Congres van Wenen: Pijlenbundel met zeventien pijlen herenigd


9 juni 2015

Den Haag

In juni 1815 eindigt het Congres van Wenen waardoor, zo staat in een anonieme brief aan de Staten-Generaal, de zeventien Nederlandse provincies weer onderdeel uitmaken van een Pijlenbundel.

Diplomaten in dienst van de Prins van Oranje

Tussen september 1814 en juni 1815 komen vertegenwoordigers van keizers, koningen, prinsen en de paus in Wenen samen om het Europa van na de Napoleontische Oorlogen opnieuw vorm te geven. Prins Willem Frederik van Oranje Nassau, de latere koning Willem I, stuurt Lord Clancarty, baron von
Gagern en baron Van Spaen de Voorstonde naar Wenen om zijn belangen te behartigen.

Verschillende missies

Spaen houdt zich vooral bezig met handelszaken en scheepvaart. Von Gagern krijgt onder andere de zware taak om de Duitse erflanden van de prins te verenigen met de Nederlanden. En de Britse diplomaat Clancarty moet de hereniging met de Belgische provincies tot stand brengen. Een hereniging
waar zowel Willem, de Nederlandse adel en de Britse regering belang bij hebben en die al ver voor het congres onderwerp van gesprek is.

Britse belangen

Groot-Brittannie wil een sterke bufferstaat en bondgenoot tegen Frankrijk. Een Koninkrijk der Verenigde Nederlanden, met aan het hoofd een Van Oranje-Nassau, kan deze rol vervullen. De Britse regering is bereid Willems claim op het koningschap te steunen. Maar niet voor niets; hij moet dan wel
afzien van zijn claims op de hertogdommen Kleef en Nassau, het eiland Ceylon en de Kaapkolonie.

Diplomatieke correspondentie

In aanloop naar het Congres van Wenen correspondeert Lord Castlereagh, de belangrijkste Britse diplomaat tijdens het Weense Congres, met Clancarty over deze belangrijke zaken. Clancarty en Castlereagh zijn van mening dat de hereniging met de Belgische provincies eerlijk moet verlopen.
Castlereagh vreest dat de Belgische provincies als melkkoe gebruikt gaan worden door de noordelijke provincies. De Britse steun wordt door sommigen eerder ervaren als ongewenste inmenging.

(On)dankbaar

Casltereagh schrijft in zijn brief van 14 juli 1814 over de Nederlandse overheid die zich in zijn ogen onterecht ernstig benadeeld voelt. De Nederlandse overheid wint zonder grote offers te brengen een gebied (de Belgische provincies), dat veel rijker is dan Holland. In het archief Van Nagell
bevindt zich de brief van de anonieme schrijver gericht aan de Staten Generaal. Hij vindt dat men de Belgen de broederhand toereiken, moet samenwerken om een onkreukbaar geheel te vormen en wedijveren om de eerbied en liefde voor hun vorst Willem I. Hij bejubelt juist de historische
hereniging:

`Hetgeen te Munster gescheiden was is te Weenen hereenigt- De monarchie der Vereenigde Nederlanden is erkent en erflijk gevestigd in het Koninklijk Huis van Onzen beminnenswaardigen Souverein. Welk eene gebeurtenis Edel Mogende Heeren.'

Voor zijn verdiensten voor het Koninkrijk der Verenigde Nederlanden krijgt Clancarty in 1818 uit handen van Koning Willem I de titel Markies van Heusden. Zijn dankbetuiging is terug te vinden in het archief van Gezantschap in Groot-Brittannie.

Nationaal Archief

1.10.102 Archief van Nagell inv. nrs. 15, 16 en 20.
1.10.29 Archief Fagel inv. nr. 1886.
2.05.10.10 Archief Gezantschap Oostenrijk tot 1842 inv. nr. 50.
2.02.01 Archief Staatssecretarie inv. nrs. 6356, 6360 en 6855.
2.05.44 Archief Gezantschap in Groot-Brittannie inv. nr. 67.