Technische Universiteit Delft

Schade aan banden rond de pols nu goed vast te stellen

Beschadigingen aan de banden rond het polsgewricht zijn moeilijk vast te stellen met de huidige technieken. Door gemiste diagnoses krijgen veel mensen ernstige last van hun pols. Martijn van de Giessen, die op woensdag 30 november promoveert aan de TU Delft, vond hiervoor een oplossing.

Botten van een pols met ligamentschade (links) en twee uitvergrote en gedraaide botten uit dezelfde pols (rechts). Normale botspleten in groen, afwijkende botspleten in rood. (Afbeelding: Martijn van de Giessen)

Vallen
Veel mensen hebben ernstige last van hun pols doordat de polsbotten ongezonde standen hebben aangenomen. Dit ongemak kan ontstaan door het inscheuren van de ligamenten (banden) door bijvoorbeeld een val. Deze zogenoemde carpale instabiliteit leidt, naast tot een zeer pijnlijke pols, in Nederland tot gemiddeld meer dan een jaar werkverzuim.

Moeilijke diagnose
Probleem bij deze aandoening is dat de beschadigingen aan de banden niet direct betrouwbaar zijn vast te stellen. Dit komt doordat de huidige medische beeldvormingstechnieken niet geschikt zijn voor het afbeelden van banden. Ze geven onvoldoende contrast (röntgendoorlichting of CT) of onvoldoende detail (zoals bij MRI). Door deze moeilijk te stellen diagnose krijgen veel patiënten onnodig extra last van hun pols. Promovendus Martijn van de Giessen van de TU Delft heeft hiervoor een mogelijke oplossing gevonden.

Beweging
Van de Giessen: 'Schade aan de ligamenten beïnvloedt de bewegingspatronen van de botten rond de pols. Ongezonde afwijkingen in beweging en pose kunnen we vaststellen door deze te vergelijken met de bewegingen en poses van gezonde polsen.' 'We plaatsen daarom de pols van patiënten in een houder en laten de pols gedurende een minuut een gestandaardiseerde beweging maken. Met lage doses röntgenstraling brengen we de beweging van de botten vanuit ruim tweehonderd richtingen in beeld. Verder construeerden we een model om de variaties in beweging tussen verschillende polsen te beschrijven. Daarmee is het gelukt om afwijkende bewegingspatronen te detecteren.'

Kleinschalig
'Het opzetten van een model dat gevoelig is voor kleine afwijkingen in beweging, was nog niet zo eenvoudig', legt Van de Giessen uit. 'Dit komt onder andere door verschillen in botvorm en botgrootte tussen individuen en door onnauwkeurigheden bij het positioneren van polsen voor een scan. Maar door de bewegingen van de botten op kleinere schaal te beschrijven en te kijken naar de spleten tussen de polsbotten, hebben we dit weten op te lossen.'

Uitgebreid testen
Het model kan ook schatten wat de botposes geweest zouden zijn in een gezonde pols. Dit laatste maakt het ontwikkelde bewegingsmodel tot een waardevol instrument voor zowel diagnose als voor chirurgische planning. Van de Giessen heeft in samenwerking met het AMC in Amsterdam een werkend prototype gerealiseerd. De volgende stap is het valideren bij grotere aantallen patiënten waarna de nieuwe techniek daadwerkelijk kan worden ingevoerd.

Meer informatie



Technische Universiteit Delft