Datum: 30 maart 2015

Stichting Handen-in-Huis trekt per 1 april 2015 in oostvleugel

De gemeente Bunnik en de Stichting Handen-in-Huis hebben vorige week een huurcontract voor ruimte in gemeentehuis getekend. Handen-in-Huis wordt daar op 1 april 2015 de tweede externe huurder. Burgemeester Hans Martijn Ostendorp noemde de stichting een aanwinst. "De activiteiten van deze nieuwe partner liggen in het verlengde van onze zorgtaken. Nu Handen-in-Huis ruimte in ons gebouw huurt, wordt het gemeentehuis efficienter gebruikt en wordt het nog meer het huis van de gemeente."

Handen-in-Huis is een landelijk werkende organisatie die met vrijwilligers voor de 24-uurs vervanging van de vaste mantelzorger zorgt. De mantelzorgers die tot de doelgroep van deze stichting behoren wonen haast altijd in hetzelfde huis als de hulpvragers. De stichting huurt nu nog kantoorruimte elders in Bunnik.

Handen-in-Huis betrekt met ingang van 1 april 2015 ruimte in de oostvleugel. Die ruimte kwam eind vorig jaar vrij omdat de gemeente is overgegaan op het Nieuw Werken en het gemeentehuis verbouwd is. Op 1 januari betrok al `Meedoen mogelijk maken', de overkoepelende stichting voor het Revalidatiefonds en het Fonds verstandelijk gehandicapten, kantoorruimte in die oostvleugel.

Energie in gebouw

Algemeen manager van Handen-in-Huis, Jacqueline Beekes, prees bij de ondertekening van het contract de "hartelijke ontvangst op het gemeentehuis". Ze zei zich te verheugen om daar aan het werk te gaan "vanwege de levendigheid en de energie in het gebouw". Kantoor gaan houden in hetzelfde gebouw als het Centrum voor Elkaar van de gemeente kan voordelig zijn, meende Beekes. "Het kan onze zichtbaarheid en herkenbaarheid voor mantelzorgers in Bunnik vergroten."

Burgemeester Ostendorp lichtte toe waarom de gemeente huurders zoekt: "We willen het huis van de gemeente zo efficient mogelijk gebruiken." Dat levert de gemeente inkomsten op die zeer welkom zijn in een tijd van bezuinigingen. "Maar we zijn zorgvuldig in de keuze van huurders. Die moeten wel passen in wat mensen in een gemeentehuis verwachten. Handen-in-Huis past uitstekend in dat beeld. Er is geen directe verbinding tussen het werk van de stichting en onze zorgtaken, maar ze liggen wel in elkaars verlengde. Daarom is het goed dat we elkaar kennen en elkaar geregeld gaan ontmoeten."

Ostendorp vertelde verder dat, ook met deze twee huurders, de gemeente nog steeds ruimte beschikbaar heeft in de oostvleugel. Hij benadrukte dat meerdere invullingen van verhuur mogelijk waren.