Genen en hun werking bij artrose

Genen en hun werking bij artrose Naar overzicht

4 juni 2015 | NIEUWSBERICHT

Artrose is een veel voorkomende aandoening van de gewrichten. Onderzoek van LUMC-promovenda Yolande Ramos biedt inzicht in de genen die een rol spelen bij het ontstaan en het verloop van de ziekte. Het doel: artrose sneller opsporen en effectiever behandelen.

Een miljoen Nederlanders lijden aan artrose, waarmee de aandoening in de top vijf van meest voorkomende ziektes staat. En het aantal zal alleen nog maar groeien, verwacht moleculair epidemioloog Yolande Ramos. "De aandoening komt vaker voor bij ouderen en mensen met overgewicht, en dit aantal zal steeds groter worden." Bij artrose wordt het kraakbeen dunner waardoor de gewrichten pijnlijk en stijf worden. Er is nog geen goede behandeling. En de diagnose kan pas laat worden gesteld.

Vroege diagnose

Het onderzoek van Ramos grijpt daar op aan. "Een deel van mijn promotieonderzoek is gericht op de toepassing van biologische markers voor artrose. Een goede biomarker kan zorgen voor een vroegtijdige diagnose, liefst nog voor de schade zichtbaar wordt op een roentgenfoto. Ook kan zo'n marker informatie geven over het verloop van de ziekte en het subtype artrose. Belangrijke informatie om een patient optimaal te kunnen behandelen."

Artrosepatienten te onderscheiden

Genexpressie, bijvoorbeeld in een makkelijk verkrijgbaar weefsel zoals bloed, kan dienen als een moleculaire biomarker. Zo'n biomarker biedt ook inzicht in de mechanismen achter artrose. Ramos ontdekte een aantal verschillen in genexpressie tussen artrosepatienten en gezonde mensen. "Verschillen op het gebied van skeletvorming en pijnperceptie, en op het gebied van celdood. Door te kijken naar de expressie van slechts vier van deze genen in het bloed, blijken artrosepatienten zeer goed van gezonde mensen te kunnen worden onderscheiden. Wij zijn de eersten die dat aantonen."

Schildklierhormoon

Weten welke genen tot expressie komen is belangrijk. Maar weten via welke mechanismen deze genen werken, is misschien nog wel belangrijker. Funtional genomics, het combineren van genetisch en functioneel onderzoek, kan de selectie van medicijnen om artrose te behandelen verbeteren. Ramos werkte aan een modelsysteem om de effecten van bepaalde genetische afwijkingen op kraakbeen- en botvorming te onderzoeken. "We wisten bijvoorbeeld al dat het gen DIO2 een rol speelt bij het ontwikkelen van artrose. In een model heb ik onderzocht hoe dat werkt. DIO2 blijkt een enzym te vormen dat schildklierhormoon activeert. Dit hormoon heeft een negatief effect op kraakbeen. Remming van deze activatie met een al bekende drug lijkt de structuur van het kraakbeen te verbeteren."

Toekomst

Functional genomics heeft de toekomst, vindt Ramos. "Het is een manier om kennis van genetica te vertalen naar praktische toepassingen en behandelingen in de kliniek. De modelsystemen die we hebben opgezet kunnen in de toekomst worden uitgebreid naar complexe, meercellige systemen, om de interactie tussen verschillende weefsels van het gewricht in kaart te brengen."

Yolande Ramos promoveerde op 26 mei op haar proefschrift Osteoarthritis, a degenerative disease of the articular joints: towards the implementation of functional genomics in OA bij prof. Eline Slagboom en dr. Ingrid Meulenbelt (copromotor).