Graven naar mensen en middelen in Mykeens Griekenland

In de 13e eeuw v.Chr. werden in Mykeens Griekenland ambitieuze programma's van monumentale bouwwerken uitgevoerd. Hoe werden mensen en middelen ingezet en welke socio-economische invloed had dat? De Leidse archeologe dr. Ann Brysbaert gaat het met een ERC Consolidator Grant onderzoeken.

Innovatieve benadering

Naar de bouwwerken zelf is al veel onderzoek gedaan. Maar nog niet is gezocht naar antwoorden op vragen als: wat was de invloed van deze arbeidsintensieve bouwwerken op de lokale politiek en economie, en hoe reageerde de bevolking op het voortdurende bouwen en andere veranderingen? Ann Brysbaert wil met haar team antwoorden vinden door middel van verschillende innovatieve benaderingen.

Onderzoek aan de oostmuur van de ruine van de citadel Tiryns. De 'menselijke maat' op de foto geeft een idee van de grootte van de bouwblokken en van de hoeveelheid arbeidskracht (letterlijk) die het bouwwerk moet hebben gevergd.

Onderzoek aan de oostmuur van de ruine van de citadel Tiryns. De 'menselijke maat' op de foto geeft een idee van de grootte van de bouwblokken en van de hoeveelheid arbeidskracht (letterlijk) die het bouwwerk moet hebben gevergd.

Heel veel arbeidskracht nodig

Het bouwen in de prehistorie ging zonder moderne ingenieursvaardigheden en materieel zoals kranen. Daarom roept het verrijzen van een ontzagwekkende reeks citadels, graftombes, waterwerken, bruggen en wegen in Mykeens Griekenland, in de regio Argolida, veel vragen op. Het kan niet anders of er kwamen enorme hoeveelheden arbeidskracht aan te pas en dat over een periode van 200 `a 300 jaar.

Geinvesteerde arbeid berekenen

De archeologen gaan de bouwprocessen indelen in stappen: van de winning van steen in de steengroeve tot en met de bouw. Het team wil via intensief veldwerk ter plekke economische data verzamelen door middel van architectural energetics. Hiermee is de geinvesteerde arbeid te berekenen in termen van tijd en hoeveelheid arbeiders. De methode bestaat uit het opmeten in 3D van alle bouwstenen, om daarmee het gewicht en de massa van de stenen te bepalen. Met de uitkomsten van deze berekeningen kan vervolgens worden uitgerekend hoeveel mensen en middelen nodig waren om de stenen te winnen, te transporteren naar de bouwwerf en er de bouwwerken mee te realiseren.

Plattegrond van de citadel Tiryns.

Plattegrond van de citadel Tiryns.

Completer plaatje van kleurrijk mozaiek

Deze veldberekeningen worden aangevuld met onder meer al beschikbare data-sets van vestigingspatronen en -dichtheden. Ann Brysbaert en haar team gaan die combineren met archeobotanische, geomorfologische en klimatologische informatie. Ook de sterftecijfers in de Argolida worden in het onderzoek betrokken. De gebruikte methoden op zich zijn niet nieuw, wel het combineren ervan. Om met Ann Brysbaert zelf te spreken: 'De combinatie van methoden schildert een completer beeld van het kleurrijke mozaiek van intensieve en geintegreerde menselijke activiteiten.'

Hoe combineerden de Mykeners al dat werk?

Door de werkwijze hoopt het team allerlei inzichten te verwerven in regionaal pre-historisch landgebruik en menselijke activiteiten. Ann Brysbaert: `Het is duidelijk dat de mensen die in de bouw werkten, niet tegelijkertijd in de landbouw werkzaam konden zijn, terwijl zij en hun families wel moesten eten en de nodige werktuigen moesten maken. Hoe deden ze dat dan? En waren er wel genoeg mensen beschikbaar in de regio, of waren mensen van elders nodig om zowel intensief en langdurig te bouwen als te voorzien in de dagelijkse behoeften?'

Alleen al de horizontale stenen balk bij de ingang van het Mykeense koningsgraf van Atreus weegt 1200 kilo.

Alleen al de horizontale stenen balk bij de ingang van het Mykeense koningsgraf van Atreus weegt 1200 kilo.

Hoe leefde men in crises?

Rond 1200 v.Chr. stortte de Mykeense beschaving in. `Tot nu toe is nog niet precies achterhaald hoe dat kwam hoewel hierover al heel wat theorieen gepubliceerd zijn', zegt Ann Brysbaert. `Wel is duidelijk dat niet alleen de Mykeense beschaving het onderspit delfde, maar dat er in een veel groter gebied interne en externe conflicten woedden en zich andere vormen van neergang manifesteerden. Om zowel het lokale beeld als de relatie met de veel bredere situatie te begrijpen, is het cruciaal te ontdekken hoe de mensen rond 1200 v.Chr. leefden met dergelijke crises.

Project overstijgt de tijd

De archeologe gelooft sterk in de betekenis die haar onderzoek voor de huidige tijd kan hebben. `Mijn project heeft tot doel te laten zien hoe mensen in het verleden in moeilijke tijden omgingen met veranderingen in hun situatie, ten goede of ten kwade, zodat ze zo normaal mogelijk verder konden met hun leven. Dat is van alle tijden. Daarom ben ik ervan overtuigd dat het SETinSTONE-project de Mykeense tijd en regio overstijgt: het is universeel en globaal omdat het laat zien hoe je het heden kunt proberen te begrijpen door greep te krijgen op het verleden.'