Zorg werkt hard aan terugdringen vrijheidsbeperking


Verdere verbeteringen blijven nodig

Nieuwsbericht | 04-06-2015

De geestelijke gezondheidszorg (GGZ), ouderenzorg en gehandicaptenzorg werken hard aan het terugdringen van vrijheidsbeperking. Instellingen nemen steeds meer maatregelen om vrijheidsbeperkingen zoveel mogelijk te voorkomen. Toch zijn er nog inspanningen nodig om vrijheidsbeperking verder
terug te dringen. Dit blijkt uit twee onderzoeken van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ).

Aanleiding

Vrijheidsbeperking is een ingrijpende maatregel. Het kan grote risico's opleveren op psychische en fysieke schade bij patienten. Daarom hield de inspectie de afgelopen jaren intensief toezicht op het terugdringen van vrijheidsbeperking in de psychiatrie, ouderenzorg en gehandicaptenzorg.

Separeren in de GGZ

Sinds 2002 proberen GGZ-instellingen separaties terug te dringen, zowel in tijdsduur als in aantal keren. De inspectie volgt deze vorderingen nauwlettend. Eind 2011 concludeerde de inspectie dat de GGZ-instellingen de ambities niet haalden. Het terugdringen van separeren bleek te vertragen.

In 2013, 2014 en het eerste kwartaal van 2015 bezocht de inspectie 66 GGZ-instellingen. Sommige daarvan meerdere malen. Uit het onderzoek blijkt dat de GGZ-instellingen veel verbeterd hebben om separaties te voorkomen en terug te dringen. Er zijn wel verschillen in de snelheid van verbetering
tussen de GGZ-instellingen. Een kleine groep instellingen werkt voortdurend aan verbeteringen. Ze gebruiken normen die zelfs nog strikter zijn dan de normen die de inspectie gebruikte voor dit onderzoek. Het aantal en de duur van separaties is bij deze instellingen verder gedaald en veel
separeerruimtes worden niet meer gebruikt. Ongeveer een derde van de instellingen maakte zich de normen minder snel eigen. Deze instellingen hadden meer tijd en inspectietoezicht nodig om te verbeteren. Bij zes instellingen was veel tijd en inspectiedruk nodig om te komen tot de gewenste
verbeteringen.

De inspectie wil dat de GGZ-instellingen meer kennis met elkaar delen. Daarnaast is het belangrijk dat het veld snel komt met een multiNOTdisciplinaire richtlijn voor dwang en drang. De inspectie zal met haar toezicht de komende jaren stimuleren dat instellingen hun verantwoordelijkheid nemen
en meer van elkaar leren.

Dwangbehandeling in de ouderenzorg en gehandicaptenzorg

In 2013 en 2014 toetste de inspectie 187 dwangbehandelingen in de ouderenzorg en de verstandelijk gehandicaptenzorg. Het gaat dan bijvoorbeeld om separatie, fixatie en gedwongen medicatie.

Veel zorgaanbieders is het gelukt om vrijheidbeperkende maatregelen zoals het gebruik van de onrustband helemaal af te schaffen. Zelfs in heel complexe situaties. Het besluit tot een dwangbehandeling en de evaluatie van deze behandeling gebeurt in multidisciplinair overleg waarbij ook een arts
en/of een orthopedagoog aanwezig is. Zorgaanbieders kijken steeds vaker naar alternatieven om vrijheidsbeperking te voorkomen of om minder zware middelen in te zetten. Daarnaast werken de instellingen meer met signaleringsplannen. Zo kunnen medewerkers na signalen van een client op tijd
ingrijpen zonder dat vrijheidsbeperking nodig is.

Toch ziet de inspectie dat een aantal instellingen nog steeds te lang wacht met het inschakelen van een externe deskundige om te helpen bij het afbouwen van langdurende dwangbehandeling. Ook zetten instellingen nog medicatie in bij een dwangbehandeling. Verder komt het nog te vaak voor dat
clienten op de eigen kamer worden opgesloten en ook de Zweedse band wordt nog te vaak gebruikt.

De inspectie blijft er bij zorgaanbieders op hameren om deze punten de komende jaren te verbeteren. In het toezicht op dwangbehanNOTdelingen en andere vrijheidsbeNOTperking kijkt de inspectie of instellingen hun verantwoordelijkheid nemen.

Meer informatie

* GGZ instellingen investeren in terugdringen separatie 04-06-2015 | PDF-document, 573 kB
* Toezicht vrijheidsbeperking onder dwang 04-06-2015 | PDF-document, 186 kB