Adfiz


AFM interpretatie inzake terugboekrisico is onjuist

De AFM stelde in haar consumentennieuwsbrief en de Financiële dienstverlenernieuwsbrief van oktober dat het bij de klant in rekening brengen van terugboekprovisie erop neer komt dat de klant moet betalen voor inspanningen die (nog) niet verricht zijn. Deze suggestie van de AFM staat haaks op zowel de wettelijke regelingen als op de praktijk. AFM suggereert onterecht dat consumenten dubbel zouden moeten betalen. Adfiz en OvFD hebben AFM direct gevraagd om het bericht te rectificeren, omdat het bericht het imago van het intermediair onterecht schade toebrengt.

Wat is hier nu concreet aan de hand. De tussenpersoon adviseert een klant en bemiddelt bij het sluiten van de overeenkomst. De vergoeding voor deze activiteiten krijgt de tussenpersoon betaalt door de aanbieder in de vorm van afsluitprovisie. De aanbieder schiet deze betaling voor aan de klant. De klant betaalt via de premie in termijnen deze afsluitkosten af. Wanneer de klant binnen vijf jaar de overeenkomst opzegt, wil de aanbieder van de tussenpersoon een deel van de reeds aan de tussenpersoon betaalde afsluitkosten terug. De klant heeft deze kosten immers nog niet afbetaald aan de aanbieder. De tussenpersoon krijgt daardoor een deel van zijn reeds uitgevoerde werkzaamheden niet betaald. En dat brengt de tussenpersoon dan alsnog direct in rekening bij de klant.

Met haar nieuwsbrief stelt de AFM zich echter op het standpunt dat de afsluitprovisie in zeer belangrijke mate bestemd is voor toekomstige activiteiten van de tussenpersoon. Deze stelling is onjuist. In de praktijk zijn de inspanningen en kosten het grootst bij het afsluiten van een product. Vaak zelfs in de orde van grootte van 80% van de totale kosten over de hele looptijd.

Maar ook recente regelgeving wijst een geheel andere richting dan wat de AFM nu suggereert. Met de invoering van de balansregel per 1 januari 2007 is beoogd om het moment van beloning van de bemiddelaar beter te laten aansluiten op het moment van de inspanningen van de bemiddelaar. De afsluitprovisie is bestemd om te belonen voor de activiteiten (advies en bemiddeling) bij het sluiten van de overeenkomst. Die afsluitprovisie bevat dan ook geen vergoeding voor toekomstige activiteiten. Hiervoor is (conform de doelstelling van de balansregel) (een deel van) de doorlopende provisie bestemd. Het eventueel in rekening brengen van terugboekrisico betreft dus niet meer dan het alsnog vergoed krijgen van geleverde advies- en bemiddelingsdiensten en heeft niets met dubbel betalen te maken. Feitelijk is de terugboekregeling sinds de invoering van de balansregel overbodig geworden en dient geen doel meer.

Adfiz en OvFD kunnen zich niet voorstellen dat de AFM nu werkelijk wil stellen dat de kosten van advies en bemiddeling zo verwaarloosbaar klein zijn, dat zowel de afsluit- als doorlopende provisie vooral dienen als vergoeding voor toekomstige activiteiten. Een rectificatie ligt dan ook voor de hand.
Adfiz en OvFD vinden de onzorgvuldige berichtgeving van AFM kwalijk. Niet alleen is de interpretatie onjuist, maar ook kan door het bericht het onterechte beeld ontstaan als zouden tussenpersonen veelvuldig dubbele rekeningen aan vertrekkende klanten presenteren. Hierdoor wordt het imago van het intermediair onterecht en onnodig geschaad. Het in rekening brengen van het terugboekrisico kan alleen als dit ook uitdrukkelijk met de klant zo is afgesproken en expliciet is vastgelegd. De meeste adviseurs hebben dat niet gedaan en dragen op dit moment daarom zelf geheel het terugboekrisico terwijl dit bedrijfseconomisch eigenlijk onverantwoord is

Die afspraken werden in het verleden nauwelijks gemaakt, maar liggen tegenwoordig meer in de rede. Het is onwenselijk dat de AFM ingrijpt in deze contractsvrijheid. Zeker het komende jaar zullen veel consumenten nog kiezen voor provisie. Veel adviseurs - die steeds vaker ook op feebasis werken - willen bij provisie wel de zekerheid dat zij ook daadwerkelijk voor hun advieswerkzaamheden worden beloond. Hierdoor worden er ook bij provisie steeds vaker aanvullende afspraken gemaakt over de aard van de verrichte initiële werkzaamheden en mogelijke gevolgen bij voortijdige beëindiging van een contract met de consument. Als dit op een transparante wijze is gecommuniceerd en vastgelegd moet dit niet door de AFM als onwenselijk worden beschouwd. Van dubbele betaling is immers geen sprake!

Adfiz en OvFD hebben de AFM hier indringend op aangesproken, maar de AFM was tot op heden niet bereid haar standpunt te rectificeren.