Voorgenomen fusie Laurens en RRR

Het centrum voor Reuma en Revalidatie Rotterdam (RRR) en Laurens maken vandaag het voorgenomen besluit bekend om te gaan fuseren. Per 1 augustus 2015 valt het RRR onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van Laurens.

De afgelopen maanden heeft een verkenning plaatsgevonden naar een mogelijke intensieve samenwerking tussen Laurens en het RRR. Beide organisaties zijn al vele jaren actief in de revalidatiezorg voor ouderen en behandelen ook zeer specifieke en complexe aandoeningen. Het samengaan zorgt voor continuiteit van de revalidatie en het RRR.

Versterken revalidatiezorg voor ouderen in regio Rotterdam Al gauw bleken beide organisaties elkaar aan te vullen op het gebied van revalidatiezorg aan kwetsbare ouderen in de regio Rotterdam. Door een bundeling van kennis en ervaring op de verschillende onderdelen van de medisch specialistische revalidatiezorg (MSR) en geriatrische revalidatiezorg (GRZ), zowel op de diverse locaties als poliklinisch en thuis, wordt meerwaarde gecreeerd voor de klanten. Samen bieden we een betere spreiding aan in de regio waar alle ziekenhuizen en andere ketenpartners in Rotterdam gebruik van kunnen maken. Voor de medewerkers van de beide organisaties biedt de samenwerking mogelijkheden om zich verder te ontwikkelen op de diverse specialisaties binnen de revalidatiezorg.

Vanaf het moment van de juridische fusie, 1 januari 2017, wordt het RRR organisatorisch onderdeel van Laurens. De verdere ontwikkeling naar een modern (poli)klinische revalidatievoorziening, inclusief een therapeutisch zwembad, van de geplande nieuwbouw van het RRR zal door het bestuur van Laurens overgenomen worden.

Als gevolg van de bestuurlijke fusie zal de bestuurder van het RRR, Wim van Deventer, per 1 augustus 2015 zijn taken neerleggen en zijn verantwoordelijkheden overdragen aan de Raad van Bestuur van Laurens, Ids Thepass en Marc Scholten. De bestuurders en toezichthouders van beide organisaties verwachten dat de voorgenomen fusie geen gevolgen zal hebben voor de werkgelegenheid.

Het voorgenomen besluit om te fuseren ligt ter advisering voor aan de Ondernemingsraad en de Clientenraad van beide organisaties. Daarnaast wordt toestemming voor de fusie gevraagd aan de NZa, ACM en WFZ.