Rijksoverheid


28 november 2011

Kamervragen leden Çelik en Kuiken

Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van de leden Çelik en Kuiken (beiden PvdA) over tussentijdse verzwaring van opleidingen voor mbodeeltijdleerlingen (kenmerk 2011Z22430).

de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart

2011Z22430 Vragen van de leden Çelik en Kuiken (beiden PvdA) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over tussentijdse verzwaring van opleidingen voor MBO-deeltijdleerlingen (ingezonden 9 november 2011)


1 Hoe beoordeelt het feit dat deeltijdopleidingen tot onder andere doktersassistent, tandartsassistenten onderwijsassistent vlak voor het einde van de opleiding een aantal verplichte vakken (onder andere wiskunde) toevoegt aan het onderwijsprogramma? Dit vind ik onwenselijk. Voor studenten dient bij de start van hun mbo-opleiding duidelijk te zijn uit welke onderdelen het onderwijsprogramma bestaat. Dit onderwijsprogramma dienen onderwijsinstellingen te baseren op het kwalificatiedossier (of eindtermendocument) dat van toepassing is voor het studiejaar waarin de studenten met hun opleiding starten. 2 Klopt het dat deze tussentijdse verwaring van opleidingen voor mbo-deeltijdleerlingen gebeurt vanwege de vanaf 2013-2014 verplichte centrale examens voor voltijdleerlingen op niveau 4opleidingen in het mbo? Dat klopt niet; er is geen sprake van tussentijdse verzwaring van de kwalificatie-eisen aan mboopleidingen. Met ingang van 1 augustus 2010 kennen alle mbo-4 opleidingen kwalificati e-eisen Nederlands en rekenen die gebaseerd zijn op de referentieniveaus. Deze kwalificatie-eisen (en de centrale examinering ervan in 2013-2014) gelden voor alle studenten die vanaf 1 augustus 2010 met hun mbo-opleiding beginnen. Voor `zittende' studenten die vóór 1 augustus 2010 met hun opleiding zijn begonnen, geldt dat zij hun opleiding mogen afmaken volgens het kwalificatiedossier (of eindtermendocument) zoals dat gold toen zij met hun opleiding begonnen. Voor studenten die vanaf 1 augustus 2010 met een korte mbo-4 opleiding beginnen- gericht op afronding vóór studiejaar 2013-2014 ­ is de pilotfase van kracht. In deze pilotfase worden de kwalificatie-eisen taal en rekenen getoetst met instellings- en pilotexamens en kunnen studenten ook zonder een voldoende voor deze taal- en rekenexamens hun diploma behalen. 3 Bent u bekend met het effect van deze examenmaatregel en vakkentoevoeging voor deeltijdstudies in het mbo van 1,5 jaar, waarbij deze leerlingen tussentijds een studiev erzwaring opgelegd krijgen die zij niet nodig hebben aangezien deze groep aan het werk gaat en niet doorstroomt naar het hbo? Zie mijn antwoord op vraag 2. Van tussentijdse studieverzwaring is geen sprake. Bij mijn beleid voor taal en rekenen in het mbo maak ik geen onderscheid in de wijze waarop studenten ­ in deeltijd of `voltijds' - hun diploma behalen. Zowel het vervolgonderwijs als het bedrijfsleven moet ervan op aan kunnen dat studenten na het behalen van het mbo-4 diploma hun basisvaardigheden beheersen. Ook voor de uitoefening van de door u genoemde beroepen als doktersassistent, tandartsassistent en onderwijsassistent, is een goede beheersing van taal en rekenen van groot belang. 4 Vindt u het redelijk wanneer een opleiding, vlak voor het eind van de opleidingsduur, verplichte examenvakken toevoegt, ten opzichte van het programma wat bekend is gemaakt aan het begin van de periode? Zo ja, waarom mag dit in dit geval volgens u bij deze deeltijdstudies? Zo neen, hoe gaat u o m met deze beschreven situatie? Zie mijn antwoorden op vragen 1 en 2. 5 Bent u bereid te onderzoeken op welke wijze u tegemoet kan komen aan deze mbodeeltijdleerlingen, die nu tussentijds in hun opleiding negatieve effecten lijken te ondervinden van een examenmaatregel en vakkentoevoeging die voor voltijdse leerlingen met hbo-perspectief bedoeld zijn? Zie mijn antwoorden op vragen 1 en 2; ik vind het niet nodig om hiernaar nader onderzoek te doen. In de door u beschreven situatie kunnen de betreffende studenten een klacht indienen bij de onderwijsinstelling. Indien de studenten van mening zijn dat deze niet zorgvuldig wordt afgehandeld, kunnen zij hierover een klacht indienen bij de Ombudslijn mbo. Deze bewaakt dan een zorgvuldige afhandeling.