Jaarrede NVJ


vrijdag 3 mei 2013 | Zonder nieuws, in vrijheid vergaard en verspreid, is er geen democratie. We staan er te weinig bij stil, maar het is in Nederland een grote waarde. Persvrijheid bestaat in zoveel andere landen niet. Wij met zijn allen hebben de plicht het te borgen. De NVJ voorop.
De eerste dagen van mei zijn dagen van bezinning. Het geldt voor 1 mei, de Dag van de Arbeid, het geldt voor 3 mei, de Dag van de Persvrijheid, het geldt voor 4 mei - Dodenherdenking - en het geldt voor 5 mei, voor het vieren van onze vrijheid.

Deze dagen betrekken ons bij de waarden die we moeten koesteren. Een onafhankelijke pers is daar een van. Een pluriforme pers een andere. Tegenwind zet oude waarden echter onder druk. We hebben te maken met tuchtiging van de markt.
Het is niet vanzelfsprekend dat journalisten ook in de toekomst volstrekt onafhankelijk kunnen opereren, ook al is historisch gezien de scheiding tussen de zakelijke en journalistiek leiding in Nederland streng. In machtsconcentratie schuilt een gevaar. Het is daarom zo belangrijk dat
journalisten de wapens in handen hebben om blijvend onafhankelijk en in vrijheid te kunnen berichten. En inderdaad, daar ligt een belangrijk bestaansrecht voor de NVJ.
Het is de conjunctuur die een bedreiging is voor de pluriformiteit. De rendementen van krantenconcerns staan zwaar onder druk, als gevolg daarvan volgt de ene reorganisatie op de andere. Honderden journalistieke arbeidsplaatsen worden overbodig verklaard. Veel krantenredacties bijvoorbeeld
putten nog slechts uit dezelfde beperkte bronnen en hebben de mankracht niet meer om er eigen kleur, geur en smaak aan toe te voegen.
Dit heeft grote gevolgen voor de mensen die nu werkzaam zijn in de journalistiek. Zij zijn niet meer zeker van hun toekomst. En zij die graag in de journalistiek aan het werk willen, die krijgen weinig kansen. Anderzijds is het sappelen voor de groter wordende groep zelfstandigen die een
normaal inkomen proberen te behalen. De NVJ is voor deze mensen een baken in de ruwe zee.

Laten we het over de NVJ hebben. Sinds eind maart van dit jaar is de NVJ zelf nieuws geworden. De bestuurlijke crisis was de aanleiding. Er is door veel mensen veel energie en tijd gestoken om dit te voorkomen. Ik betreur zeer dat het verschil van inzicht binnen het bestuur tot deze uitkomst
heeft geleid. Het past niet bij de NVJ.
Maar het is de realiteit van nu. Vier bestuursleden zijn afgetreden, onder wie de voorzitter. Daarmee werd een bestuurlijke impasse doorbroken. Was er iemand met de kas vandoor? Nee. Was er een vertrouwenscrisis? Ja. Was er daardoor een onwerkbare situatie ontstaan? Ja.
Er ligt een voldongen feit. En met zijn allen moeten we verder. De NVJ staan ingrijpende zaken te wachten. Er is hier een bestuur dat zich zeer verantwoordelijk voelt om aan onze NVJ te bouwen, dat belangeloos veel inzet pleegt voor onze NVJ. En er is een NVJ-organisatie, afgeschilderd als een
zooitje, dat echt snoeihard werkt om de belangen van de NVJ-leden te behartigen. En op die mensen ben ik wel degelijk trots.
De veranderingen in de mediawereld dwingen ertoe om de organisatie aan te passen. Bovendien is er noodzaak om het eigen huis op orde te maken. Vorig jaar is bovendien aan de Verenigingsraad al aangegeven dat kosten en baten uit balans raakten. Vorig najaar was er daarom voor het bestuur en het
managementteam alle reden zich te bezinnen.
Ook nu is er wel degelijk bestaansrecht voor de NVJ, is een belangrijke vaststelling. Meer dan ooit geldt als doel om de solidariteit onder journalisten te vergroten. Net als bij de oprichting van de Nederlandse Journalisten Kring in 1884 geldt dat er sprake is van een dynamische periode. Toen
was het de industrialisatie die de samenleving veranderde, nu is alles aan het schuiven in de digitale wereld.
Is dit een bedreiging voor de NVJ? Zeker niet. Het is een uitdaging. Wordt die gezien? Ja, ook dat. Om de NVJ ook in de toekomst een vitale organisatie te laten zijn kiest het zittend bestuur in principe voor basisverbreding, dit jaar nader uit te werken. Naast een blijvend duidelijk
herkenbare kern van journalisten zijn aparte sectoren denkbaar van aan de media verwante beroepsgroepen.
De NVJ heeft waarden die ook voor andere beroepsgroepen interessant kunnen zijn. Het bestuur kiest ervoor om te verkennen of dit tot vruchtbare samenwerking kan leiden, waardoor de kosten van diensten efficienter kunnen worden gemaakt. Het draagvlak wordt daardoor groter gemaakt.

De NVJ is te beschouwen als een monument dat we met zijn allen koesteren. Maar we hebben ook de plicht er goed op te passen, erin te investeren. Soms moet je zelfs besluiten tot ingrijpend onderhoud. Het zittend bestuur is daartoe bereid. Het loopt niet weg voor die verantwoordelijkheid.
Laat ik een ding duidelijk stellen. Aan de NVJ zijn manco's geconstateerd. Groter zelfs dan ons lief is. Maar dan is de keuze van dit bestuur om met vereende krachten die gebreken te verhelpen. Dit bestuur pakt nu ook door. Wij kiezen voor opbouw en vernieuwing van de NVJ zonder de organisatie
eerst aan puin te slaan.
In tegenstelling tot ons omringende landen slaagt de NVJ er juist wel in om blijvend een grote journalisten te vertegenwoordigen. En toch is er een heel zwart beeld te schetsen van de NVJ. Sommigen overdrijven daarbij. Dat gaat voorbij aan alle goede dingen waar de NVJ voor staat. En die
moeten we wel blijven zien. Daarvoor is de NVJ echt te kostbaar.
Ja, de zakelijke leiding van de NVJ is in 2013 veel beter geregeld. En ja, Villamedia voelt de conjuncturele gevolgen van de crisis, zoals elke krant en elk tijdschrift die voelt. En ja, de NVJ heeft een zeer gezonde vermogenspositie, waarbij het beleid garandeert dat deze ook in de toekomst
in stand blijft. Daarover geen zorgen.
Dit bestuur spreekt uitdrukkelijk vertrouwen uit in de algemeen secretaris Thomas Bruning. De NVJ heeft daarmee naar de overtuiging van dit bestuur een uitstekend boegbeeld. Zijn positie is tijdens en na de bestuurscrisis publiekelijk in het geding gekomen, hetgeen zeer is te betreuren.
In de kern zat hier het grote verschil van inzicht binnen het bestuur. En erger, heel 2013 was er geen sprake meer van een normale werkverhouding tussen de voorzitter en de algemeen secretaris. Dat kon zo niet langer. Er is een punt gezet. In het belang van de NVJ.
Dit bestuur is bereid om ook dit jaar veel tijd en energie te steken in de belangen van de NVJ-leden en de NVJ-organisatie. Het bestuur beseft dat er sprake is van een bijzondere situatie en hecht daarom aan de instelling van een commissie van advies voor raad en bijstand. Meer dan ooit doen
we met zijn allen een beroep op vertrouwen en draagvlak, ook van de Verenigingsraad. We vragen het vertrouwen om te kunnen bouwen aan onze vitale NVJ.

Bert de Jong, waarnemend voorzitter NVJ