Ingezonden persbericht
Persbericht
Dit is een gezamenlijk persbericht van de provincies Gelderland en Overijssel, Stadsregio Arnhem Nijmegen, Regio Twente, Regio Stedendriehoek en de gemeenten langs de IJssellijn en Twentelijn
Gelderland en Overijssel: geen toename goederentreinen in Oost-Nederland
De provincies Gelderland en Overijssel en de inliggende regio´s en gemeenten willen geen toename van het aantal goederentreinen in Oost-Nederland als dit betekent dat de overlast nog verder toeneemt en het reizigersvervoer belemmerd wordt. Oost-Nederland wil eerst dat de volledige capaciteit van de Betuweroute wordt benut alvorens het spoorgoederenvervoer in Oost-Nederland te intensiveren. Maandag 21 november heeft de minister met provincies, regio´s en gemeenten gesproken over de uitwerking van het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer.
Gedeputeerde Conny Bieze (Gelderland): "Onze zorgen zijn goed overgekomen. Minister Schultz heeft toegezegd dat ze het vervoer over water en het maximale gebruik van de Betuwelijn meeneemt in de besluitvorming. Ze zal de regionale besturen hier nadrukkelijk in betrekken en komt naar de regio om situatie met eigen ogen te bekijken".
Programma Hoogfrequent Spoorvervoer
Met het Programma Hoofdfrequent Spoorvervoer (PHS) wil minister Schultz een toename van het personenvervoer op de drukste spoorlijnen van het land realiseren (6 intercities en 6 sprinters per uur). Daarnaast moet het PHS een groei van het goederenvervoer per spoor mogelijk maken. Met steun van de Tweede Kamer hebben Gelderland, Overijssel en de betrokken regio's en gemeenten om extra maatregelen gevraagd om de leefbaarheid langs het spoor te waarborgen en de minister verzocht om met alternatieven te komen voor het goederenvervoer via de IJssellijn en Twentelijn.
De minister heeft toegezegd de communicatie met de aanwonenden intensief voort te zetten.
Personenvervoer boven goederenvervoer
De Oost-Nederlandse overheden onderschrijven de plannen om het personenvervoer uit te breiden, maar zijn tegen de uitbreiding van het spoorgoederenvervoer. Zij verwachten dat dit te veel overlast veroorzaakt langs het spoor en dat de veiligheid en bereikbaarheid van aanwonenden niet kan worden gewaarborgd. Er moet ook voldoende spoorcapaciteit beschikbaar blijven voor regionaal openbaar vervoer. Regiobestuurder Theo Schouten (Twente): "De treinreizigers mogen niet de dupe worden van de uitbreiding of verplaatsing van het goederenvervoer".
Beter benutten
De provincies vinden samen met de gemeenten en regio's de uitbreiding van het goederenvervoer niet nodig zolang het vervoer over water en de Betuweroute nog niet volledig wordt benut. Zij hebben met de minister afgesproken om alternatieven te onderzoeken en hebben er tijdens het overleg van maandag bij de minister op gehamerd deze onderzoeken grondig uit te voeren. "De minister moet niet vooruitlopen op deze onderzoeken door besluiten te nemen over andere delen van het PHS" aldus Overijssels gedeputeerde Ineke Bakker. "De afspraken die de minister vorige week heeft gemaakt over de verbetering van de Duitse spoorverbindingen moeten de intensivering van het goederenverkeer over de Betuweroute mogelijk maken. Het is zaak nu ook verder te kijken naar de capaciteit op het water" .
De minister heeft toegezegd de uitkomsten van de verschillende onderzoeken en de uitwerking van de Tweede Kamermoties in samenhang te bezien. Dit houdt in dat het vervoer over water en het maximale gebruik van de Betuweroute in de besluitvorming meegenomen gaan worden. Minister Schultz zal eerst met Oost-Nederland rond de tafel gaan zitten alvorens ze een voorstel aan de Tweede Kamer voorlegt.