Rijksvoorlichtingsdienst

Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, beschermer van burgerlijke rechten en vrijheden

Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens speelt een belangrijke rol in het toezicht op de naleving van mensenrechten in alle lidstaten van de Raad van Europa. Regeringen van lidstaten, waaronder Nederland, moeten ervoor zorgen dat het Hof in onafhankelijkheid tot een oordeel over individuele klachten kan komen. Voorstellen die de toegang van klagers tot het Hof beperken verdienen geen ondersteuning. Het zou goed zijn te onderzoeken waarom het aandeel van Nederland in de verzoeken tot het treffen van een voorlopige maatregel en de toewijzing daarvan relatief hoog is. Dit stelt de AIV in het vandaag verschenen advies over het Europese Hof voor de Rechten van de Mens.

Al geruime tijd heeft het Hof te maken met een groeiend aantal klachten. Inmiddels is een grote achterstand ontstaan in de behandeling van klachten. Diverse maatregelen hebben dat probleem onvoldoende kunnen oplossen. Minister Opstelten heeft in een brief van 3 oktober jl. aan beide Kamers van de Staten-Generaal voorstellen gedaan tot verbetering van het functioneren van het Hof. De AIV heeft waardering voor een aantal van deze voorstellen; de AIV is het eens met de regering dat het subsidiariteitsbeginsel een belangrijke pijler van het EVRM-systeem is en dat de efficiëntie van de werkprocessen van het Hof een belangrijke voorwaarde is voor het terugdringen van de werklast. De AIV heeft echter ook een aantal punten van zorg ten aanzien van een aantal voorstellen van de regering.

Het subsidiariteitsbeginsel brengt mee dat de primaire verantwoordelijkheid voor naleving van mensenrechten ligt bij de lidstaten zelf, maar als een individu meent dat zijn rechten zijn geschonden en hij geen gehoor krijgt bij de nationale rechter, kan hij een beroep doen op het Hof. De AIV benadrukt in het advies dat het Hof van belang is voor alle lidstaten van de Raad van Europa, ook al betreffen de meeste klachten landen in Midden- en Oost-Europa. In het recente verleden hebben uitspraken van het Hof geleid tot aanpassing van de rechtspraak en de wetgeving in Nederland. Het Hof heeft eveneens grote betekenis voor West-Europese landen.

Bij klachten over het recht op bescherming van het leven of het verbod van foltering en onmenselijke of vernederende behandeling kan, indien anders onherstelbare schade dreigt, desgevraagd een voorlopige maatregel worden getroffen voordat een beslissing is genomen in de hoofdzaak. Doorgaans gaat het om uitzetting van een asielzoeker. Terwijl het aantal klachten dat tegen Nederland wordt ingediend gemiddeld circa één procent van het totaal bedraagt, is het aandeel van Nederland in de verzoeken tot het treffen van een voorlopige maatregel in de periode 2008 tot en met 2010 sterk gegroeid en relatief hoog, namelijk ongeveer 10%. In de periode januari tot en met medio oktober van dit jaar heeft het Hof oHof14% van de verzoeken om een voorlopige maatregel tegen Nederland toegewezen. De AIV acht nader onderzoek naar de oorzaken van het relatief grote aantal verzoeken en toewijzingen tegen Nederland op zijn plaats. Zonder nader onderzoek lijken de voorstellen van de regering om de procedure rond de voorlopige maatregelen te verbeteren onvoldoende te zijn.

De AIV is het eens met de regering over de belangrijke rol van het Comité van Ministers (CM). Zo moet het CM lidstaten aanspreken op de correcte implementatie van arresten van het Hof; daar ligt een belangrijke rol voor het Comité van Ministers. Wel plaatst de AIV een vraagteken bij het voornemen van de regering te pleiten voor een meer actieve rol van het Comité. Voorkomen moet in elk geval worden dat het Comité van Ministers aanwijzingen aan het Hof zou geven die op gespannen voet staan met de onafhankelijke positie van het Hof.

De AIV spreekt in het advies zorg uit over drie voorstellen van de regering om de toegang tot het Hof te beperken teneinde aan de groeiende werklast een halt toe te roepen. Die voorstellen zijn: het beboeten van klagers die meermalen een kennelijk ongegronde klacht indienen, het nemen van (disciplinaire) maatregelen tegen advocaten in situaties die gekwalificeerd moeten worden als misbruik van recht en de invoering van een griffierecht.

Noot voor redacties (