Rijksvastgoed: risico op besparingsverliezen

Vastgoed in de publieke sector: huisvesting door het Rijksvastgoedbedrijf

Het is onduidelijk wanneer het Rijk daadwerkelijk gaat besparen op zijn uitgaven aan kantoorhuisvesting. Het risico bestaat dat de besparingen niet op tijd worden gehaald. Er moeten altijd eerst kosten gemaakt worden die voor de baten uitgaan. Deze kosten zijn niet goed in beeld. Daarnaast wil het kabinet met vastgoed niet alleen bijdragen aan financiele doelen, maar ook aan maatschappelijke doelen, zoals behoud van werkgelegenheid en van cultureel erfgoed. Het nastreven van zowel financiele als maatschappelijke doelen kan frictie geven. Transparantie is dan een vereiste.

Dit staat in het rapport `Vastgoed in de publieke sector: Huisvesting door het Rijksvastgoedbedrijf'. Het rapport is vandaag door de Algemene Rekenkamer gepubliceerd.

Risico's voor halen besparingen

Het Rijk wil EUR 142 miljoen besparen op zijn kantoorhuisvesting door minder ruimte te gebruiken. Voordat je kunt besparen op vastgoed, moet je eerst kosten maken voor bijvoorbeeld verhuizingen en de verkoop van gebouwen. Deze kosten zijn niet goed in beeld, waardoor het onduidelijk is wanneer

het Rijk uit de kosten is en daadwerkelijk gaat besparen op zijn kantoren. Daarnaast moet het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) vanaf 2019 jaarlijks EUR 25 miljoen besparen op zijn eigen organisatie. Of dit gaat lukken is onduidelijk, omdat er geen goede onderbouwing is voor deze besparing.

Maatschappelijke versus financiele doelen

Inzicht in alle kosten is nodig om transparant te kunnen zijn over de bijdrage van vastgoed aan maatschappelijke doelen en de financiele kosten en opbrengsten die daarmee samenhangen. Vastgoed is immers ondersteunend aan het primaire proces en de maatschappelijke functies van organisaties. De

beslissing om rijkspanden af te stoten kan bijvoorbeeld de leefomgeving of de werkgelegenheid in een regio beinvloeden. Het nastreven van zowel financiele als maatschappelijke doelen kan frictie geven. De Algemene Rekenkamer adviseert de minister dan ook transparant te zijn in zijn afweging:

welk doel heeft bij de inzet van vastgoed prioriteit gekregen en wie is verantwoordelijk voor welke kosten.

Serie rapporten `Vastgoed in de publieke sector'

Dit rapport maakt deel uit van een breder onderzoeksprogramma van de Algemene Rekenkamer naar de manier waarop de rijksoverheid en de met het Rijk verbonden organen hun vastgoed beheren. Dit rapport is eerste in de reeks "Vastgoed in de publieke sector".

Reactie Minister

De minister voor WenR onderschrijft in zijn reactie op hoofdlijnen de aanbevelingen uit het rapport. De aanbevelingen worden als ondersteuning van de lopende trajecten gezien op weg naar een meer efficiente en flexibele rijksdienst.