Het Persmuseum volgens de Raad voor Cultuur

In het advies van de Raad voor cultuur wordt het Persmuseum door de Raad in de gelegenheid gesteld een nieuwe aanvraag in te dienen voor de subsidieperiode 2013-2016 nadat de huidige aanvraag negatief bevonden is. Het Persmuseum onderzoekt momenteel de (on)mogelijkheden om met het voorgestelde budget van 317.000 euro als volwaardige museale organisatie te opereren. Dat zal een zware dobber zijn.

De Raad voor Cultuur heeft gesproken. De commissie Musea, bestaande uit Lejo Schenk (voorzitter), Roeli Broekhuis, Marijke Brouwer, Edwin Jacobs, Gitta Luiten, Diana Wind en Gert-Jan van der Vossen, heeft gemeend de subsidie-aanvraag 2013-2016 van het Persmuseum negatief te beoordelen. Demissionair staatssecretaris Halbe Zijlstra heeft weliswaar nog steeds 317.000 euro per jaar gereserveerd voor een 'museum voor het journalistieke erfgoed', alleen het enige museum in Nederland op dat gebied - het Persmuseum te Amsterdam - krijgt dat geld vooralsnog niet. Het Persmuseum heeft trouwens in zijn subsidie-aanvraag 361.400 euro per jaar gevraagd, een gekort richtbedrag dat na overleg met het ministerie van OCW tot stand is gekomen en dat nu door de Raad voor Cultuur met nog eens 11% gekort wordt.

Het Persmuseum wordt in de gelegenheid gesteld een nieuwe aanvraag in te dienen om die 317.000 (dus niet 361.400) euro subsidie per jaar zeker te stellen voor de periode 2013-2016. De deadline voor die nieuwe aanvraag is 1 juli aanstaande.

Mocht ook de nieuwe aanvraag niet in goede aarde vallen bij de Raad voor Cultuur, dan betekent dit, als Zijlstra het advies overneemt, dat het Persmuseum een wrede dood sterft per 1 januari 2013. Onbegrijpelijk, onaanvaardbaar en uitgesproken onverstandig.

De aanvraag van het Persmuseum zou volgens de Raad voor Cultuur over onvoldoende kwaliteit beschikken. Daarnaast zouden de educatieve voornemens van het Persmuseum alsmede zijn ondernemerschap onvoldoende uit de verf komen en een professionaliseringsslag behoeven.

Wat het laatste betreft: het Persmuseum haalt sinds de invoering van de Eigen InkomstenNorm elk jaar een percentage van of boven de 30%, waar een minimum geldt van 17,5%. Hiermee scoort het Persmuseum binnen het museale veld zeer redelijk tot goed. De Raad voor Cultuur vindt dat de educatieve activiteiten van het Persmuseum onvoldoende aansluiten bij waar het Persmuseum voor staat.

De visitatiecommissie (ingesteld en ook weer afgeschaft door OCW) die in 2011 haar rapport over het Persmuseum uitbracht, dacht hier heel anders over, ja, op menig punt zelfs diametraal het tegenovergestelde. Een citaat uit dit rapport: "Twee gevoelens overheersten tijdens en na de visitatie van het Persmuseum, namelijk een gevoel van bewondering en een gevoel van verwondering. Het gevoel van bewondering betreft de prestatie van de staf van het museum. Met een zo kleine staf zoveel activiteiten vormgeven, kan alleen maar als de inzet en betrokkenheid van de medewerkers zeer groot is. Natuurlijk zijn er ook, zoals in het rapport van de visitatie is vermeld, tekortkomingen. Maar deze tekortkomingen zijn veel meer het gevolg van de beperkte omvang van de staf, dan van het onvoldoende aanwezig zijn van visie of inzet. [...]

Het gevoel van verwondering betreft het wel uiterst kleine budget waarover het museum de beschikking heeft. Persvrijheid, en meer in het algemeen, vrijheid van meningsuiting, zijn dominant aanwezig in het publieke debat. Dan is het toch wel opmerkelijk dat een instituut als het Persmuseum dat blijkens zijn missie, maar ook in de praktijk, op die terreinen vele belangrijke initiatieven ontplooit, zo karig wordt gefinancierd. De prestaties van de staf en het belang van het onderwerp verdienen een betere situatie."