Rijksoverheid
Kabinet akkoord met invoering bankenbelasting
Persbericht | 09-12-2011
De ministerraad heeft op voorstel van minister De Jager en
staatssecretaris Weekers van Financiën ingestemd met toezending aan de
Tweede Kamer van het Wetsvoorstel bankenbelasting.
De overheid heeft in het recente verleden, noodgedwongen, fors
geïnvesteerd in de stabiliteit van de banksector in Nederland. Hoewel
de steun slechts verleend is aan een beperkt aantal banken en een groot
aantal banken deze kapitaalinjecties inmiddels met rente heeft
terugbetaald, moet de reden voor steun niet uit het oog worden
verloren. De Staat heeft de steun in het kader van de kredietcrisis
niet verleend met het doel om één specifieke bank te helpen, maar om de
financiële stabiliteit zeker te stellen. Zodoende heeft de hele
bancaire sector profijt gehad van de door de Staat verleende steun.
Hierdoor acht de regering het rechtvaardig dat de hele bancaire sector
een bijdrage levert in de vorm van een bankenbelasting.
Bij de vormgeving van de belasting is rekening gehouden met de
aangescherpte kapitaaleisen (Basel III) en het depositogarantiestelsel.
Door zowel het kapitaal als de daadwerkelijk onder het
depositogarantiestelsel gedekte deposito's in aftrek te brengen op het
totaal van alle passiva op de balans, wordt de bankenbelasting geheven
over de resterende passiva, ofwel de ongedekte schulden. Door deze
vormgeving wordt stapeling van maatregelen aan de passivazijde van de
balans voorkomen.
Tegelijkertijd wordt in de bankenbelasting een prikkel ingebouwd om
langlopende financiering te stimuleren, hetgeen de stabiliteit van het
financiële systeem in Nederland verder kan bevorderen. Over de
kortlopende schulden zal een tarief van 0,022 procent geheven worden.
Op de langlopende schulden wordt een tarief van 0,011 procent van
kracht.
Het kabinet wil daarnaast met deze bankenbelasting een bijdrage leveren
aan het bestrijden van perverse prikkels in het beloningsbeleid. Daarom
is aansluiting gezocht bij een norm uit de Code Banken waarin is
overeengekomen dat de variabele beloning van een bestuurder niet meer
mag bedragen dan 100 procent van de vaste beloning. Zodra die norm
wordt overschreden, worden de tarieven van de bankenbelasting met een
factor 1,05 vermenigvuldigd. Met deze maatregel wordt mede recht gedaan
aan de gedachte achter de motie Van Vliet.
Het wetsvoorstel zal, na behandeling in de Tweede en Eerste Kamer, op
een nader te bepalen moment bij Koninklijk Besluit in werking treden.
Het kabinet streeft naar inwerkingtreding medio 2012, maar heeft, door
te kiezen voor een `open' inwerkingtredingsdatum, ruimte willen creëren
zodat de ontwikkelingen op de financiële markten scherp in de gaten
kunnen worden gehouden. Daarnaast zal het kabinet ook een eventuele
samenloop met Europese initiatieven in het oog houden. Van een
stapeling van gelijksoortige belastingen zou in beginsel geen sprake
moeten zijn.