Rijksoverheid


22 november 2011

Antwoord op vragen over voortgangsrapportage EHS en ILG

Geachte Voorzitter,

Bijgaand ontvangt u de antwoorden op de vragen die u gesteld heeft over de vierde voortgangsrapportage groot project Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en de voortgangsrapportage Investeringsbudget Landelijk Gebied, rapportagejaar 2010, ten behoeve van het algemeen overleg Decentralisatie Natuurbeleid op 24 november 2011.


1. Kan de staatssecretaris de ontbrekende figuur 2 alsnog leveren, waarin de indicatieve ligging van de EHS op 31 december 2011 wordt weergegeven? Figuur 2 ontbreekt niet maar er staat een typefout bij de legenda: dit is een kaart met de indicatieve ligging van de EHS op 31 december 2010 en niet 2011, zoals nu vermeld staat. De kaart waar u om vraagt is gebaseerd op realisatie van de EHS in 2011. 2. Kan de staatssecretaris een overzicht geven van de cijfers in 2010 op basis van de oude definitie (functieverandering opgeteld bij beheer)? En kunt u dit eveneens doen van de situatie in 2009 op grond van de nieuwe definitie (functieverandering opgeteld bij inrichting) zodat de Kamer in staat wordt gesteld zich een oordeel te vormen over de mate van progressie en de verschillen ten opzichte van vorig jaar? Vóór Natuurmeting op Kaart 2010 (NOK 2010) was het niet mogelijk om functieverandering te onderscheiden naar verwerving, inrichting en beheer. Dankzij NOK 2010 is dit onderscheid wel te maken en is de informatievoorziening verbeterd. Door de verbeterde methode is vergelijking met voorgaande jaren niet mogelijk.

3. Waarom zijn de cijfers in de ILG-rapportage niet gebaseerd op de Natuurmeting op Kaart, zoals was afgesproken met de provincies? Met het verschijnen van het regeerakkoord in 2010 hebben rijk en provincies geanticipeerd op de decentralisatie van het natuurbeleid van rijk naar provincies. Er is voor de ILG-rapportage gekozen om niet een grote investering te doen in het ombouwen van de meetmethode (PEIL) naar Natuurmeting op Kaart (NOK). 4. Kan de staatssecretaris ook recentere gegevens over de effecten van EHS aanleveren? Zo nee, waarom niet? Nee, er wordt niet vaker gemeten omdat we jaarlijks rapporteren conform afspraken met de Tweede Kamer. 5. Waarom spreekt de staatssecretaris zich positief uit over de natuurkwaliteit en in het bijzonder vermindering van de milieudruk, terwijl op grond van dezelfde grafieken bij de 3e voortgangsrapportage nog een grote inspanning vereist werd van het Rijk en de provincies voor een verbetering van de milieucondities? In de vierde voortgangsra pportage EHS over 2010 geef ik enerzijds aan dat 40% van het natuurareaal op land een redelijke tot goede natuurkwaliteit heeft. Anderzijds geef ik aan dat er nog steeds sprake is van een afname van biodiversiteit in heide en open duingebieden en dat planten en dieren in agrarisch gebied onder druk staan. Over de vermindering van milieudruk geef ik aan dat de aanvankelijke daling ervan zich de afgelopen jaren niet heeft doorgezet. Daarmee is inderdaad nog een grote beleidsinspanning noodzakelijk die ik ook met provincies heb afgesproken in het Onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur. 6. Hoe verhoudt die uitspraak zich tot het feit dat de provincies nagenoeg geen prestaties over de milieucondities konden leveren? Waarom kon dat niet? Uit mijn beschrijving over natuurkwaliteit blijkt dat de natuurkwaliteit nog niet overal op orde is (zie antwoord op vraag 5). In de ILG rapportage geef ik redenen voor de achterblijvende realisatie van milieudoelen (pagina 8). 7. Welk beleid omt rent verdroging, vermesting en versnippering (belangrijke factoren die de milieucondities van natuurgebieden negatief beïnvloeden) is de verantwoordelijkheid van het Rijk en welke die van de provincies? Met het decentralisatieakkoord komt de verantwoordelijkheid voor natuur bij de provincies te liggen, ook de aanpak van verdroging, vermesting en versnippering van natuurgebieden. De rijksoverheid behoudt ook een rol en verantwoordelijkheid, bijvoorbeeld ten aanzien van het generieke (milieu-)beleid en de Programmatische Aanpak Stikstof. Het ministerie van IenM zal de knelpunten tussen de EHS en bestaande rijksinfrastructuur wegnemen die vanuit zijn budget in het kader van het Meerjarenprogramma Ontsnippering (MJPO) tot en met 2018 staan geprogrammeerd.

8. Waarom zijn er nog geen gegevens over de agrarische gebieden en ontbreekt daar een integrale monitoring? Op dit moment bevindt de monitoring zich in de overgang van Programma Beheer naar de SNL. In het kader van de decentralisatie wordt de monitoring verder ingeregeld in overleg tussen de provincies en EL&I. 9. Welke rol en verantwoordelijkheden zijn er neergelegd bij het Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer (SNL) en wat heeft dat tot nu toe opgeleverd qua monitoring? De SNL is een provinciale verordening. De gehele verantwoordelijkheid voor de SNL, inclusief de monitoring, ligt bij de provincies. De monitoring in de overgang van Programma Beheer en de SNL wordt nu door de provincies ingeregeld. 10. Waarom voorziet de staatssecretaris de voortgangsrapportage niet van een totaaloordeel in algemene zin hoe het staat met de verschillende onderdelen en of het project op koers ligt? (NB: een beleidsoordeel is meer dan alleen een opsomming van cijfers) Kunt u dat alsnog doen? Een algemeen oordeel vindt u bij het hoofdstuk samenvatting en conclusies en een oordeel per onderdeel vindt u in de hoofdstukken 3 tot en met 8. De reikwijdte van deze oordelen wordt beperkt door de ILG-systematiek die er op gericht was om provincies in een periode van zeven jaar, de looptijd van de ILGbestuursovereenkomst, in de gelegenheid te stellen om het beschikbare budget uit te geven aan (met name) de realisatie van de EHS en daarmee behoud en herstel van biodiversiteit. De EHS-voortgangsrapportage is geen verantwoordingsrapportage, maar maakt gebruik van bestaande informatiestromen om de jaarlijkse voortgang weer te geven. De midtermreview halverwege en het einde van de ILG-periode waren de (beoogde) momenten voor evaluatie en oordeel. 11. Kan de staatssecretaris de Kamer de provinciale accountantsverklaringen bij de ILG voortgangsrapportage toesturen? Ja, ik zal deze accountantsverklaringen aan u toesturen. 12. Klopt het dat alleen de financiële voortgangsinformatie van de ILGrapportages zijn beoordeeld door een accountant en niet de niet-financiële beleidsinformatie? Waarom niet? Ja dat klopt. Het Comité van Toezicht beoordeelt de ILG prestaties en rapporteert hier binnenkort over. Ik zal u deze rapportage toesturen. 13. Kan de staatssecretaris inzicht geven, bij voorkeur in een tabel, in de huidige omvang (inclusief onderscheid in de verschillende functies: dus hoeveel ha. is aangewezen, verworven/gekocht, ingericht en wat nog resteert) en kwaliteit van EHS-gebieden (natuurkwaliteit/soortenbescherming/milieudruk) per provincie gekoppeld aan de beschikbare middelen per provincie?

Ik informeer u als staatssecretaris over de landelijke voortgang van de EHS. De totale samenhang van de door u gevraagde onderdelen kan ik niet leveren. Wel kan ik u de provinciale rapportages en / of de rapportage Natuurmeting op Kaart 2010 sturen waar per provincie de verworven, ingerichte en in beheer genomen hectares in 2010 worden weergegeven en de beschikbare middelen daarvoor. 14. Kan een overzicht per provincie worden gegeven van de totale verplichtingen en hoeveel middelen beschikbaar zijn gesteld aan de Provincies en wat hier mogelijk nog van resteert? U vraagt naar een uitwerking van het Onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur. Ik kan geen overzicht per provincie geven. De provincies maken binnen de kaders van het onderhandelingsakkoord onderling afspraken. Zie verder het antwoord bij vraag 16. 15. Deelt de staatssecretaris de constatering dat de status van een groot project op gespannen voet staat met de afspraken uit het onderhandelingsakkoord natuur? Ja, dat b en ik met u eens. De controlerende taak ten aanzien van de naar de provincies te decentraliseren onderdelen van het natuurbeleid, berust bij Provinciale Staten. Gedeputeerde Staten leggen openbaar politieke verantwoording af aan de Provinciale Staten. Daarbij is het Rijk onder meer verantwoordelijk voor een adequate omzetting van de internationale verplichting in de wettelijke kaders van het Rijk, voor de aanwijzingsbesluiten voor Natura 2000-gebieden en voor een aantal besluiten waarbij rijksbelangen in het geding zijn. Uw Kamer behoudt ten aanzien van de resterende rijksverantwoordelijkheid voor het natuurbeleid uiteraard zijn controlerende taak. Ik denk dat de status `groot project' die uw Kamer aan de EHS heeft toegekend in het licht van de decentralisatie heroverweging verdient. 16. Wat is restant ILG vanaf nu tot 2014 en is dat toereikend om de nieuwe afspraken uit te voeren? Het onderhandelingsakkoord spreekt niet over een restant ILG 2011 tot en met 2013. Wel heb ik met de provincies afspraken gemaakt over de inzet van resterende ILG middelen ter financiering van beheer en harde juridische verplichtingen. 17. Welke garantie heeft de Kamer dat het ILG-geld en de gelden uit het provinciefonds straks aan EHS worden besteed, gezien het feit dat deze gelden niet geoormerkt worden, maar in een algemene uitkering van het Provinciefonds terechtkomen? De verantwoordelijkheid voor de herijkte EHS ligt bij provincies. Provincies zijn autonoom in de aanwending van de middelen in het Provinciefonds. De garantie volgt uit het onderhandelingsakkoord natuur. In het akkoord is afgesproken dat provincies beschikbare middelen gericht zullen inzetten op het realiseren van de internationale verplichtingen via afronding van de herijkte EHS en het voeren van adequaat beheer. De controlerende taak ligt bij Provinciale Staten.

18. Welke openeinderegelingen worden er dichtgeschroeid? Het gaat hier om de tegemoetkoming in landbouwschade door beschermde inheemse dieren en eventueel de subsidie voor ganzenfoerageergebieden. 19. Wordt er straks nog inzet gepleegd op onderwerpen als `milieukwaliteit' en `robuuste verbindingen'? Zo nee, heeft de staatssecretaris dan een goed beeld van de gevolgen daarvan op de EHS? Op robuuste verbindingen wordt als gevolg van het regeerakkoord geen rijksinzet meer gepleegd. Het verbeteren van de milieukwaliteit is onderdeel van de herijkte EHS. Deze is gekoppeld aan de in het onderhandelingsakkoord opgenomen ontwikkelopgave van 17.000 ha. verwerving/functieverandering en 40.000 ha. inrichting en aan het beheer van de EHS. Provincies geven hierbij op basis van het onderhandelingsakkoord prioriteit aan internationale verplichtingen: Natura 2000/Programmatische Aanpak Stikstof (PAS), Kaderrichtlijn Water (KRW) en soortenbescherming. Daarnaast is in het akkoord opgenomen dat ove r hydrologie nadere afspraken worden gemaakt. In het akkoord is ook de afspraak opgenomen dat Rijk en provincies een eenvoudige monitoringsystematiek uitwerken, die niet verder gaat dan de rapportageverplichting van het rijk aan de Europese Commissie. 20. Hoe gaat de `eenvoudige monitoringssystematiek' eruit zien? Wanneer is die gereed en wanneer wordt de Kamer erover geïnformeerd? De provincies en rijk werken nu aan de implementatie van de monitoringssystematiek in het kader van de decentralisatie. Het kenmerk hiervan is dat alleen de uit hoofde van de internationale rapportages noodzakelijke gegevens worden verzameld. De gegevens worden gebruikt door EL&I voor de verplichte rapportages aan de Europese Commissie. 21. Hoe wil de staatssecretaris de betrouwbaarheid van de toekomstige rapportage over het natuurbeleid die ze namens het Rijk aan de Europese Commissie aanbiedt waarborgen, mede gezien het feit dat informatie uit de huidige EHS voortgangsrapportages aan de Kamer niet is geaccordeerd door een accountant? De rapportages aan de Europese Commissie zijn en blijven inhoudelijk van aard en gericht op het monitoren van biodiversiteit. Er is geen sprake van financiële verantwoording en dus geen accountantsverklaring vereist.

22. Welke instrumenten heeft de staatssecretaris tot zijn beschikking om de provincies bij teleurstellende resultaten aan te spreken (nu en na de decentralisatie)? Indien een provincie taken in medebewind niet naar behoren vervult kan zij hierop worden aangesproken door het Rijk. Op grond van de Provinciewet heeft het Rijk in het kader van interbestuurlijk toezicht drie instrumenten tot zijn beschikking om te sturen in de taakvervulling van de provincies. Het Rijk kan besluiten van een provincie schorsen of vernietigen indien er sprake is van strijd met het recht of het algemeen belang. Bij taakverwaarlozing door een provincie kan het Rijk "indeplaatstreden" en zo de naar zijn oordeel benodigde maatregelen treffen. Overeenkomstig de door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties samen met de andere overheden ontwikkelde interventieladder zal het Rijk voorafgaand aan de inzet van deze instrumenten eerst het overleg met de betrokken provincie aangaan.

dr. Henk Bleker Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie