Rijksoverheid


Toespraak minister Henk van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tijdens het symposium `Waardig uitzendwerk' bij Randstad Holding op 30 november 2011 in Diemen. Dames en heren, Ik heb goed nieuws voor u en slecht nieuws voor malafide uitzendbureaus. Ik twijfel even over de volgorde..., ... maar laat ik toch maar beginnen met het slechte nieuws voor malafide uitzendbureaus: ik heb opdracht gegeven voor een nieuw offensief. Er wordt extra mankracht ingezet om de strijd tegen malafide uitzendbureaus te intensiveren. Dat is slecht nieuws voor kwaadwillende, maar goed nieuws voor goedwillende ondernemers, want malafide uitzendbureaus zijn oneerlijke concurrenten en schaden het imago van uw branche. Waardig uitzendwerk is bonafide uitzendwerk. Uitzendbureaus zijn van grote waarde voor onze economie. Ze helpen mensen aan het werk en zorgen voor een gezonde flexibiliteit op de arbeidsmarkt. De inzet van uitzendkrachten werkt als een buffer waar de hele economie baat bij heeft; in tijden van economische neergang en opgang. Het is voor een belangrijk deel aan deze flexibiliteit te danken dat onze arbeidsmarkt de afgelopen jaren beter door de crisis is gekomen dan die in andere landen in de Europese Unie. Dat is reden voor tevredenheid, maar absoluut geen reden om achterover te leunen. Het belang van flexibiliteit op de arbeidsmarkt neemt de komende tijd alleen maar toe door globalisering, technologische en demografische ontwikkelingen. Hoe meer dynamiek, des te meer behoefte aan flexibiliteit op de arbeidsmarkt. Dat geldt voor uitzendkrachten en zelfstandigen zonder personeel, maar ook werknemers met een vast contract zullen flexibel moeten zijn om tot hun pensioen aan het werk te kunnen blijven. De tijd dat mensen één baan in hun leven hebben, ligt achter ons. Door de toenemende dynamiek zullen mensen steeds vaker van baan moeten veranderen. Niet alleen als ze aan het begin van hun loopbaan staan, maar ook als ze al een hele carrière achter zich hebben. Er is behoefte aan een beroepsbevolking die, van jong tot oud, flexibel en mobiel is. Vandaar dat het kabinet, samen met de sociale partners, extra investeert in de vitaliteit van werknemers. Met oog op de groei van het aantal gepensioneerden en de aanstaande krimp van de (potentiële) beroepsbevolking, moeten we zorgen dat mensen meer, langer en productiever werken. Dat betekent bijvoorbeeld dat mensen bereid moeten zijn hun loopbaan lang te blijven leren, waardoor ze niet alleen hun vakkennis en vaardigheden op peil houden, maar ook soepel en snel naar een nieuwe baan kunnen overstappen als hun oude baan verdwijnt. Flexibiliteit en mobiliteit bieden



de meeste zekerheid op werk. Een flexibele arbeidsmarkt en een activerend arbeidsmarktbeleid moeten ervoor zorgen dat mensen worden ingezet op de plek waar dat (voor de economie) het hardst nodig is en waar ze met hun capaciteiten het meest tot hun recht komen. Zo kan worden voorkomen dat we straks grote personeelstekorten in de ene sector en hoge werkloosheid in een andere sector hebben. Flexibel werk is niet alleen nuttig om conjuncturele schommelingen op te vangen; het is ook nodig om de arbeidsmarkt aan te passen aan structurele veranderingen. Daarbij kunnen we goed gebruik maken van de ervaring en expertise van uitzendbureaus; als dienstverleners voor werknemers die bewust voor tijdelijk werk kiezen, maar ook voor werkzoekenden voor wie tijdelijk werk een opstap naar vast werk kan zijn. Dat is vooral van belang voor kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt. Werkgevers die deze werknemers niet meteen een vast arbeidscontract aan willen bieden, blijken vaak wel bereid het met een tijdelijk contract te proberen. Flexibele arbeid vergroot de kansen om werk te vinden en daarna langdurig aan het werk te blijven. Het is dus duidelijk dat uitzendbureaus een positieve rol spelen op de arbeidsmarkt. Maar ik wil vandaag ook uw aandacht vragen voor een minder positieve kant: ondernemers die zich niet aan de wet- en regelgeving houden. Dat varieert van het niet afdragen van sociale premies tot het uitbuiten van illegale arbeidsmigranten. Het is de taak van de overheid om daar tegen op te treden. In mijn eerste jaar als minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heb ik al enkele wetsvoorstellen bij de Tweede Kamer ingediend om fraude en illegaliteit harder aan te pakken. Er komt in 2012 een registratieplicht voor uitzendbureaus, met hoge boetes voor uitzendbureaus die zich niet aan deze verplichting houden en voor ondernemers die personeel inhuren van zulke bureaus. Overtredingen van de arbeidswetgeving worden vanaf 1 juli 2012 strenger bestreden. De boetes worden hoger en recidivisten worden harder bestraft; met een verdubbeling van de boetes als ze de regels voor een tweede keer overtreden en mogelijke stillegging van hun bedrijf als ze daarna nog eens in de fout gaan. Met een registratieplicht en het strenger straffen zijn we op de goede weg, maar er moeten meer stappen worden gezet. Dat ga ik ook doen. Ik voel me daarbij gesteund door de commissie van de Tweede Kamer die onderzoek heeft gedaan naar de recente arbeidsmigratie (en daaruit lessen heeft getrokken), de commissie Lura. De commissie zei geschrokken te zijn van het grote aantal malafide uitzendbureaus, en van de aard en de omvang van uitbuiting van arbeidsmigranten. Ik was minder verrast dan de commissie. Ik wist al dat het ernstig was; ik was al begonnen om de problemen ­ in samenwerking met gemeenten ­ aan te pakken. Daar ga ik nu verder mee. Met als doel de malafide uitzendbureaus maximaal te bestrijden.



Ik zal hier niet aankondigen dat er over twee jaar geen malafide uitzendbureau meer over is. Daarvoor zijn fraude en illegaliteit te hardnekkig. Het is net als met onkruid; dat vergaat niet, dat moet je voortdurend blijven bestrijden. Ik beloof dus niet dat Nederland over twee of drie jaar vrij is van malafide uitzendbureaus, maar ik zeg u wel ik dat ik alle bestrijdingsmiddelen die ik mag gebruiken, zal gebruiken. Er komt (bovenop de al geplande inzet) een speciaal team bij de Inspectie SZW om de strijd tegen uitzendfraude op te voeren. Het is de bedoeling dat er inventief en intensief wordt samengewerkt met Belastingsdienst, IND, gemeenten, politie en justitie, maar ook met private partners als ABU (Algemene Bond Uitzendondernemingen), SNA (Stichting Normering Arbeid) en SNCU (Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten). Waar mogelijk worden bestanden gekoppeld en gegevens uitgewisseld. Nationaal en internationaal. Ik ga natuurlijk niet in het openbaar vertellen waar en wanneer dat nieuwe team voor het eerst in actie komt, maar malafide ondernemers zullen het gauw genoeg merken. · Er is al begonnen aan een zwarte lijst van verdachte bedrijven. Die kunnen op korte termijn worden aangepakt en dat gaat dus ook gebeuren. · Er komt een landelijk meldpunt malafide uitzendbureaus. Ik roep bedrijven en burgers op daar gebruik van te maken. Het is net als met het programma `Opsporing verzocht'; hoe meer mensen melden, hoe makkelijker het wordt malafide ondernemers aan en op te pakken. · De inspectie zoekt internationale samenwerking. De inspectie zal bijvoorbeeld met de autoriteiten in Polen inzoomen op verdachte uitzendbureaus die in beide landen actief zijn. Ook met de autoriteiten in andere landen in Midden- en Oost-Europa wordt die samenwerking gezocht. Het is een misverstand dat er in die landen geen behoefte is aan samenwerking. Juist daar maakt men zich grote zorgen over de uitbuiting van arbeidsmigranten en zien ze graag dat wij daar hard tegen optreden. · We intensiveren de voorlichting. Niet alleen in eigen land, maar ook in landen waar veel arbeidsmigranten vandaan komen. Nu maken malafide ondernemers vaak misbruik van het feit dat mensen nauwelijks of niet op de hoogte zijn van de regels en hun rechten. · We onderzoeken alle mogelijkheden die er zijn om malafide ondernemers het leven zuur te maken. Van een herinvoering van de vergunningplicht tot de rol van de Kamers van Koophandel bij de registratie. Laat u hierbij niet misleiden door de bezuinigingen bij de overheid. Vanaf 1 januari 2012 krijgt u te maken met de nieuwe Inspectie SZW, waarin de Arbeidsinspectie en de SIOD de krachten bundelen. Een inspectie die efficiënter en effectiever werkt en extra investeert in de expertise om malafide uitzendbureaus op te sporen en aan te pakken. Dames en heren, Het bestrijden van malafide praktijken is niet een taak van de overheid alleen. De branche heeft ook een eigen verantwoordelijkheid. Die verantwoordelijkheid neemt u ook: met het certificeren en controleren door SNA en SNCU. Ik wil u extra gaan ondersteunen bij die zelfregulering, door de Belastingdienst en de



Inspectie SZW gegevens over malafide gecertificeerde bedrijven te laten doorgeven aan de registerhouder. Want, laat dat duidelijk zijn, het is wel nodig dat er op dit gebied iets extra's gebeurt. Uit onderzoek van de Arbeidsinspectie blijkt dat het certificaat dat de branche heeft ingesteld (om fraude en illegaliteit tegen te gaan) nog niet werkt zoals het zou moeten werken. Bij de inspectie van uitzendbureaus zonder certificaat heeft de Arbeidsinspectie vorig jaar in 23 procent van de gevallen een overtreding van de arbeidswetgeving geconstateerd; bij de inspecties van uitzendbureaus met certificaat 21 procent. Dat vind ik een teleurstellend klein verschil. Dat moet veel beter, en snel ook. Daarom doe ik ook een beroep op de bonafide uitzendbureaus om er, samen met mij, harder aan te trekken. Ik verwacht brede steun voor deze aanpak: van bonafide bedrijven, die veel last hebben van malafide uitzendbureaus; van werknemers (in Nederland en uit Midden- en Oost-Europa), die het slachtoffer zijn van uitbuiting; en van alle premie- en belastingbetalers, die de rekening gepresenteerd krijgen voor iedere euro die ontdoken wordt.






---- --