Provincie en gemeente: integrale ontwikkeling Waterliniegebied

Datum: 30 april 2015

Rob Zakee en Mariette PennartsRob Zakee en Mariette Pennarts

Gedeputeerde Mariette Pennarts brengt werkbezoek aan Bunnik

Restauratie en behoud van de forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW) zijn belangrijk. Maar om de potentie van het grootste monument van Nederland te benutten, moeten we verder durven kijken dan losse forten en hun directe omgeving. Een integrale gebiedsontwikkeling van de hele Waterlinie is nodig. Om moeilijke keuzes te helpen maken op het gebied van wonen, werken, verkeer en recreatie, aldus gedeputeerde Mariette Pennarts van de provincie Utrecht en wethouder Rob Zakee.

Pennarts, die cultuur in portefeuille heeft, bracht onlangs een werkbezoek aan Bunnik. Ze sprak daar met wethouder Rob Zakee onder andere over Fort bij Vechten. Dat fort heeft een bijzondere plaats in de 85 km lange NHW, die loopt van Muiden tot aan de Biesbosch. Pennarts: "Het ligt in het hart van de Waterliniegebied. Het is het op een na grootste en best bereikbare fort. Niet toevallig bouwen we daar het Nationaal Waterliniemuseum." Zakee voegde daar aan toe: "Wat Vechten helemaal uniek maakt, is dat daar de Waterlinie de Romeinse Limes kruist. Die zijn beide genomineerd als UNESCO Werelderfgoed. Die combinatie vind je nergens anders."

Identiteit en hart

De 2 bestuurders vinden het hoog tijd om verder te kijken dan het behoud van losse forten en hun directe omgeving. Pennarts: "We moeten van een locatiegebonden aanpak naar een integrale gebiedsontwikkeling. Dan waarborg je de kracht van dit prachtige nationale landschap. Je geeft het gebied een identiteit en dat is nodig om de Waterlinie niet alleen in het hoofd, maar ook in het hart van mensen te laten leven. Het gebied zit niet alleen vol cultuurhistorie, maar heeft ook toeristische en economische potentie. Die halen we er nu veel te weinig uit." Zakee stemde daar mee in en wees Pennarts erop dat Bunnik, Wijk bij Duurstede en Houten sinds kort samen aan een omgevingsvisie voor de Kromme Rijnstreek werken.

Het Rijk gaf vorig jaar de regie over het Waterlinieproject door aan de vier linieprovincies. Dat zijn naast Utrecht, Noord-Holland, Gelderland en Noord-Brabant. "De grote overheidsinvesteringen in behoud en ontwikkeling lopen af", aldus Pennarts. "Belangrijk worden nu duurzame exploitatie en beheer. Onze zoektocht naar het juiste model voor het Waterliniemuseum loopt nog. Meer in het algemeen wordt het tijd dat lokale partijen, zoals gemeenten, ondernemers en particulieren nadrukkelijk voor de doorontwikkeling van het gebied helpen zorgen."

Zakee tekende daar wel bij aan dat overheden altijd een rol houden. "Ze bewaken de kwaliteit van het gebied, bemiddelen, tillen plannen naar een hoger niveau en helpen partijen de weg vinden in alle subsidieregels en procedures."