Veel psychische klachten, weinig behoefte aan aanvullende psychische..


Hematologische patienten lossen het vaak zelf op

Veel psychische klachten, weinig behoefte aan aanvullende psychische zorg

14 april 2015

Bijna 70% van de patienten die een stamceltransplantatie ondergaan hebben cognitieve of emotionele klachten maar er is nauwelijks behoefte aan aanvullende psychische zorg. De meeste patienten lossen het liever zelfstandig op of met behulp van hun naasten. Dit blijkt uit onderzoek van Annemarie
Braamse. Zij promoveert op 17 april bij VUmc.

Patienten met hematologische ziekten als kanker in het bloed, beenmerg en/of lymfeklieren die een stamceltransplantatie ondergaan, ondervinden na de behandeling vaak psychische klachten, zoals angst of depressie. Annemarie Braamse deed onderzoek naar de effecten van en behoefte aan
ondersteunende psychische zorg bij deze patienten. Zij vond dat 68% van de patienten in de vijf jaar na de behandelingcognitieve/emotionele problemen heeft, maar dat slechts 7 % van de patienten behoefte heeft aan aanvullende, ondersteunende zorg voor deze klachten.

Stressvolle behandeling
Stamceltransplantatie wordt binnen de oncologische zorg gezien als een van de meest belastende en stressvolle behandelingen. Hoewel stamceltransplantatie tot betere overlevingskansen leidt gaat de behandeling gepaard met beperkingen in de kwaliteit van leven van de patienten. Psychische,
fysieke, cognitief-emotionele en praktische problemen worden door patienten vaak gemeld na de transplantatie.

Zelfstandig oplossen
Uit het onderzoek van Braamse blijkt dat de behoefte aan ondersteunende zorg afhankelijk is van de wens van patienten om hun problemen zelfstandig of met behulp van naasten aan te pakken. De meeste patienten blijken in staat om ondersteund door naasten, artsen en verpleegkundigen met de veelal
zware gevolgen van hun ziekte en behandeling om te kunnen gaan. Braamse: "Er moet een goede balans worden gezocht tussen enerzijds het ondersteunen van de veerkracht van patienten en hun wens om problemen zelfstandig op te lossen en anderzijds hun eventuele behoefte aan aanvullende psychische
zorg".

bron: Persbericht