LEI

14 nov 2011
Onderdeel: LEI

De bevolking van Afrika groeit en moet gevoed worden. Ter plaatse loopt de visopbrengst uit meren, rivieren en zeeën echter terug. Vanuit Nederland kunnen kennis en kunde geëxporteerd worden om in Afrika een productieve aquacultuur op te bouwen. Hier liggen kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven en kan een bijdrage worden geleverd aan de oplossing van het voedselvraagstuk.

LEI en IMARES, beide onderdeel van Wageningen University & Research centre, concluderen dit na een bezoek aan Kenia. Dit is uitgewerkt in het rapport Business opportunities for aquaculture in Kenya. Zij hebben deze missie uitgevoerd op uitnodiging van de Nederlandse ambassade in Nairobi en werden vergezeld door Jan van Rijsingen, één van Nederlands grootste viskwekers. Deze intensieve samenwerking tussen kennisinstelling en mensen uit de praktijk is kenmerkend voor de âGouden Driehoekâ: de samenwerking van overheid, wetenschap en de private sector waar de Nederlandse voedselproducerende sector groot mee is geworden. AgroFood is dan ook door minister Verhagen aangewezen als één van de negen topsectoren.

In de topsector Agro&Food heeft internationalisering hoge prioriteit. Nederland wil wereldwijd een leidende positie innemen op het gebied van duurzame, innovatieve en efficiënte voedselproductie met een hoge toegevoegde waarde. Dit beleid maakt ons tot een aantrekkelijke partner voor op maat gemaakte lokale voedselproductie-systemen. Viskweek, of aquacultuur, is daar een goed voorbeeld van. Behalve voedsel levert dit ook werkgelegenheid op en het vermindert de visserijdruk op wilde visgronden.

In Kenya neemt de vraag naar vis toe maar de productie blijft achter. Met name omdat de productie nu te kleinschalig is en de keten beter georganiseerd moet worden. De onderzoekers verwachten dat met een goed opgezette en duurzame kweek van meerval, de visproductie in Kenya fors kan stijgen en de snel groeiende en in toenemende mate urbane bevolking van het land van hoogwaardige voeding kan worden voorzien.