Nederlandse Hartstichting


Hoofdrol voor aangeboren hartafwijkingen in het Gordijnpaleis

vrijdag 9 december 2011

Hartstichting blij met aandacht voor aangeboren hartafwijkingen Ollie Hartmoed symbool voor 25.000 kinderen in Nederland.

Woensdag vierde de sterrencast van het Gordijnpaleis van Ollie Hartmoed de feestelijke première in Tuschinski. De Hartstichting werkte mee aan de serie, vanwege de aandacht voor aangeboren hartafwijkingen. Ollie wil voor de 100ste verjaardag van zijn opapa de hele familie bij elkaar brengen.

Dat is in zijn gekke familie een hele opgave, zeker als je 9 jaar bent en er achterkomt dat je een gaatje in je hart hebt. De serie wordt vanaf zaterdagavond in vier delen uitgezonden op Nederland 3.

Ollie en Opapa
Ollie (Teun Stokkel) en opapa Hartmoed (Aart Staartjes)

Parapluutje
Ollie Hartmoed heeft in de serie een atriumseptumdefect (ASD): er zit een gaatje in het tussenschot dat de linker- en rechterboezem van elkaar scheidt. Als dit gaatje klein is, kan het vanzelf dichtgroeien. Een alternatief is het dichtnaaien van dit gaatje. In andere gevallen, zoals in de serie, wordt via hartkatheterisatie een klein parapluutje ingebracht. Om de acteurs meer inzicht te geven in aangeboren hartafwijkingen, liet de Hartstichting een aantal kinderen met een hartafwijking de set bezoeken.

Diagnose
Hans Breur is cardioloog in het Wilhelmina Kinderziekenhuis in Utrecht, en speelde zichzelf in de serie: "Het is niet ongebruikelijk dat hartafwijkingen net als bij Ollie pas rond een jaar of negen worden geconstateerd. Een hartruis kan een aanwijzing zijn voor een afwijking. Soms wordt ten onrechte de diagnose astma gesteld. Een hartafwijking kan namelijk tot klachten aan de luchtwegen leiden, omdat er veel bloed door de longen wordt gepompt."

Onderzoek
Nederland telt zo'n 25.000 kinderen met een aangeboren hartafwijking. Een halve eeuw geleden overleden de meeste kinderen met een ernstige hartafwijking, tegenwoordig bereikt 85% de volwassen leeftijd. Jaarlijks worden er nog zo'n 1300 kinderen geboren met een hartafwijking. Ook sterven er ieder jaar 150 kinderen aan een hartaandoening. Daarom blijft wetenschappelijk onderzoek noodzakelijk, naar de oorzaken, betere diagnosemethoden en betere behandeling van aangeboren hartafwijkingen.