Raad voor de Rechtspraak
Hoge Raad: geen noodzaak voor meer toezicht advocatuur
Den Haag , 30-11-2011
Het invoeren van een intensiever en omvangrijker toezicht op de
advocatuur dat bovendien meer preventief van aard is, is dusdanig
ingrijpend dat de noodzaak daartoe duidelijk en concreet moet zijn
gebleken. In de toelichting op het betreffende wetsvoorstel wordt deze
noodzaak onvoldoende duidelijk.
Dit stellen president Corstens en procureur-generaal Fokkens in hun
advies aan de minister van Veiligheid en Justitie over het wetsvoorstel
tot aanpassing van de Advocatenwet. Het voorgestelde toezicht maakt het
volgens hen wenselijk dat de rechtmatigheid ervan op efficiënte en
effectieve wijze kan worden getoetst. Een dergelijke
toetsingsmogelijkheid zou in het wetsvoorstel onder ogen moeten worden
gezien.
De Raad voor de rechtspraak bracht onlangs ook advies uit over het
wetsvoorstel. Volgens de Raad komt de onafhankelijkheid van de
advocatuur onder druk te staan als de kabinetsplannen doorgaan. De
voorgestelde wijziging laat te veel ruimte open voor inmenging door de
overheid, zo stelt de Raad.