Kranslegging, de Cijfers

EMBARGO TOT 4 MEI 20:05 UUR

Kranslegging, de Cijfers

Tijdens de Nationale Herdenking op 4 mei worden kransen gelegd voor alle Nederlandse oorlogsslachtoffers. Wij doen dat in blijvende dankbaarheid jegens allen, die waar ook ter wereld hun leven hebben gegeven voor onze vrijheid.

Aantallen slachtoffers

Zeventig jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog neemt de vraag om gegevens over de aantallen Nederlandse slachtoffers van oorlogsgeweld toe. Voor nabestaanden in de eerste plaats en ook voor journalisten en andere geïnteresseerden is het van belang te weten hoeveel mensen zijn omgekomen in de Tweede Wereldoorlog en door oorlogsgeweld nadien. In een nieuwe publicatie De doden tellen. Slachtofferaantallen van de Tweede Wereldoorlog en sindsdien laat het Nationaal Comité 4 en 5 mei experts aan het woord over de cijfers en gaan zij in op de mensen achter deze cijfers.

Het exacte aantal slachtoffers zal nooit te achterhalen zijn. Dat is geen onwil of desinteresse voor slachtoffers, maar een gebrek aan gegevens. In veel gevallen moeten we uitgaan van schattingen. Sommige gegevens over slachtoffers zijn nooit volledig geregistreerd. Ook zijn archieven uit de oorlogsperiode soms vernietigd door oorlogsgeweld, of opzettelijk, om oorlogsmisdaden te verbloemen. Uit Nederlands-Indië ontbreken veel gegevens. Ook is niet te voorkomen dat in sommige categorieën overlap voorkomt.

Voor wie worden de kransen gelegd, met cijfers uit de publicatie De doden tellen

De eerste krans wordt gelegd door het staatshoofd, namens de Nederlandse bevolking. Deze krans wordt gelegd vlak voor 20.00 uur, het begin van de twee minuten stilte in het hele land. Vervolgens worden vijf kransen gelegd door overlevenden voor de verschillende groepen oorlogsslachtoffers, gevolgd door de kranslegging door Nederlandse autoriteiten. Hieronder volgt de volgorde van kranslegging:

1. Ter nagedachtenis aan allen die omgekomen zijn leggen Zijne Majesteit de Koning en Hare Majesteit de Koningin als eersten een krans.

Daarna worden drie kransen gelegd voor alle burgers, die tijdens of direct na de Tweede Wereldoorlog in Europa zijn omgebracht of omgekomen:

2. Een krans voor de meer dan 100.000 Joden, Roma en Sinti die werden geïsoleerd, gedeporteerd, vermoord in concentratie- en vernietigingskampen om wie zij waren. Circa: 102.215 - 104.215

» 102.000 - 104.000 in Nederland vervolgde Joden.

» 215 in Nederland vervolgde Roma en Sinti.

3. Een krans voor mensen die gevangen werden genomen en vermoord omdat zij in verzet kwamen, omdat zij opstonden voor de rechten van anderen, voor rechtsstaat en democratie. Circa: 8.000

» circa 4.000 slachtoffers omgekomen in kampen,

» circa 100 in Arbeitserziehungslager,

» 500 - 800 omgekomen in tuchthuizen en gevangenissen,

» circa 2.000 slachtoffers door executie,

» 500 - 600 slachtoffers van concentratiekampen in Nederland,

» 40 mannen van de Prinses Irene Brigade,

» 102 leden van de Stoottroepen.

4. Een krans voor hen die het leven verloren door oorlogsgeweld, honger, bombardementen, willekeur of uitputting. Circa: 127.630 - 136.630

» 16.000 - 25.000 slachtoffers van de Hongerwinter.

» circa 50.000 slachtoffers van een daling van de volksgezondheid in Nederland.

» circa 30.000 burgerslachtoffers van oorlogshandelingen in Nederland.

» circa 23.000 burgerslachtoffers van de bevrijding in Nederland.

» Minstens 8.500 Nederlandse dwangarbeiders.

» circa 130 Nederlandse Jehova’s getuigen.

Hierna volgen twee kransen:

5. De volgende krans wordt gelegd voor alle burgers die tijdens of direct na de Tweede Wereldoorlog zijn omgebracht of omgekomen in Azië, als gevolg van verzet, internering oorlogsgeweld en uitputting.

Circa: 22.500 - 42.800

» 13.000 -16.800 burgers omgekomen in interneringskampen Azië.

» circa 2000 burgers omgekomen buiten de kampen in Nederlands-Indië.

» circa 2000 burgers omgekomen tijdens internering in Bersiapkampen.

» 3.500 - 20.000 burgers omgekomen door geweld in Nederlands-Indie/Indonesië na de oorlog.

» circa 2000 burgers zijn omgekomen bij Indisch verzet.

6. De volgende krans wordt gelegd voor militairen en koopvaardijpersoneel, omgekomen in dienst van het Koninkrijk der Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog - of daarna in oorlogssituaties en bij vredesoperaties.

De Tweede Wereldoorlog

Circa: 14.100 - 14.200

» circa 3400 slachtoffers koopvaardij.

» circa 2200 gesneuvelde militairen in de meidagen van 1940.

» 300 - 400 militairen in krijgsgevangenschap in Europa.

» 7.552 omgekomen krijgsgevangenen van het KNIL in Nederlands Indië.

» 648 omgekomen krijgsgevangenen van de Koninklijke Marine in Nederlands Indië. In oorlogssituaties en bij vredesoperaties na de Tweede Wereldoorlog.

Circa: 5.173 - 5.176

» 2.526 gesneuvelde militairen in Nederlands-Indie/Indonesië 1945-1949.

» 2.225 omgekomen militairen in Nederlands-Indie/Indonesië 1945-1949.

» 123 - 126 slachtoffers in Korea.

» 109 slachtoffers in Nieuw Guinea.

» 90 slachtoffers van vredesmissies sinds 1945.

Als laatste worden er kransen gelegd door de autoriteiten:

7. De voorzitters van de Eerste en Tweede kamer namens de Staten Generaal.

8. De minster-president, de minister van Defensie, de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de gevolmachtigde ministers van Aruba, Curaçao en Sint Maarten namens de Rijksministerraad van het Koninkrijk.

9. De Commandant der Stijdkrachten en zijn Operationele Ondercommandanten namens de gehele krijgsmacht.

10. De burgemeester en locoburgemeester van Amsterdamen namens de gemeente Amsterdam.