Gemeente Lelystad
"Gemeente Lelystad op goede weg met zorg voor jeugd"
Maandag 28 november 2011
Drie jongeren voor de Zilverparkkade
De rekenkamer Lelystad heeft in 2011 onderzoek gedaan naar de
preventieve jeugdzorg. In het bijzonder is gekeken naar de aansluiting
tussen de zorgstructuur op scholen in het voortgezet onderwijs en die
van de instellingen voor jeugdhulpverlening. De conclusie van de lokale
rekenkamer is dat het preventieve jeugdbeleid van de gemeente Lelystad
is verbeterd. Het bereik en het resultaat van leerplicht en de
regionale meld- en coördinatiefunctie (RMC) kunnen echter nog wel
beter. Ook is de afstemming tussen voortgezet onderwijs en instellingen
nog niet optimaal. De gemeente Lelystad heeft al een flink aantal
maatregelen genomen ter verbetering. De rekenkamer beveelt de
gemeenteraad aan goed de vinger aan pols te houden over de effecten van
dit beleid. Tot slot is juist nu extra aandacht nodig voor de
informatievoorziening van de gemeente, in het bijzonder die van het
college aan de raad.
Veel veranderd
De afgelopen jaren is er veel veranderd op het gebied van zorg voor de
jeugd. Voorbeelden hiervan zijn de komst van de Centra voor Jeugd en
Gezin en de vorming van de Zorg Advies Teams in het onderwijs.
Bovendien staan komende jaren ingrijpende wijzigingen op stapel. Het
rijk zal namelijk een flink aantal taken en verantwoordelijkheden op
gebied van jeugd overdragen aan de gemeente. Dit biedt kansen, maar
houdt ook risico's in. Want het rijk zal daarbij meteen fors
bezuinigen. Sommige inwoners van de stad kunnen door alle
ontwikkelingen te maken krijgen met een stapeling van maatregelen, die
voor hen nadelig uitwerkt. De effectiviteit van de zorg aan
(risico)jongeren kan daardoor in de nabije toekomst onder druk komen te
staan. De rekenkamer vind het daarom belangrijk dat de gemeente haast
maakt met de uitvoering van de aanbevelingen uit het rapport.
Wat gaat goed en wat kan beter?
De gemeente zet niet meer in op doelgroepenbeleid. Het preventieve
jeugdbeleid vindt nu zoveel mogelijk plaats via het Centrum voor Jeugd
en Gezin. De zorg aan risicoleerlingen wordt daarnaast zo dicht
mogelijk bij het reguliere (voortgezet) onderwijs georganiseerd. Dit
heeft geleid tot verbetering van de effectiviteit en de efficiëntie van
het preventieve jeugdbeleid. De basisinstrumenten voor de zorg aan
leerlingen op de VO-scholen zijn in de praktijk redelijk op orde, maar
de zorgstructuur moet nog wel verder worden ontwikkeld. Verbeteringen
zijn onder meer te halen in de afstemming en terugkoppeling tussen
scholen en instellingen. De rekenkamer heeft namelijk ook geconstateerd
dat schoolverzuim en schooluitval hoog zijn in Lelystad. De situatie in
Lelystad is wat dat betreft vergelijkbaar met die in de Randstad. Zowel
de capaciteit als het bereik en het resultaat van leerplicht en
regionaal meld- en coördinatiepunt (RMC) waren voorheen onvoldoende. De
gemeente Lelystad heeft daarom het afgelopen jaar een fors aantal
maatregelen genomen om dit te verbeteren. De rekenkamer beveelt de raad
aan goed in de gaten te houden in welke mate deze maatregelen leiden
tot het gewenste bereik en resultaat van leerplicht. Tot slot is de
informatievoorziening aan de gemeente gebrekkig. De gemeente Lelystad
mist belangrijke informatie over zorg aan jeugdigen, waardoor zij niet
goed kan sturen op de gewenste resultaten en effecten. De rekenkamer
beveelt de gemeente aan zo snel mogelijk werk te maken van de
informatievoorziening voor een beter inzicht in de zorg in Lelystad.
Rekenkamer
De rekenkamer Lelystad doet objectief, onafhankelijk en openbaar
onderzoek naar het bestuur van de gemeente Lelystad. Iedere gemeente in
Nederland is verplicht om een rekenkamerfunctie te hebben. De
rekenkamer Lelystad bestaat uit een voorzitter, twee leden en een
secretaris. De rekenkamer rapporteert rechtstreeks aan de raad. De raad
geeft een politiek oordeel naar aanleiding van de rapporten. De
gemeenteraad bepaalt zelf wat hij wil doen met de aanbevelingen van de
rekenkamer. Voor meer informatie, zie de pagina's over de rekenkamer op
deze website.
Ja