Gemeente Apeldoorn

| | | |

|                                                   | |            |       |
|                                                   | |            |       |
|Pers info                                          | |                     |
|                                                   | |                     |
|                                                   | |                     |
|                             |
|180                   |25-11-2011                  | |                     |
|                      |                            | |                     |
|                      |                            | |                     |
|                      |                            | |                     |
|                      |                            | |                     |
Financieel nadeel van vele tientallen miljoenen
Apeldoorn stelt woningbouwprogramma fors naar beneden bij

Het college van burgemeester en wethouders stelt het woningbouwprogramma fors bij. Op basis van de uitkomsten van extern onderzoek naar behoefteramingen verwachten B en W dat er tot 2020 maximaal 3.900 woningen in Apeldoorn zullen worden gebouwd. Voor de periode 2020 - 2029 gaat de gemeente uit van de bouw van 2.000 woningen. Eerder werd gerekend met substantieel hogere aantallen. De neerwaartse bijstelling heeft grote financiële consequenties voor de gemeente. In een brief aan de gemeenteraad laat het college weten uit te gaan van een eenmalig financieel nadeel op de korte termijn, dat zich beweegt tussen E 55 en de E 80 miljoen. Daarnaast is er een bandbreedte voor de lange termijn in verband met risico's en verplichtingen van tussen de E 20 miljoen en maximaal E 55 miljoen. Het gaat om eenmalige tekorten waarvoor dekking gevonden moet worden. Het college heeft de provincie Gelderland en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verzocht om in 2012 een zogeheten begrotingsscan uit te voeren. Deze scan brengt de financiële problematiek scherp in kaart en levert mogelijk een bijdrage aan het vinden van oplossingen, zo stelt het college in de brief aan de raad. In afwachting van de uitkomsten van deze scan achten B en W het niet opportuun dat de raad op dit moment een zogeheten artikel 12-status aanvraagt.

De aanhoudende negatieve ontwikkelingen op de woningmarkt hebben het college van B en W aanleiding gegeven tot een nauwgezet onderzoek naar toekomstige behoefte aan woningen. Dit onderzoek is verricht door RIGO Research en Advies. RIGO komt in het onderzoeksrapport tot de conclusie dat er in Apeldoorn tot 2020 behoefte is aan tussen de 2.900 en de 4.900 woningen. Dit is substantieel minder dan aanvankelijk geraamd. Voor de periode 2020-2029 verwacht RIGO een woningbehoefte van tussen 1.000 en 3.000. Hoewel naar aanleiding van het provinciale Kwalitatieve Woningbouwprogramma (KWP) er in regionaal verband is afgesproken dat Apeldoorn 4.400 woningen zou mogen bouwen, gaat het college in verband met marktbehoedzaamheid voor de periode 2010-2019 uit van het gemiddelde van de bandbreedte (2.900-4.900), namelijk 3.900 woningen en voor de periode 2020-2029 met de bouw van 2.000 woningen.

Aanpassing van het woningbouwprogramma

Programma op gemeentelijke grond
De keuze van het college voor het behoedzame scenario heeft grote consequenties voor bestaande woningprojecten in de stad. De bijgestelde prognose is dat er op gemeentelijke gronden ca. 1.475 woningen minder gebouwd gaan worden. Het college stelt de raad voor om ca. 850 van die woningen te schrappen in de wijk Zuidbroek. Dit betekent dat er nu ca. 2.400 woningen in Zuidbroek zullen worden gebouwd. Het college is van mening dat er in Zuidbroek ook met dit aantal voldoende 'massa' voorhanden blijft om als zelfstandige wijk te kunnen functioneren. Het college stelt voor om de verworven gronden wel in eigendom te houden. Dit voor het geval de markt, tegen de huidige verwachtingen in, toch weer aantrekt.

Voor de overige te schrappen ca. 625 woningen op gemeentelijke grond wordt gekeken naar een drietal projectgebieden waar binnen dit mogelijk gerealiseerd zou kunnen worden. Het betreft hier de gebieden: Kanaaloevers, Kanaalzone en mogelijk aanvullend schrappen in Zuidbroek. Het spreekt vanzelf dat de uiteindelijke keuze voor de invulling hiervan afhankelijk is van meerdere factoren, zorgvuldig afgewogen dient te worden en grote financiële consequenties heeft (waarmee bij het bepalen van de financiële bandbreedte al rekening mee is gehouden). Het college verwacht daarover in het eerste kwartaal van 2012 met nader uitgewerkte voorstellen te komen.

Programma op grond van marktpartijen
In de komende periode zal in samenwerking met marktpartijen gekeken worden naar de gevolgen voor het programma op hun grond.

Financiële consequenties
Zoals aangegeven heeft de neerwaartse bijstelling van het woningbouwprogramma grote financiële consequenties. Er is veel grond verworven en er liggen de nodige plannen klaar om te worden uitgevoerd. Het is op dit moment niet goed mogelijk om de consequenties exact in beeld te brengen. Hiervoor zijn nadere rekenexercities op projectniveau noodzakelijk. Indicatief leidt de verlaging van de woningbouwproductie tot een nadeel dat zich binnen een bandbreedte van eenmalig E 75 miljoen tot E 135 miljoen beweegt. Van deze bedragen heeft een range van E 20 miljoen tot E 55 miljoen betrekking op risico's en verplichtingen. Financieel-technisch behoren deze toekomstige verplichtingen in verband te worden gebracht met de algemene reserve van het grondbedrijf.

Na aftrek van dit bedrag resteert er een tekort met een bandbreedte van E 55 tot E 80 miljoen. Om het effect op het financieel meerjaren perspectief goed te kunnen inschatten rekent het college met het gemiddelde van E 67,5 miljoen. Eenzelfde benadering is gekozen voor de genoemde risico's en verplichtingen binnen het grondbedrijf (E 20 miljoen tot E 55 miljoen). De algemene reserve van het grondbedrijf moet worden aangevuld om deze risico's af te dekken. Ook hier rekent het college met een gemiddelde van E 37,5 miljoen. In de brief aan de raad stelt het college vast dat er een structurele bezuiniging van indicatief E 17 miljoen nodig is om het eenmalig tekort te kunnen opvangen. Dit komt bovenop de lopende bezuinigingstaakstelling van structureel E 35 mln, waartoe al eerder is besloten.

Begrotingsscan
B en W spreken in de brief aan de raad de verwachting uit dat een tweede forse bezuinigingsronde leidt tot een gemeentelijk voorzieningenniveau dat zich onder het niveau zou gaan begeven van hetgeen onder het regiem van een artikel 12 status door de provinciale toezichthouder en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt aangehouden. Het college stelt dat het technisch gesproken mogelijk is een tweede majeure bezuiniging door te voeren. Daarbij verwacht het college dat een extra bezuinigingsronde van E 17 miljoen leidt tot het sluiten en opheffen van tal van voorzieningen. "Dat heeft tot gevolg dat Apeldoorn niet langer als een aantrekkelijke gemeente wordt ervaren met alle gevolgen voor het vestigingsklimaat en de woningbouwproductie van dien", aldus het college.

Besluitvorming over de aanvraag van een zogeheten artikel 12 status acht het college op dit moment niet aan de orde is. Het college wil eerst de uitkomsten van een in 2012 uit te voeren begrotingsscan afwachten. Deze diepgaande scan wordt uitgevoerd door specialisten van de provincie Gelderland en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Bij de begrotingsscan worden de Apeldoornse eigen inkomsten en uitgaven gespiegeld aan een groep van vergelijkbare gemeenten en aan de zogeheten verdeelmaatstaven en uitgavenclusters van het Gemeentefonds. Het college verwacht met de uitkomsten van de scan een antwoord te krijgen op de vraag of Apeldoorn al dan niet binnen de strenge toelatingscriteria van artikel 12 valt of dat andere maatregelen meer in de rede liggen.

Preventief toezicht
Zoals het college al eerder bekend maakte, heeft de provincie Gelderland het voornemen om Apeldoorn onder preventief toezicht te stellen. De verwachting is dat dit voornemen met ingang van 1 januari 2012 wordt geëffectueerd. Dit betekent dat de provinciale toezichthouder gedurende het begrotingsjaar 2012 over de schouders van het college meekijkt. Elke begrotingswijziging dient ter goedkeuring aan het college van Gedeputeerde Staten te worden aangeboden. Lopend beleid, mits financieel gedekt, kan normaal worden voorgezet. Iedere vorm van nieuw beleid zal nauwgezet worden beoordeeld.

Einde persbericht

| | |
|                      |                            | |Telefoon (055) 580 13|
|                      |                            | |63                   |
                     | |Telefax (055) 580 11 |
|                      |                            | |55         

---- --