijzingen geven bij de uitoefening van het toezicht.

Kwetsbaar

De Minister van Veiligheid en Justitie krijgt een rol bij de benoeming en het ontslag van de leden van het college. Dit laat volgens de Raad teveel ruimte voor ongewenste beïnvloeding door de overheid op het college. De Raad vindt deze kwetsbare positie van het college ten opzichte van de overheid in combinatie met de ingrijpende bevoegdheden van dat college onwenselijk. In een rechtsstaat zijn een onafhankelijke rechterlijke macht en advocatuur essentieel. Een stelsel van toezicht zal iedere beïnvloeding van advocaten door de overheid moeten uitsluiten, aldus de Raad.

De Raad voor de rechtspraak juicht een aanpassing van het toezichtstelsel op zich toe, maar beschouwt de voorgestelde regeling als té vergaand en onwenselijk. De noodzaak van de ingrijpende voorstellen wordt bovendien niet aangetoond.

Lees de volledige tekst van het PDF advies.

Zie het origineel