Gemeente Rotterdam

onderzoek 30 jaar stadsbestuur: maakbaarheid heeft grenzen

30 november 2011 | Bestuursdienst | persbericht

De maakbaarheid van de Rotterdamse stad kent zijn beperkingen.

Dat blijkt uit onderzoek dat oud-gemeentearchivaris Els van den Bent in opdracht van het college heeft gedaan naar het stadsbestuur in de periode 1975-2005.

Ondanks een veelheid aan projecten, beleid, inspraakmogelijkheden en experimenten in de Rotterdamse proeftuin, is het effect daarvan niet direct zichtbaar. Veel effecten zijn wellicht onzichtbaar omdat mensen de stad verlaten en plaats maken voor nieuwkomers onderaan de ladder.

Wethouder Kriens nam woensdag het eerste exemplaar van `Proeftuin Rotterdam' in ontvangst.

Onderzoeker Van den Bent: "Of ze nu rood, gemengd of Leefbaar als signatuur hadden, bij alle Rotterdamse stadsbesturen stond tussen 1975 en 2005 het idee dat de stad maakbaar was voorop." Ondanks alle idealen van de verschillende stadsbesturen, bleef Rotterdam lang de verkeerde lijstjes aanvoeren. Om dit tegen te gaan werd zowel ruimte gegeven aan de burgers met verschillende vormen van inspraak, als beperkingen opgelegd aan Rotterdammers met bijvoorbeeld de wetten Victor, Victoria en de Rotterdamwet.

Rotterdam ontwikkelde zich tegelijkertijd als proeftuin en daarmee als voorloper voor landelijk beleid. Wethouder Jantine Kriens: "De kracht en de bedreiging van Rotterdam is dat zodra mensen hogerop de ladder komen, ze dan vaak ook de stad uit klimmen. De statistieken van de stad blijven ongewijzigd, terwijl mensen zich wél ontwikkelen."

Aanvullende informatie

Het boek "Proeftuin Rotterdam. Droom en daad tussen 1975 en 2005" is vanaf 1 december verkrijgbaar in de boekhandel en bij het Gemeentearchief Rotterdam.