Limburgse Land- en Tuinbouwbond (LLTB)
21-11-2014Belangrijke hygiëne-tips voor pluimveehouders
Nu het vogelgriepvirus ook in Overijssel is opgedoken, is het om
verdere verspreiding tegen te gaan van groot belang de aller strengste
hygiënemaatregelen in acht te nemen. LTO heeft aan de hand van het
hygiëneprotocol een aantal belangrijke tips opgesteld die u als
pluimveehouder direct kunt toepassen.
Pluimvee kan op verschillende manieren vogelgriep oplopen:
* Vanaf uw erf. Afgaande op de gevallen die we nu zien is het zaak om
er vanuit te gaan dat het erf/bedrijfsterrein besmettelijk
materiaal bevat, bijvoorbeeld mest van al geïnfecteerde vogels.
* Via direct contact met (trek)vogels. Besmette vogels verspreiden
het virus via lucht, oogvocht en mest.
* Via besmet materiaal zoals kratten, transportmiddelen en mensen die
via hun schoenen of kleding in contact zijn geweest met het virus.
* Via stof uit een besmette stal (die door de lucht wordt verspreid).
Richt uw voorzorgsmaatregelen zo in dat insleep van ziekteverwekkers
via bovengenoemde besmettingsroutes niet plaatsvindt. Essentie is:
* Zorg ervoor dat er géén mensen in de stal komen.
* Maak een duidelijke scheiding tussen het bedrijfsterrein en de
ruimte rondom het woonhuis.
* Zorg dat uw bedrijfsterrein afgesloten is voor bezoekers.
* Zorg dat uw bedrijfsterrein overal schoon is, vergeet de
achterzijde van de stallen niet.
* Houd er rekening mee dat u, als pluimveehouder, zelf ook smetstof
kunt verspreiden. Houd u zich daarom zelf ook aan de regels.
Specifieke voorzorgsmaatregelen:
Hygiëne op uw erf en in en rond de stal
* Sluit de toegangsweg tot uw bedrijfsterrein en de pluimveestallen
af en maak met markering duidelijk dat toegang niet toegestaan is.
* Plaats een ontsmettingsbak met schoon water met ontsmettingsmiddel,
bijvoorbeeld met een chloorhoudend desinfectans, bij het
toegangshek en bij de ingang van de stallen. Dek deze bak af om
verdunning van het desinfectants door regenwater te voorkomen. Ook
bij de toegang die u zelf gebruikt. Ververs de inhoud minimaal eens
per dag.
* Laat geen personen toe tot het bedrijfsterrein dan wel tot de
stallen. Dit geldt ook voor huisdieren.
* Reinig en ontsmet de looppaden naar de stallen dagelijks.
* Maak gebruik van apart schoeisel en een bedrijfsoverall tussen de
afscheiding van het bedrijfsterrein en de stallen.
* Voor het betreden van de stal de laarzen ontsmetten in de
ontsmettingsbak.
* Gebruik bij het betreden van de stalruimte altijd staleigen
schoeisel en overall.
* Nog beter: maak achter de ingangsdeur van de stal een
(verplaatsbare) drempel, zet uw schoeisel voor die drempel, trek
een staleigen overall aan en stap achter de drempel over in
staleigen schoeisel. Wissel vervolgens nogmaals van schoeisel als u
vanuit de voorruimte de dierruimte betreedt.
* Zorg voor een goede ongediertebestrijding. Intensiveer deze.
In geval uw bedrijf in een waterrijk gebied ligt:
* Scherm uw bedrijfsterrein zo goed mogelijk af voor watervogels en
alle typen wilde vogels en vermijd direct contact, maar ook
mestcontact. Loop niet met bedrijfslaarzen in graslanden of langs
sloten.
* Plaats vogelverschrikkers om deze dieren op afstand van uw stallen
te houden.
In geval van bezoek in de huidige situatie:
* Indien bezoek noodzakelijk is, dienen de bezoekers hun
vervoersmiddel aan de weg te laten staan. De bezoekers melden zich
op het huisadres, gekleed in wegwerpoverall en voorzien van
haarnetje en overschoentjes. Op het huisadres worden de handen
gewassen.
* Bij het huis of gebouw welke de afscheiding vormt tussen bedrijf en
privéterrein stappen de bezoekers over in bedrijfsschoeisel in
combinatie met wegwerpsokken.
* Bij de toegang tot de stal wordt het bedrijfsschoeisel ontsmet.
* In de stal wordt een staleigen overall over de wegwerpoverall
aangetrokken en stapt men over in staleigen schoeisel. Gebruik in
de stal een veiligheidsbril, mondneuskapje, haarnet en
wegwerphandschoenen.
* Bij het verlaten van de stal wordt de wegwerpoverall achtergelaten
en de handen gewassen.
* Bij vertrek worden de handen weer gewassen en gewassen met alcohol.
* Wegwerpmaterialen laat men in een plastic zak bij de auto achter.
De inhoud besprenkelen met alcohol.
Voor vervoermiddelen geldt:
* Laat auto's pas op het terrein toe na ontsmetting van de wielen en
de wielkasten. Doe dit als pluimveehouder zelf en laat de chauffeur
zoveel mogelijk in de auto blijven.
* De chauffeur dient bij het verlaten van de cabine voor het betreden
van de grond overschoentjes aan te trekken. Tevens trekt hij een
wegwerpoverall aan.
* Laat de bulkautochauffeur de bulkauto niet direct onder de
stal-inlaat plaatsen. Bij vertrek worden de slangen en dergelijke
ontsmet.
* Wegwerpkleding bij het verlaten van het terrein achterlaten. Elke
keer wanneer de chauffeur van een bedrijf vertrekt gebruikt hij een
nieuwe stoelhoes.
* Om ieder risico te vermijden is het belangrijk geen materialen van
andere (pluimvee)bedrijven te gebruiken.