IPO vindt dat regulier toezicht niet mag worden doorberekend

IPO vindt dat regulier toezicht niet mag worden doorberekend

03 juni 2015

Regulier toezicht bij Brzo-bedrijven moet niet aan bedrijven worden doorberekend, dit vindt het IPO in reactie op het voorstel van minister Asscher. Als er kosten van toezicht en handhaving worden verhaald, dan zouden dat de kosten moeten zijn voor de excessen die ontstaan bij bedrijven die stelselmatig de grenzen opzoeken. Dit zou ook moeten gelden voor bedrijven in andere branches die niet onder het Brzo vallen.

Minister Asscher is voornemens om de kosten van de inspecties op de arbeidsomstandigheden door te belasten aan bedrijven die vallen onder het Besluit risico's zware ongevallen (Brzo). Daartoe heeft hij een wetsvoorstel ontwikkeld. Toezicht op de naleving van wet- en regelgeving is bij uitstek een overheidstaak die moet worden gefinancierd uit publieke middelen. Dit is voor het IPO het uitgangspunt. Het is de taak van de overheid om er op toe te zien dat het bedrijfsleven zijn verantwoordelijkheid waarmaakt om de wet- en regelgeving na te leven.

Excessieve toezichtkosten

Het IPO schreef al eerder aan het departement van Infrastructuur en Milieu dat het reguliere toezicht niet moet worden doorberekend. Wel dringt het IPO aan op nieuwe wetgeving om de extra kosten bij excessief toezicht en handhaving te kunnen verhalen. Bedrijven waar extreme situaties worden aangetroffen en bedrijven die stelselmatig niet voldoen aan de wet - en regelgeving kosten veel extra inzet en veroorzaken risico's voor de veiligheid, gezondheid en milieu.

Meer branches

Juist bij andere branches dan de Brzo-bedrijven, zoals bijvoorbeeld de bodemsanering- en de afvalbranche, zijn er voorbeelden te vinden van hoog oplopende kosten door het stelselmatig niet naleven door de bedrijven. Het IPO vindt dat wetgeving gericht op het verhalen van excessieve toezichtkosten zich niet moet beperken tot bedrijven die onder het Brzo vallen, maar dat onderzocht moet worden wat redelijkerwijs de bandbreedte van de wetgeving zou moeten zijn.