De dag waarop de grenzen opengingen


25 maart 2015

Den Haag

Op 26 maart 1995 treedt het Verdrag van Schengen in werking. Grenscontroles tussen Nederland, Belgie, West-Duitsland en Frankrijk behoren daarmee tot het verleden.

Eerste plannen

In 1984 wordt voor het eerst openlijk gesproken over het openstellen van de grenzen tussen verschillende Europese landen. Frankrijk en Duitsland voeren besprekingen over het openstellen van hun grens en de Duitse kanselier Helmut Kohl wil graag met Nederland vergelijkbare gesprekken beginnen.
Lubbers ontvangt op 23 juli 1984 een brief van zijn Duitse ambtgenoot waarin deze hem `sehr dankbar' zou zijn `wenn wir auch an der deutsch-niederlaendischen Grenze zu aehnlichen Loesungen kommen koennten'.

`Europa van de burgers'

Lubbers laat Kohl op 21 september weten dat de Nederlandse regering positief is over de `vereenvoudiging van de grensformaliteiten'. Hij benadrukt wel dat er gesproken moet worden over al het grensverkeer: `In het "Europa van de burgers" [kunnen] we ons niet tot het personenverkeer (...)
beperken, omdat dan andere vertraging bij de grensovergang, met name bij vrachtverkeer en bussen, dan door burgers als nog ondraaglijker [wordt] ervaren'.

Het Berliner Loch

Zorgen over de opening van de grens zijn er wel. Het extreemrechtse kamerlid Hans Janmaat stelt op 5 april, wanneer Duitsland al heeft laten weten van plan te zijn de grenscontroles af te schaffen, Kamervragen over de kwestie. Hij informeert naar de problemen rondom het `Berliner Loch'; het
feit dat West-Duitsland niet bevoegd is grenscontroles uit te voeren aan de grens tussen West- en Oost-Berlijn. Op de vraag of het `de minister bekend is dat door deze "open" grens talloze criminele elementen toegang tot de landen van de Europese Gemeenschap verkrijgen' krijgt het Kamerlid een
ferme `neen' van staatssecretaris van Justitie, Virginie Korte-van Hemel te horen.

Import van criminaliteit

Binnen het kabinet is echter bekend wat de risico's van open grenzen zijn. Minister van Justitie, Frits Korthals Altes, laat de ministerraad op 21 september weten dat `moet worden vastgesteld dat juist vanuit Duitsland een belangrijke import van verdovende middelen en ook van andere vormen van
criminaliteit plaatsvindt'. Daarnaast speelt het probleem van het terugsturen van illegale grenspassanten. Uit een rapport van het ministerie van Justitie blijkt dat Duitsland eerder gemaakte afspraken anders uitlegt. Wanneer een vreemdeling verstopt in een trein Nederland in is gereisd, wordt
dit door Duitsland niet meer als `unbefugte Einreise' aangemerkt. De Nederlandse grensbewakingsautoriteiten hadden maar `beter moeten controleren (in de toiletten en onder de banken kijken!). In feite noopt deze houding eerder tot verscherpte dan tot verminderde controle.'

Verdrag van Schengen

Alle bezwaren wegen uiteindelijk niet op tegen de voordelen van open grenzen. De ministerraad gaat akkoord zodat Nederland op 14 juni 1985 samen met Belgie, Luxemburg, West-Duitsland en Frankrijk in het Luxemburgse Schengen het eerste Verdrag van Schengen ondertekent. Het duurt nog bijna tien
jaar voordat alle regelgeving is aangepast en de grenzen daadwerkelijk open kunnen.

Nationaal Archief

2.09.5027 Ministerie van Justitie: Beleidsarchief Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), 1956-1985, inv.nr. 3021