KPMG
Klokkenluider trekt nauwelijks aan de bel bij beursgenoteerd bedrijf
Nederlandse beursgenoteerde bedrijven krijgen nauwelijks meldingen van
klokkenluiders binnen hun organisatie. Hoewel alle ondernemingen over
een klokkenluiderregeling beschikken, maken werknemers hiervan in
beperkte mate gebruik.
Uit onderzoek van KPMG onder Nederlandse beursgenoteerde bedrijven
blijkt dat 75% van de ondernemingen het afgelopen jaar niet meer dan
tien interne meldingen via de regeling heeft ontvangen.
"Dat zijn aantallen die absoluut niet stroken met de omvang van dit
soort ondernemingen", zegt Henk-Anne Rijpma van KPMG Forensic. Ook de
bedrijven zelf vinden dat het aantal meldingen relatief laag is.
Slechts 13 % geeft aan dat de hoeveelheid voldoet aan de verwachtingen.
Mogelijke verklaringen voor het relatief geringe aantal meldingen zijn
volgens de bedrijven dat `whistleblowing' te weinig onder de aandacht
wordt gebracht van de medewerkers en dat medewerkers bang zijn dat het
doen van een melding de carrière zal schaden.
Naast een beschrijving van mogelijke incidenten en de kanalen waar
meldingen gemaakt kunnen worden, bevatten de meeste regelingen ook
informatie over de mogelijkheid om een melding anoniem te maken en over
de bescherming die wordt geboden aan melders van ongewenst gedrag.
Het feit dat alle onderzochte bedrijven over een regeling beschikken,
is volgens Rijpma een bewijs dat het voorkomen van fraude en corruptie
en het bevorderen van integriteit en ethiek op de agenda staat. Rijpma:
"Toch valt er in de uitvoering nog wel het nodige te verbeteren. Zo
geeft minder dan 10% van de ondernemingen aan dat zij voldoende
maatregelen nemen om medewerkers te stimuleren om vermoedens van
ongewenst gedrag te melden.
Nieuwe medewerkers worden bovendien nauwelijks formeel geïnformeerd
over de regeling. Bij minder dan de helft van de bedrijven maakt
informatie over de klokkenluiderregeling deel uit van het
introductieprogramma. Van de mogelijkheid om medewerkers e-learning of
via e-mail te informeren worden nauwelijks gebruik gemaakt. De meeste
bedrijven verwijzen naar het intranet voor informatie over de regeling.
Bovendien past slechts 30% van de bedrijven een evaluatie toe naar de
werking van de klokkenluiderregeling en bijna 40% rapporteert over de
resultaten van de regeling. Slecht 4% van de ondernemingen informeert
de klokkenluider over de opvolging van een melding."
Uit het onderzoek van KPMG blijkt voorts dat zo'n 60% van alle
meldingen van ongewenst gedrag nader wordt onderzocht. Rijpma: "Dat
betekent dat 40% van de meldingen in het algemeen niet
`onderzoekswaardig' is. Dit kan diverse oorzaken hebben. Het kan zijn
dat de melding te weinig aanknopingspunten biedt voor nader onderzoek
doordat bijvoorbeeld het contact met de melder is verloren of
verbroken.
Meldingen van werknemers blijken ook nauwelijks tot sancties te leiden.
Bijna 40% van de bedrijven geeft aan dat minder dan de helft van het
aantal meldingen tot een sanctie leidt. De meeste bedrijven blijken de
'infrastructuur' om een (anonieme) melding te verrichten weliswaar op
orde te hebben, maar de inzet van voorlichting en communicatie om meer
bekendheid aan het fenomeen te geven is vooralsnog beperkt.
Toch ziet een meerderheid van de bedrijven het als de grootste
uitdaging om de barrières die er nu nog bestaan om incidenten te melden
te slechten. Met als voornaamste doelstelling om een beter beeld te
krijgen van het feitelijke aantal misstanden binnen de organisatie. Een
uitdaging dus om medewerkers te bewegen om tijdig de klok te luiden."
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Andy Bellm, (020) 656
7039.