ROC Friese Poort

Topadvocaat Willem Anker

Topadvocaat geeft lezing in Drachten

30 november 2011

Topadvocaat Willem Anker kwam voor tweehonderd leerlingen in Drachten een lezing geven over zijn werk. Een man met een passie die hij niet altijd heeft gehad.

Als kind wilde hij graag voetballer worden. Samen met zijn broer ging hij zo'n vier keer per dag voetballen. Zijn interesse voor rechten kwam pas op het HBS door een enthousiaste docent. Door zijn studie kwam hij in aanraking met het strafrecht. Zo is hij samen met zijn broer een eigen advocatenkantoor begonnen waar ze alleen strafzaken afhandelen. En dat hij dit samen met zijn broer kan doen, vindt hij geweldig. Hij maakt wel eens grapjes over Hans, maar hij kan niet zonder hem. "Het is fijn om op iemand terug te kunnen vallen."

Strafadvocaat is dan wel zijn droomberoep, maar het is zeker niet makkelijk. Veel van Ankers zaken krijgen media-aandacht en dus wijzen veel mensen hun cliënten al meteen aan als schuldig. Nu is het bij sommige zaken ook zeker dat de cliënt schuldig is, maar juist dan verdient hij steun van een advocaat. Eén van de uitgangspunten van Anker&Anker is dan ook `iedereen verdient hulp'.

In sommige gevallen hebben de media ook grote invloed op het proces. Bij een grote zaak als de zedenzaak van Robert M. wordt de journalist de rechter. "Wij vinden dat een schande. De media zouden zich net zo objectief moeten opstellen als de advocaten, aangezien iemand pas echt schuldig is als de rechter dat zegt."

Soms wordt Anker gebeld door een cliënt die al meteen toegeeft dat hij schuldig is. "Zo iemand moet je ook steunen. Een cliënt moet je de hele weg tot de uitspraak coachen en daar zijn wij ook voor."

Wie denkt dat Willem en zijn broer het voor het geld doen, heeft het verkeerd. Ongeveer 90% van de strafzaken die ze afhandelen zijn pro-deo. De cliënt hoeft dan niet voor de advocaat te betalen. "Iedereen verdient hulp, dus ook de mensen die het niet kunnen betalen." Een gegeven dat hij en zijn broer van hun ouders hebben meegekregen.

Ondanks dat hij twee lezingen per week geeft, blijft het spannend en mooi. Normaal zijn het dan ook zalen van ongeveer duizend mensen en dit waren 200 leerlingen. "Ik vond het leuk dat er zoveel leerlingen geïnteresseerd waren."

Dat het 200 jongeren waren maakte het wel lastig. Niet iedereen verdiept zich in het nieuws en dus moesten er bekende voorbeelden worden gebruikt als de verdwijning van Milly Boelen en de zedenzaak van Robert M.