Buma: rechtvaardigheid moet uitgangspunt zijn bij opvang en uitzetting

Voor het CDA staat voorop dat een rechtvaardig vreemdelingenbeleid betekent dat een rechterlijke uitspraak dient te worden nagevolgd. Bij een negatieve beslissing moet de uitgeprocedeerde vreemdeling terugkeren naar zijn land van herkomst. Daadwerkelijke terugkeer vergt veel inspanning, overtuiging en zo nodig een harde hand.

Naar aanleiding van het coalitie akkoord hebben veel gemeenten aangegeven een vorm van noodopvang te willen kunnen blijven bieden. De ervaring van de afgelopen jaren is geweest dat gemeenten dit vanuit hun zorg voor kwetsbare mensen ook daadwerkelijk doen. Het CDA is van mening dat het Rijk moet beseffen dat gemeenten hier een eigen verantwoordelijkheid hebben.

Daadwerkelijk terugkeer is een gezamenlijke inspanning. Gemeenten en Rijk hebben een gezamenlijke taak. Daarin past niet dat het kabinet het probleem nu over de schutting gooit. Zeker niet als daar bij voorbaat een sanctie aan wordt gekoppeld.

Buma wilde graag van het kabinet weten waarom het zo'n haast had met de bed-bad-broodregeling, na de uitspraak van de Raad van Europa. Er komen immers nog uitspraken van de Raad van State en de Centrale Raad van Beroep die misschien een richting kunnen geven aan de manier waarop het nu verder moet. "Waarom heeft het kabinet die uitspraken niet afgewacht? Stel dat die uitspraken er komen, kan dat dan betekenen dat het akkoord weer wordt veranderd? Is het kabinet verder bereid om al de bezuinigingen op bijvoorbeeld de Dienst Terugkeer & Vertrek gewoon terug te draaien om zo zelf een bijdrage te leveren aan terugkeer."

Trefwoorden

* Bed-bad-broodregeling

* noodopvang

* Sybrand Buma