Rijksoverheid

Toespraak staatssecretaris De Krom bij bijeenkomst Divosa

Toespraak | 24-11-2011

Op 24 november 2011 sprak staatssecretaris De Krom de onderstaande toespraak uit

Dames en heren,
Allereerst heel veel dank voor de uitnodiging om hier vandaag bij u te gast te zijn. Ik waardeer dat zeer.

Het thema vandaag is maximaal vermogen. Dat heeft voor mij een dubbele betekenis. Het betekent dat we mensen de kans moeten geven hun arbeidsvermogen maximaal te benutten. Dat is het doel van de Wet werken naar vermogen. En om dat doel te bereiken zullen u en ik er de komende tijd hard aan moeten trekken: met maximaal vermogen, in de hoogste versnelling. Ik ben mij er heel goed van bewust dat er in korte tijd veel op u af komt. Ik onderschat dat niet. Maar ik weet ook dat er overal, ook bij de sociale diensten, heel veel energie is en urgentie wordt gevoeld om nóg meer mensen aan de slag te krijgen. Velen van u zijn daar dagelijks nu al heel hard mee bezig.

Laat mij u vertellen waarom ik voor dit introductiefilmpje heb gekozen. Ik heb die mensen van Ergon een paar weken geleden ontmoet bij een werkbezoek aan Daf (Trucks) in Eindhoven. Ik was onder de indruk. Omdat het zo'n positieve energie uitstraalt. Als je al die mensen bezig ziet, dan spat de zin om aan het werk te gaan er vanaf. Alleen als je het bedrijf Ergon kent, denk je: `Hé, dat zijn blijkbaar SW'ers...' Zonder het embleem van sw-bedrijf Ergon zou je dat niet zo gauw denken. En dat is in de praktijk vaak het probleem. Mensen met een arbeidsbeperking krijgen te snel een etiketje opgeplakt, waardoor andere mensen denken: `O, daar is blijkbaar iets mis mee!' En daar moeten we van af. Omdat we ons dat niet meer kunnen permitteren. Sociaal niet, maar ook economisch en financieel niet. Het roer moet om. We moeten van een sociaal stelsel dat soms mensen apart zet, naar een systeem dat mensen motiveert, prikkelt, erbij haalt en aanspreekt op hun verantwoordelijkheid. Wie dat niet doet neemt mensen niet serieus en schrijft ze af. Het zieligheidsdenken moet de deur uit. We moeten zorgen dat mensen niet wegdraaien in een uitkering, maar naar vermogen meedraaien in een baan.

Ik denk dat ik hier, in deze zaal vol deskundigen, niet hoef te vertellen wat de WWNV is. U bent op de hoogte van de hoofdlijnen. Collega's van SZW hebben dat onlangs op een aantal druk bezochte bijeenkomsten in het land nog eens toegelicht. Dat zullen wij de komende periode ook blijven doen. U weet dat er met de WWNV er één brede voorziening komt voor iedereen met arbeidsvermogen. Met zoveel mogelijk gelijke rechten en plichten. Het stelsel wordt meer activerend. Wie kan werken, moet werken. Over werkweigering, niet willen, niet of onvoldoende meewerken aan re-integratie of nog erger, fraude, kan ik kort zijn. Daarvoor is wat mij betreft geen ruimte. Solidariteit betekent voor mij niet alleen solidair zijn met degenen die hulp nodig hebben, maar ook met degenen die het geld daarvoor opbrengen. Die moeten er blind van uit kunnen gaan dat hun belastinggeld alleen wordt besteed als dat echt noodzakelijk is. Tegenover het recht op hulp en ondersteuning als dat nodig is, staat de plicht er geen gebruik van te maken als die noodzaak er niet is. Alleen zo behouden we het draagvlak en de betaalbaarheid van onze sociale zekerheid in de toekomst.

De gemeenten worden verantwoordelijk voor de uitvoering. Dat lijkt mij een logische keuze. Zij staan het dichtst bij de mensen zelf en de lokale arbeidsmarkt. De gemeenten zijn, of worden binnenkort, ook verantwoordelijk voor jeugdzorg en begeleiding vanuit de AWBZ. Die decentralisaties bij elkaar zal gemeenten in staat stellen in de hele keten zorg /onderwijs /arbeidsmarkt een samenhangende/integrale aanpak te ontwikkelen in de hele keten. Het zal niet eenvoudig zijn om dat te realiseren, maar het biedt wel geweldige kansen. Gemeenten hebben er niet voor niets ook zelf om gevraagd. Met de uitvoering van de WWB hebben de gemeenten ook bewezen dat we de uitvoering van de WWNW aan hen kunnen toevertrouwen.

Maar daarmee zijn we er niet. Ik zei al, veel fundamenteler is de noodzakelijke mentaliteitsverandering. We moeten ons niet blindstaren op de beperkingen van mensen, maar oog hebben voor hun talenten. Dat geldt zeker voor werkgevers, want zij hebben de banen. Werkgevers mogen ons aanspreken op onze verantwoordelijkheid om het voor hen goed te organiseren. Maar omgekeerd geldt dat wij werkgevers ook mogen aanspreken op hun bereidheid mensen die wat verder van de arbeidsmarkt af staan kansen te bieden. Waarom? Omdat het maatschappelijk verantwoord is om dat te doen. Maar vooral omdat het in hun eigen belang is iedereen erbij te halen gelet op de grote tekorten op de arbeidsmarkt die eraan zitten te komen.

Werkgevers doen overigens al het nodige. Uit onderzoek (van Cedris) blijkt dat bij bijna vier op de tien werkgevers (37%) al mensen werken uit de sociale werkvoorziening, de Wajong of de bijstand. Van de werkgevers die dat nog niet hebben gedaan, denkt één op de vier dat de komende jaren wel te doen. We zien ook dat er in steeds meer cao's afspraken worden gemaakt over het aannemen van mensen met een arbeidsbeperking. Werkgevers zullen het vanzelfsprekend moeten gaan vinden dat mensen die op afstand staan van de arbeidsmarkt - inclusief die met een arbeidsbeperking - meedraaien in de organisatie.

Maar er kan en er moet veel meer gebeuren. Daarvoor zijn kansen genoeg. Als we ze maar zien. In Nederland zijn meer dan een half miljoen mensen afhankelijk van een uitkering die wel wíllen werken maar de kans niet krijgen, of kunnen werken maar het niet doen. Hoe is het dan mogelijk, vraag ik mij af, dat we tegelijkertijd duizenden arbeidskrachten uit het buitenland hier naartoe halen, óók om laaggekwalificeerde arbeid te doen? Hoe kan het dan dat we mensen uit Oost-Europa hier naartoe halen om bijvoorbeeld kerstpaketten in te pakken, om te werken in de tuinbouw of in de groenvoorziening? Werk dat ook mensen uit de bijstand of de wsw prima kunnen doen. Ik citeer directeur Richard van Roon van modeketen Piet Zoomers op de vraag waarom hij geen "blik arbeidsmigranten" open trekt maar in plaats daarvan mensen uit de wsw aanneemt: "In alle nieuwe mensen moet je extra energie steken, of het nou Polen zijn of uitzendkrachten of mensen die door UWV of de sociale dienst worden gestuurd. Laatstgenoemden hebben vaak helemaal geen zin in dit werk. SW'ers zijn in mijn beleving makkelijker te motiveren. Het is bovendien fascinerend om te zien hoe mensen ondanks beperkingen boven zichzelf uitgroeien". Jumbo-filiaalhouder Kees de Reuver in Utrecht , waar nu 18 sw'ers werken, bevestigt dat: "Iedereen is er beter van geworden. De mensen die naar buiten moesten maar geen werk konden vinden, hebben een leuke baan en groeien daarin. Ze zijn apetrots dat ze bij Jumbo werken. Voor mij is het mooi, want ik kon geen hulpkrachten vinden". En zo kan ik uit eigen waarneming nog wel meer voorbeelden noemen. Bij Nuon, Mediamarkt, Daf, Vacuvin en vele anderen. Zonder anderen tekort te willen doen. En zo is het ook in mijn beleving. Als je met mensen uit de sw praat die hun draai bij een gewone werkgever hebben gevonden, dan zijn er geen méér gemotiveerde en trotse medewerkers te bedenken. Waarom we zo lang een systeem in de lucht hebben gehouden dat velen van hen onnodig lang van een volwaardige werkomgeving hebben weggehouden is mij eigenlijk een raadsel.

Met de WWNW krijgen gemeenten nieuwe instrumenten in handen om werkgevers te stimuleren om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. Ik weet dat de gedachte erachter, ook bij u, breed wordt ondersteund. Of zoals de heer Paas zegt: "Het is slim om mensen minder afhankelijk te maken van de sociale zekerheid. Die gedachte zie je terug in "Werken naar Vermogen". Maar ik weet ook dat er kritiek is op de daarbij horende bezuinigingen. Of zoals de heer Paas zegt: "Dom bezuinigen is de kans verkleinen dat mensen aan het werk komen. Dat doet het kabinet door hard te bezuinigen op de re-integratiemiddelen en op de vergoeding voor de sociale werkvoorziening." De kwalificatie "dom" laat ik maar even voor wat die is.

Maar laat ik het volgende daarop zeggen. Die noodzaak tot bezuinigen is er en daar loop ik niet voor weg. Hoe vervelend de keuzes die erbij horen soms ook zijn. Maar ik pas ervoor om te hoge overheidsschulden voor ons uit te schuiven. Hoe langer we wachten met ingrijpen, hoe hoger de rekening wordt. Dat SZW daar zijn bijdrage aan moet leveren vind ik volkomen logisch gelet op ons substantiële aandeel in de totale Rijksuitgaven.

Punt twee. Geld is voor de sw sector nooit het probleem geweest. Maar is het daardoor een succes geworden? Nee. De uitstroom naar reguliere arbeid is nog geen 5%. Terwijl meer dan de helft de indicatie "begeleid werken"heeft. De conclusie kan geen andere zijn dan dat de sw in plaats van een springplank een fuik is geworden. Hetzelfde geldt voor de Wajong. Bovendien zie ik dat er nu overal in het land op een enorm goede en zorgvuldige manier wordt nagedacht over de toekomst van de sw bedrijven, ook in het licht van de aankomende hervormingen. Chapeau voor al degenen die deze handschoen met zoveel energie oppakken!

Punt 3. Uit het rapport van de commissie Westerlaken blijkt niet alleen de noodzaak tot hervorming van de sw sector, maar ook welke mogelijkheden er zijn. En dat het op termijn met de beschikbare middelen moet kunnen. Westerlaken wijst overigens óók op de financiële risico's in de transitieperiode, maar daar hebben wij nu juist de herstructureringsfaciliteit met 400 mln. Voor in het leven geroepen.

Punt 4. Bij de effectiviteit van de re-integratiebudgetten kunnen nogal wat vraagtekens worden geplaatst. Zoals de Tweede Kamer ook met grote regelmaat doet. Een kwart van het budget zit nog vast in gesubsidieerde banen, terwijl het Rijk dat beleid al jaren geleden heeft afgeschaft. Uit onderzoek blijkt dat diagnosestelling beter kan. Ook zijn trajectduur en kosten veel hoger bij gemeenten dan bij het UWV. Ook daar is dus nog winst te behalen. Al eerder kortte het Rijk op re-integratiebudgetten, terwijl in dezelfde periode de uitstroom naar werk steeg. In Duitsland werden de re-integratiebudgetten gekort met 2/3, zonder dat dat aantoonbaar effect had op de werkloosheid.

Kortom: het zal niet makkelijk zijn. Vanzelf gaat het niet. Maar er is wel heel veel mogelijk. We zullen ervoor moeten zorgen dat iedereen die kan werken aan het werk gaat, daartoe meer prikkels in het systeem inbouwen, zorgen dat werken meer lonend wordt, de sw en de Wajong moeten hervormen, scherpere keuzes maken en het budget effectiever en doelmatiger inzetten, het voor werkgevers beter organiseren en werken ook mogelijk maken voor degenen die niet zelfstandig het WML kunnen verdienen. Dat laatste doen we via loondispensatie. Ziehier kort samengevat mijn agenda voor de komende periode. Als we dat allemaal doen, de kansen zien en grijpen, ben ik ervan overtuigd dat we meer mensen aan de slag krijgen voor minder geld. Het is misschien een huzarenstukje, maar al eerder heeft u laten zien dat u het kunt: kijk naar de effecten van de WWB 2004. Ook toen was er kritiek, maar gevolg was wel dat de instroom in de regelingen daalde en de uitstroom naar werk steeg. Op die weg moeten wij voort en ik ben ook vastbesloten dat te doen.

Het is onze inzet dat de WWNV 1 januari 2013 van kracht wordt, maar het is verstandig om al eerder met de voorbereiding te beginnen. Het liefst zo snel mogelijk. Ik ben er heel enthousiast over dat Divosa en VNG daar nu al aan werken. Het getuigt van verantwoordelijkheidsgevoel. Ondanks het feit dat er niet altijd onverdeeld enthousiasme is over het kabinetsbeleid op dit terrein.
Ik ga u daar actief bij ondersteunen. Dat doe ik niet alleen, maar samen met Divosa.
Divosa zorgt ervoor dat er zes regionale teams komen. Ik stel daarvoor de financiële middelen beschikbaar. Ook UWV en de sw-bedrijven doen mee.
Wat gaan we doen? Er komen zes regioteams. In elk team zitten mensen uit uw regio. Divosa zoekt daarvoor mensen die hun regio goed kennen, die kennis van zaken hebben - ook van de Wsw - en u dus goed kunnen ondersteunen.

Die teams gaan het volgende doen. Ze zorgen ervoor dat u goed op de hoogte blijft van de ontwikkelingen met de WWNV, maar ook van de wijzigingen in de WWB. Ze stellen u in staat om kennis en ideeën onderling uit te wisselen. De teams sporen knelpunten op en denken met u mee over mogelijke oplossingen.
Collega's van mijn ministerie gaan in de teams meedraaien. Zo krijgt u direct de informatie vanuit Den Haag en blijf ik goed op de hoogte van de voortgang - en de knelpunten - bij u. Als het nodig is, kan ik ook snel mijn collega's van VWS en OCW erbij betrekken, want u krijgt niet alleen te maken met de WWNV, maar ook met de decentralisaties in de AWBZ, Wet maatschappelijke ondersteuning en de Jeugdzorg. Ik heb veel contact met mijn collega's om ervoor te zorgen dat maatregelen op elkaar aansluiten. De VNG zal daarbij natuurlijk nauw worden betrokken.

Met de invoering van de WWNV gaat er niet alleen veel veranderen voor de mensen die bij de sociale dienst aankloppen, maar ook voor de mensen die bij de sociale dienst werken. Voor u dus. Er wordt een andere dienstverlening en een andere bedrijfsvoering verwacht. Effectiever. Dat gaat niet zomaar. Dat vraagt om extra inzet en om extra investeringen in deskundigheid en doelmatigheid. Het is daarom toe te juichen dat Divosa en VNG het initiatief hebben genomen om het vakmanschap van sociale diensten een extra impuls te geven. Met een praktische aanpak die tot aantoonbaar beter resultaten bij de re-integratie moet leiden.

Ik vind dat een uitstekend plan en heb dan ook besloten het financieel te ondersteunen. Voor een periode van drie jaar stel ik in totaal twee miljoen euro beschikbaar. Dat lijkt mij een uitstekende investering, want ik verwacht dat sociale diensten in de toekomst een veelvoud van dat bedrag kunnen besparen. Investeren in vakmanschap loont. Straks spellen we sociale dienst met de "s" van slagvaardig en de "d" van doelmatig. De sociale diensten zullen straks nog beter in staat zijn om mensen naar werk te leiden. De re-integratie wordt meer resultaatgericht. Het beschikbare budget wordt gebruikt voor mensen die het echt nodig hebben; door kwalitatief hoogwaardige intake, diagnose en handhaving.
Mensen moet zich ervan bewust zijn dat je niet zomaar een uitkering krijgt. Het niet meewerken aan re-integratie moet consequent worden bestraft. Fraude en oneigenlijk gebruik zullen harder worden aangepakt. Agressie tegen medewerkers van de sociale dienst zal niet worden getolereerd.
Ik weet dat we met de invoering van de WWNV een enorm beroep doen op uw aanpassingsvermogen. Daarom waardeer ik het des te meer dat u hier bent en laat zien dat u bereid bent er het beste van te maken. Dat waardeer ik ook in de opstelling van uw voorzitters, Annemarie Jorritsma en René Paas. Zij kijken vooruit. Dat is een instelling waar mensen op zitten te wachten: bestuurders die met elkaar aan de slag gaan om te zorgen dat mensen die zorg nodig hebben de zorg krijgen waaraan ze behoefte hebben en te stimuleren dat mensen die kunnen werken ook werken.

Samen moeten we werken aan een effectieve overheid die gemeenschapsgeld zuinig en zorgvuldig gebruikt. Van iedere euro die we uitgeven moeten mensen weten dat die goed wordt besteed. Van mensen zelf verwachten wij dat ze het maximale doen om aan het werk te komen. Van ons mogen zij verwachten dat we hulp en ondersteuning bieden als het echt moet. Maar ook dat wij gemeenschapsgeld alléén inzetten als het echt niet anders kan.
Dames en heren, waar een wil is, is werk. En wat is er mooier, u weet dat als mensen uit de praktijk als geen ander, om iemand weer op weg te helpen naar werk, naar volwaardig meedraaien in de samenleving, naar zelfstandigheid en eigenwaarde. Daar doen we het allemaal voor. Laten we zorgen dat mensen niet wegdraaien in een uitkering, maar meedraaien in een baan.