Europa en regio steeds belangrijker financier voor R&D

De Nederlandse wetenschap haalt steeds meer geld uit Europa. Dat blijkt uit de publicatie Totale investeringen in Wetenschap en INnovatie (TWIN) die het Rathenau Instituut vandaag publiceert. In de afgelopen vijftien jaar stegen de inkomsten uit de zogeheten Europese kaderprogramma's van gemiddeld 165 miljoen euro per jaar naar 475 miljoen euro per jaar. Dit bedrag stijgt naar verwachting de komende jaren omdat het Europese onderzoeksprogramma' Horizon 2020 een veel groter budget heeft dan zijn voorganger.

Verder blijkt uit het rapport dat provincies en regio's nog bescheiden investeren in kennis en innovatie, maar dat dit de komende jaren gaat toenemen. In 2014 gaat er ongeveer 100 miljoen euro per jaar via de regio's. Dat geld komt deels van de EU.

De Nederlandse overheid geeft de komende jaren minder uit, maar blijft met ongeveer 6,0 miljard euro per jaar veruit de grootste financier van R&D en innovatie in Nederland. Het grootste deel van de R&D-uitgaven van de overheid gaat naar universitair onderzoek (eerste geldstroom) en overig niet-toepassingsgericht onderzoek. Het aandeel van beide categorieen stijgt in de periode 2013-2019 van 69% naar 76%. Dat komt mede doordat de R&D-uitgaven dalen voor categorieen als industrie (-18%), gezondheid (-32%) en technologische doelen (-40%).

Het Rathenau Instituut bundelt jaarlijks de gerealiseerde en voorgenomen uitgaven voor onderzoek en innovatie van de verschillende ministeries in de publicatie Totale investeringen in Wetenschap en INnovatie (TWIN). Het Rathenau Instituut stelt de cijfers samen op verzoek van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het Ministerie van Economische Zaken. In februari 2015 publiceerde het instituut al een voorpublicatie. Daaruit bleek dat de totale overheidsuitgaven voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie de komende jaren zullen dalen van 6 miljard in 2015 naar 5,5 miljard euro in 2019.

Over het Rathenau Instituut

Het Rathenau Instituut stimuleert de publieke en politieke meningsvorming over wetenschap en technologie. Daartoe doet het instituut onderzoek naar de organisatie en ontwikkeling van het wetenschapssysteem, publiceert het over maatschappelijke effecten van nieuwe technologieen, en organiseert het debatten over vraagstukken en dilemma's op het gebied van wetenschap en technologie.