Rijksvoorlichtingsdienst

WRR-publicatie "Evenwichtskunst. Over de verdeling van verantwoordelijkheid voor fysieke veiligheid"

EMBARGO TOT 28/11/2011, 14.00 UUR

WRR: betere verdeling van verantwoordelijkheid voor fysieke veiligheid Actievere rol van bedrijven en burgers mogelijk

De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) stelt dat de overheid niet als enige de prijs voor veiligheid en de rekening voor schade kan betalen. Ook bedrijven en burgers moeten daarvoor verantwoordelijkheid dragen, bijvoorbeeld door zich beter te verzekeren. De WRR stelt vast dat diverse bedrijven en brancheorganisaties zich op verschillende manieren inzetten voor fysieke veiligheid. De overheid kan hen veel nadrukkelijker betrekken bij het verkennen van risico's en onzekerheid. Ook het bedrijfsleven heeft baat bij een hoog niveau van fysieke veiligheid. De WRR wijst daarbij ook op de 'exportwaarde' van fysieke veiligheid: incidenten met voedselveiligheid hebben consequenties voor de reputatie van het Nederlandse voedsel en een breed uitgemeten ongeluk met gevaarlijke stoffen slaat terug op de hele chemiesector. Ook hier lijden de goeden onder de kwaden.

Verwachtingen over de overheidsverantwoordelijkheid voor fysieke veiligheid kunnen overspannen zijn. Reden voor minister mr. J.P.H. Donner van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de WRR te vragen met een reflectie te komen. Centraal stonden twee vragen van de minister:
* Welke mogelijkheden ziet u voor een generiek risicobeleid met een kleinere rol voor de overheid met betrekking tot het afwenden en compenseren van risico's?
* In hoeverre ziet u aanknopingspunten om bestaande mechanismen te doorbreken en blokkades weg te nemen, zowel wat betreft de risicoregelreflex, als de reflex om de verantwoordelijkheid bij de overheid te leggen?

WRR-raadslid prof.dr.ir. M.B.A. van Asselt heeft de reflectie op maandag 28 november aan de minister aangeboden.

De Raad constateert dat er gebrek is aan wetenschappelijk bewijs voor de veronderstelde reflexen. Maar dit reflex-denken draagt er wel aan bij dat discussies over fysieke veiligheid in het teken van een falende overheid staan, terwijl mede dankzij decennia van overheidsinterventies Nederland relatief gezien een veilig land is. De WRR stelt voor het perspectief te kantelen naar het stimuleren van goed bestuur: van de aanleiding voor beleid naar het doel en de manier waarop dat te bereiken, van incidenten naar toekomstige bedreigingen. Het is onterecht de overheid af te rekenen op incidenten; de overheid kan nu eenmaal niet voor elke aantasting van fysieke veiligheid verantwoordelijk worden gehouden. Maar van de overheid mag wel verwacht worden dat die moeite doet om verantwoordelijkheid voor fysieke veiligheid te organiseren. De overheid heeft dus wel systeemverantwoordelijkheid.

Volgens de Raad is meer onderzoek nodig naar de geëigende wijze waarop bestuurders en politici moeten omgaan met incidenten. De Raad noemt vijf aandachtspunten voor de overheid in de omgang met risico's en onzekerheid:
- weeg zorgvuldig de goede en kwade kansen tegen elkaar af;
- houd ook rekening met sociaalpsychologische kenmerken van gevaar;
- maak meer gebruik van risicovergelijkingen als hulpmiddel bij uiteindelijk politieke afwegingen;
- accepteer als samenleving verantwoordelijkheid voor onzekere bedreigingen waarbij sprake is van kennisproblemen en waardeconflicten;
- organiseer de omgang met onzekerheid in arrangementen die reflectie, onderzoek en dialoog mogelijk maken.

De WRR stelt dat schadevoorziening in het denken over verantwoordelijkheden ten onrechte een onderbelicht thema is. Terugdenkend vanuit mogelijke toekomstige schade kan men op het spoor komen bij wie welke verantwoordelijkheid belegd moet en kan worden. Als schadevoorziening van tevoren beter geregeld is, draagt dat bij aan preventie of beperking van schade en zijn er, indien nodig, middelen beschikbaar om de schade te dekken. Daardoor kunnen ellenlange maar onbevredigende procedures in de toekomst worden vermeden.

Het is een politieke vraag of men de rekening die de overheid nu betaalt voor ongedekte schade te hoog vindt. Maar in elk geval kan de vraag worden opgeworpen of de huidige praktijk partijen voldoende prikkelt om verantwoordelijkheid voor fysieke veiligheid te nemen. Verhaalbaarheid, onverzekerbaarheid, onderverzekering en onverplichte tegemoetkoming in de schade door de overheid bieden aangrijpingspunten voor een herijking van verantwoordelijkheden met een kleiner beslag op publieke middelen als resultaat. Verzekerbaarheid is geen gegeven, maar uitkomst van onderhandelingen. Meer inzicht in verschillen tussen landen kan helpen om slagen te maken. Zo is er in België wel een brede plicht tot het verzekeren van aansprakelijkheid, wordt in Frankrijk een algemene verzekering voor omgevingsrisico's aangeboden en kennen beide landen een verplichte opslag voor overstromingsschade op de opstalverzekering. Duitsland kent een zorgplicht voor verzekeraars en tussenpersonen. En in Frankrijk moet de verkoper van een huis een risicoanalyse aanleveren.

Bovenstaande impliceert dat bedrijven, de overheid zelf en ook burgers verantwoordelijkheid moeten nemen en delen. Nederland is nu eenmaal een dichtbevolkt land. Er is geen simpel of eenduidig antwoord op de vraag naar de verdeling van verantwoordelijkheid voor fysieke veiligheid. Het vraagt om evenwichtskunst.

Over de WRR
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid is een onafhankelijk adviesorgaan voor de Nederlandse regering. De WRR geeft de regering gevraagd en ongevraagd advies over onderwerpen vanuit een langetermijnperspectief. Deze onderwerpen zijn sectoroverstijgend en hebben betrekking op maatschappelijke vraagstukken waarmee de regering in de toekomst te maken kan krijgen. De WRR-adviezen krijgen hun weerslag in openbare rapporten, die zowel een probleemstellend als adviserend karakter kunnen hebben. Meer informatie over de WRR is te vinden op internet: www.wrr.nl.

Noot voor redacties (