OM seponeert discriminatiezaak sportschoolhouder onder voorwaarden


11 maart 2015 - Arrondissementsparket Rotterdam

De officier van justitie die onderzoek deed naar discriminatie door de eigenaar van een sportschool in Rotterdam, heeft de zaak onder voorwaarden geseponeerd. Voorwaarde voor het sepot is het schrappen van kledingvoorschriften die een verbod inhouden op religieuze uitingen. Door het
kledingvoorschrift werden moslima's onevenredig zwaar getroffen. De officier heeft deze week het aanbod aan de sportschoolhouder gedaan. Door zijn toezegging het voorschrift te schrappen is verdere vervolging vooralsnog van de baan.

Tegen de sportschoolhouder was aangifte gedaan door een jonge vrouw die stage wilde lopen bij het bedrijf. Haar stage ging niet door toen de vrouw weigerde haar hoofddoek af te doen. De vrouw deed aangifte wegens discriminatie op grond van haar godsdienst.

Na onderzoek is gebleken dat door het verbod vooral moslima's getroffen werden. Het verbod op het dragen van een hoofddoek is niet redelijk, proportioneel of noodzakelijk om een multiculturele klantenkring te kunnen behouden, zo concludeert de officier van justitie. Klanten mochten wel sporten
met een hoofddoek.

De sportschoolhouder had aangegeven dat hij niet wilde dat zijn personeel uitdrukking gaf aan welke religieuze uiting dan ook, omdat op zijn sportschool mensen van alle religies zich welkom moesten voelen. Om die reden had hij het voorschrift opgenomen, zich onvoldoende realiserend dat dit
discriminerend kon zijn.

Eerder besloot het College voor de Rechten van de Mens, de opvolger van de Commissie Gelijke Behandeling, al dat de sportschoolhouder een verboden onderscheid maakte op grond van godsdienst.

Deel dit op

*