Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek
http://www.nwo.nl/nwohome.nsf/pages/NWOP_8PJFAJ

14 december 2011

Vaderlandsliefde verzekert plek in literaire canon, niet kwaliteit

De Nederlandse literaire canon, met daarin grootmeesters als Hooft, Vondel en Cats, is niet het resultaat van beoordeling op kwaliteit, maar een selectie die past bij de idealen van de eerste literatuurrecensenten. Dat concludeert NWO-onderzoeker Francien Petiet op basis van een analyse van tijdschriften en literatuurgeschiedenissen uit de eerste helft van de negentiende eeuw. Vaderlandsliefde werd door de literair-historici belangrijker gevonden dan goed schrijven. Petiet promoveert op 15 december aan de Universiteit van Amsterdam.

De wortels van de hedendaagse literaire canon liggen in het begin van de negentiende eeuw. Toen verschenen de eerste literair-historische bloemlezingen en handboeken over de vaderlandse literatuur. Letterkundige Francien Petiet onderzocht hoe het literaire verleden werd omgebouwd tot literair erfgoed. Literair-historici hadden vooral een ideologisch doel voor ogen: het herstellen van de in hun ogen vervallen natie.

De selectiecriteria die men toen gebruikte om te meesters te scheiden van de mindere goden waren zeer gekleurd door de tijd. Men wilde de glorie van de Gouden Eeuw herstellen. Alleen door restauratie van de nationale identiteit kon het vaderland er volgens hen weer bovenop komen. Volgens Petiet werd het nationale karakter van literatuur en van schrijvers daarom hoog gewaardeerd, hoger dan het esthetische karakter ervan. Een van de eerste hoogleraren Nederlands, Cornelis Fransen van Eck, sprak in 1817: 'Een echt Nederlandsch hoofd, en een echt Nederlandsch hart, worden het best verkregen door de schriften van echt Nederlandsche mannen te lezen'

Het werd belangrijk gevonden dat iedereen kennis kon nemen van de vroegere literatuur, juist vanwege dit nationale doel. Er verschenen tientallen werken gericht op een divers publiek van jongeren en ouderen, geleerden en leken, mannen en vrouwen en zelfs militairen.

Vaderlanders
Van de auteurs verwachtten de literair-historici dat zij zedelijk, tolerant, huiselijk en godsdienstig (lees: protestants) waren. Mannen en vrouwen die niet pasten in het ideale plaatje van de 'vaderlander' werden literair verstoten. Middeleeuwse literatuur werd aanvankelijk ook niet gewaardeerd. Karel ende Elegast werd begin negentiende eeuw nog omschreven als 'misselijk'. In de jaren dertig en veertig van de negentiende eeuw stijgt de waardering voor de middeleeuwse werken. Het is in die periode dat men dan meer oog krijgt voor de schoonheden van deze oude teksten. Francien Petiet laat zien dat de werken die wij nu nog steeds beschouwen als de belangrijkste literaire prestaties van onze vroegere schrijvers, die status kregen in de negentiende eeuw. De 'canon' zoals die toen werd opgesteld is sindsdien nauwelijks nog veranderd.

Letterkundige Petiet bestudeerde onder andere tijdschriften, voorwoorden bij heruitgaves van oudere werken, prijsvragen van genootschappen en handboeken uit de periode 1797-1845. Haar onderzoek werd gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).

Over NWO
De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) is met een budget van ruim 500 miljoen euro per jaar een van de grootste wetenschapsfinanciers in Nederland. NWO stimuleert kwaliteit en vernieuwing in de wetenschap door het beste onderzoek te selecteren en financieren. NWO beheert onderzoeksinstituten van (inter)nationaal belang, geeft mede richting aan het wetenschappelijk onderzoek in Nederland en brengt wetenschap en maatschappij dichter bij elkaar. Onderzoeksvoorstellen worden beoordeeld en geselecteerd door vooraanstaande wetenschappers uit binnen- en buitenland. Dankzij financiering van NWO kunnen meer dan vijfduizend wetenschappers onderzoek doen.