NVZ: 'Niet tot iedere prijs vasthouden aan hoofdlijnenakkoord'
Persbericht van NVZ
Zolang zorgverzekeraars bevoorschotting als drukmiddel inzetten om
contracten met ziekenhuizen af te sluiten en de minister toch van plan
is om ziekenhuizen achteraf te korten voor overschrijdingen, houdt de
NVZ vereniging van ziekenhuizen niet tot iedere prijs vast aan het
bestuurlijk hoofdlijnenakkoord. In een interview in het Financieele
Dagblad (FD) zet NVZ-voorzitter Roelf H. de Boer grote vraagtekens bij
de houdbaarheid van het akkoord: ' Het akkoord was nodig omdat er het
komend jaar ongelooflijk veel op ziekenhuizen afkomt. In het verleden
was er veel onzekerheid en dit akkoord moest rust scheppen. Ik
constateer dat dat nog niet gelukt is. Als daar geen verandering in
komt, kunnen we natuurlijk uit het hoofdlijnenakkoord stappen.'
'Worgcontracten'
Het bestuurlijk hoofdlijnenakkoord werd op 4 juli dit jaar ondertekend
door de NVZ, het ministerie van VWS, de academische ziekenhuizen (NFU)
en de zelfstandige klinieken (ZKN). De afspraken voorzien onder meer in
een beheerste landelijke ziekenhuisgroei van 2,5 procent en
'ordentelijke' zorgcontractering. Zorgverzekeraars bevoorschotten sinds
jaar en dag het zogenoemde onderhanden werk. In het hoofdlijnenakkoord
werd dit voor het eerst vastgelegd. De Boer in het FD: ' We krijgen nu
signalen dat deze bevoorschotting door verzekeraars soms wordt gebruikt
als oneigenlijk drukmiddel. Ziekenhuizen moeten contracten tekenen,
anders krijgen ze geen voorschot. En dan ga je van een zorgcontract
naar een worgcontract.' In het hoofdlijnenakkoord zijn afspraken
gemaakt waarin zorgcontracten landelijk geregeld zouden worden. De
zorgverzekeraars willen nu alleen met individuele ziekenhuizen zaken
doen.
Rechtszaken
Vorig jaar voerde de NVZ een aantal rechtszaken tegen VWS omdat het
ministerie achteraf strafkortingen oplegde aan ziekenhuizen. De NVZ nam
geen verantwoordelijkheid voor deze overschrijdingen en de reeks
rechtszaken mondde uit in een cassatieprocedure. Toen het
hoofdlijnenakkoord in juli een feit was, besloot het NVZ-bestuur de
cassatie op te schorten. VWS bedacht een 'ultimum remedium': het
macrobeheersingsinstrument (mbi). Voorzitter De Boer:' De minister
noemt het een ultimum remedium, ik vind het een ongenuanceerd
paardenmiddel. Met een generieke korting tref je ook de ziekenhuizen
die hun zaakjes gewoon voor elkaar hebben en die zich gewoon aan de
afspraken houden. De verzekeraars en wij hebben een alternatief
voorgesteld waarbij de veroorzakers van een overschrijding worden
aangepakt. Daarmee voorkom je dat het voor ziekenhuizen loont om maar
zo veel mogelijk te produceren om zo die strafkorting op te kunnen
vangen.'
Juridisch niet haalbaar
VWS is van mening dat het voorstel van de NVZ en verzekeraars juridisch
niet haalbaar is en legde het naast zich neer. De Boer in het FD
hierover: 'Wij zeggen: geef gas op dat dossier en zorg dan dat het wel
kan. Want dit is geen reële manier van problemen oplossen. De knoet
moet je pas hanteren als er echt niets anders meer kan.'
Razende Robot Reporter