Regionale verschillen in gebruik langdurige zorg moeilijk verklaarbaar

Realisatie bezuiniging kabinet van Euro 500 miljoen onzeker

Bestaande regionale verschillen in het gebruik van langdurige zorg laten zich niet makkelijk verklaren. Het is onzeker of het kabinet hierdoor een bezuiniging van Euro 0,5 miljard op de langdurige zorg aan ouderen en chronisch zieken kan realiseren. Diepgaander onderzoek is nodig om vast te

stellen of doelmatiger gebruik van langdurige zorg in instellingen of aan huis mogelijk is door de regionale verschillen te verkleinen.

Dit blijkt uit het onderzoek Regionale verschillen in de langdurige zorg - Mogelijke verklaringen voor zorggebruik van ouderen en chronisch zieken dat de Algemene Rekenkamer op 9 juni 2015 publiceert. Dit onderzoek is uitgevoerd met hulp van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en gaat

over de via de overheid gefinancierde zorg die ruim 582.000 Nederlanders ontvangen.

Of en hoeveel langdurige zorg iemand gebruikt wordt vooral bepaald door voor de hand liggende factoren als de gezondheid van de patient, de leeftijd en de samenstelling van het huishouden en het inkomen. Dit zijn factoren waar de overheid relatief weinig invloed op heeft. De Algemene

Rekenkamer concludeert dat de minister hierdoor weinig mogelijkheden heeft om te sturen op doelmatiger gebruik van langdurige zorg door ouderen en chronisch zieken.

Analyses van de Algemene Rekenkamer en CBS wijzen uit dat in zeven zorg-kantoorregio's (in Oost-Brabant, Noord-Limburg en delen van Overijssel) de mate van gebruik door ouderen en chronisch zieken van zorg met verblijf in een instelling 5 tot 15 % hoger ligt dan verwacht mag worden vanwege de

bevolkings-samenstelling. In een regio, Zaanstreek/Waterland, is dat 15 % lager dan verwacht. In de regio Haaglanden is de zorgomvang lager dan verwacht, terwijl in de nabije regio Delft dit juist hoger is.

Bij zorg zonder verblijf (dus aan huis) vallen de regionale verschillen anders en hoger uit: in Zeeland, delen van Noord-Brabant en de Randstad worden deze vormen van zorg minder benut dan te verwachten is, in enkele regio's in Gelderland en Overijssel en twee in Noord- en Zuid-Holland is dit

juist meer.

Nadere analyse wijst uit dat de kwaliteit van het zorgaanbod en de mate van samenwerking in een regio tussen mantelzorgers, huisarts en andere zorg-aanbieders ook factoren zijn die een rol spelen in de mate waarin langdurige zorg gebruikt wordt. Maar hierover zijn onvoldoende goede gegevens

beschikbaar om vast te stellen hoe doelmatig de zorg in een regio georganiseerd is. Het onderzoek van de Algemene Rekenkamer biedt wel aanknopingspunten, vandaar de aanbeveling aan de minister om vervolgonderzoek uit te laten voeren. De Algemene Rekenkamer benadrukt daarnaast het belang van de

beschikbaarheid van actuele en kwalitatief goede (open) data.

Bezuiniging onderdeel van hervorming langdurige zorg

Het voornemen van de minister om vanaf 2017 Euro 0,5 miljard structureel te besparen op de langdurige zorg voor ouderen en chronisch zieken maakt deel uit van de hervorming van de hele langdurige zorg met een voorziene besparing van Euro 3,5 miljard. De minister begroot voor dit jaar Euro 19,5

miljard uit te geven via de Wet langdurige zorg.

De Algemene Rekenkamer kenschetst de onderbouwing voor de Euro 0,5 miljard als onvoldoende en de minister heeft dan onvoldoende handvatten om de besparing te realiseren. Zeker nu sinds 2015 het kabinet de langdurige zorg hervormt. Bij deze hervorming wordt maatwerk gestimuleerd, maar dat kan

ook leiden tot juist grotere verschillen in het gebruik van zorgvoorzieningen tussen regio's. Omdat ook gemeenten en andere instanties een rol krijgen. Dit maakt het vraagstuk van zo doelmatig mogelijke langdurige zorg complexer.

Reactie staatssecretaris en nawoord Algemene Rekenkamer

De staatssecretaris van VWS reageert: Er zijn inderdaad weinig mogelijkheden om te sturen op de ontwikkeling van de zorgbehoeften. Dit hoeft niet te gelden voor de zorgverlening en de organisatie daarvan. De hervorming van de zorg moet juist een kanteling bewerkstelligen zodat, afhankelijk van

wat een client nog kan, de inzet van zorg passend is. Ook in regio's met een hoog zorggebruik (door een hoge leeftijd) kan de doelmatigheid worden verbeterd, stelt de staatssecretaris.

Deze ambitie, schrijft de Algemene Rekenkamer in haar nawoord, gaat voorbij aan de boodschap dat de ingeboekte besparing onvoldoende onderbouwd is.